Terug
Gepubliceerd op 23/10/2025

Notulen  Gemeenteraad

wo 17/09/2025 - 20:00 raadszaal Dekenij
Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
Verontschuldigd: Ine Vandenberghen

De voorzitter opent de zitting op 17/09/2025 om 19:59.

  • Openbaar

    • Algemeen

      • Goedkeuring van de notulen en het zittingsverslag van de vergadering van 18 juni 2025

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        De goed te keuren notulen van de gemeenteraad 18 juni 2025 vindt u als bijlage bij dit agendapunt.

        Het zittingsverslag van deze vergadering kunt u via volgende link beluisteren : 

        https://youtu.be/P7fG41u5_zw.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef
        Onthouders: Kristien Van Vaerenbergh
        Resultaat: Met 19 stemmen voor, 1 onthouding
        Besluit

        Enig artikel:

        Het PV van de notulen en het zittingsverslag van de vergadering van 18 juni 2025 worden goedgekeurd.

      • Financiën - Opvolgingsrapportering 2025 - Kennisname

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 bepaalt in artikel 263 dat er minstens voor het einde van het derde kwartaal een opvolgingsrapportering over het eerste semester van het boekjaar wordt voorgelegd aan de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn. De bedoeling van de decreetgever is om via de halfjaarlijkse rapportering de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn een tussentijdse stand van zaken te geven over de prioritaire acties, alsook een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar.  In voorkomend geval wordt in de opvolgingsrapportering eveneens de wijzigingen in de assumpties opgenomen die gekozen werden bij de opmaak van het meerjarenplan of de aanpassing ervan, alsook de wijzigingen in de financiële risico’s.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

        Bevoegdheidsgrond:

        • het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 263;
        Regelgeving:
        • het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, artikel 6 en artikel 29;
        • het Ministerieel besluit van 26 juni 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen, artikel 5.
        Feiten, context en argumentatie

        De verplichte rapportering aan de Raad omwille van kredietwijziging en autorisatie van de kredieten wordt door het Decreet over het lokaal bestuur beperkt.

        Het Decreet over het lokaal bestuur beoogt om meer de nadruk te leggen over de realisatie van het geplande beleid bij wijze van een opvolgingsrapportering.

        Voorliggende opvolgingsrapportering bevat een overzicht van de realisatie van de prioritaire doelstellingen, een overzicht van de geraamde en de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven voor het lopende jaar (t.e.m. 2de kwartaal) en in voorkomend geval een update van de financiële risico's en de grondslagen en assumpties.

        Besluit

        Enig artikel

        De gemeenteraad neemt kennis van de opvolgingsrapportering 2025, zoals toegevoegd in bijlage.

    • Secretariaat

      • Secretariaat - Beheersovereenkomst gemeente en OCMW Lennik - goedkeuring

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Sinds de invoering van het decreet lokaal bestuur werden er in het lokaal bestuur Lennik reeds verschillende stappen ondernomen om de integratie gemeente en OCMW uit te werken zodat we functioneren als één organisatie, ook al bestaat deze nog steeds uit twee aparte juridische entiteiten. Voor bepaalde zaken is het nodig om een beheersovereenkomst op te maken zodat de gemeente kan optreden voor het OCMW en omgekeerd. De beheersovereenkomst goedgekeurd in 2021 is aan vernieuwing toe.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving zijn van toepassing:

        • decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 artikel 40, 41 en 196§2
        • beheersovereenkomst gemeente en OCMW van 28 april 2021
        Feiten, context en argumentatie

        Verschillende diensten binnen het OCMW en de gemeente werken op een doorgedreven manier samen. We stimuleren deze samenwerking steeds meer en trachten zoveel mogelijk efficiënter te werken door ondersteunende opdrachten inzake personeel, facility, financiën, ICT, .... vanuit één entiteit op te nemen voor de beide organisaties. We komen ook zoveel als mogelijk naar buiten als het lokaal bestuur Lennik.

        Hoewel we steeds meer doorgedreven samen werken zijn we juridisch nog steeds twee aparte entiteiten en is er een beheersovereenkomst nodig om een juridisch kader te bieden waarbinnen de geïntegreerde organisatie zich kan blijven ontwikkelen.

        Sinds 2020 werken we ook met een geïntegreerd organogram voor gemeente en OCMW Lennik.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1:

        De beheersovereenkomst, goedgekeurd op de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn op 28 april 2021, wordt opgeheven.

        Artikel 2:

        Er wordt goedkeuring verleend aan de beheersovereenkomst tussen gemeente Lennik en OCMW Lennik en dit onder de vorm van onderstaande overeenkomst:

         

        Beheersovereenkomst gemeente Lennik en OCMW Lennik

         

        TUSSEN:

        Gemeente Lennik        

        Markt 18 te 1750 Lennik

        vertegenwoordigd door Erik O, voorzitter van de gemeenteraad, en Anaïs Nies, algemeen directeur,

        hierna genoemd de gemeente,

        EN

        OCMW Lennik

        Deken Verbesseltstraat 9 te 1750 Lennik

        vertegenwoordigd door Erik O, voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn, en Anaïs Nies, algemeen directeur,

        hierna genoemd het OCMW,

        waarbij gemeente en OCMW hierna tegenover elkaar beschouwd worden als het andere bestuur,

         

        WORDT ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

         

        Artikel 1 – Gemeenschappelijk gebruik van elkaars diensten

        §1. Met toepassing van artikel 196 §2 Decreet Lokaal Bestuur (DLB) werken de gemeente en het OCMW samen om gemeenschappelijk gebruik te maken van elkaars diensten.

        Hieronder volgt een niet-limitatieve opsomming:

        -         onthaal

        -         personeel

        -         secretariaat

        -         ICT

        -         facility

        -         communicatie

        -         projectwerking

        -         financiën

        -         technische dienst

        -         thuiszorgdiensten

        -         …

        §2. Voor het patrimonium wordt gemeenschappelijk gebruik mogelijk gemaakt. Zo verkrijgt het OCMW een persoonlijk genotsrecht op de onroerende goederen van de gemeente en omgekeerd.

        Meer specifiek kan het OCMW gebruik maken van patrimonium van de gemeente zoals oa de gebouwen van de serviceflats, bibliotheek, ... bijvoorbeeld voor het organiseren van een lokaal dienstencentrum beheerd door het OCMW of kan de buitenschoolse kinderopvang gebruik maken van de gemeentelijke gebouwen om kinderen op te vangen. 

        §3. Gemeente Lennik en OCMW Lennik voeren een gezamenlijk aankoopbeleid; zij hanteren onder meer dezelfde delegatiebesluiten en drempelbedragen inzake overheidsopdrachten.

        De gemeente treedt op als opdrachtgevend bestuur voor het OCMW in die overheidsopdrachten waarbij het aangewezen is dat er voor de gemeente en het OCMW een gezamenlijke overheidsopdracht wordt gevoerd overeenkomstig artikel 48 van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.

        Via deze overeenkomst geeft OCMW Lennik expliciet het mandaat aan gemeente Lennik om op te treden in naam van het OCMW Lennik voor alle stappen in het proces van de overheidsopdracht (van de plaatsing tot de toewijzing en de uitvoering van de opdracht).

        Het OCMW Lennik hoeft op die manier zelf geen procedure inzake overheidsopdrachten te voeren.

        De verschillende beslissingen worden genomen door het college van burgemeester en schepenen of door de gemeenteraad, in overeenstemming met het goedgekeurde aankoopbeleid.

        De kosten ten gevolge van overheidsopdrachten en contracten worden geregeld conform artikel 1§4.  van deze overeenkomst.

        We denken hier oa. aan aankoop van kantoormateriaal of - meubilair, informaticaproducten, personeelsactiviteiten, verzekeringen, poetscontracten .... Deze opsomming is niet limitatief.

        §4. De gemeente Lennik en OCMW Lennik blijven in principe elk voor zich de kosten dragen van de diensten die onder hun juridisch gezag vallen. Zij boeken ook de respectievelijke ontvangsten die hiermee gepaard kunnen gaan. Voor kosten en ontvangsten die niet eenvoudig en eenduidig kunnen toegewezen worden, zal de financieel directeur, in overleg met het managementteam, per situatie die zich voordoet, een keuze maken met betrekking tot de verdeling van de desbetreffende uitgaven en inkomsten. Het kan hierbij gaan om bijvoorbeeld globale onderhoudskosten voor software, aankopen ten behoeve van de volledige groep of moeilijk uitsplitsbare aankopen.

        Waar mogelijk, wordt het standpunt betreffende de toewijzing of opsplitsing van kosten opgenomen bij de initiële besluitvorming. Deze keuzes worden ten minste jaarlijks geëvalueerd bij de opmaak van de rekening en de bijsturing van het meerjarenplan.

        Artikel 2 – Een beroep doen op de personeelsleden van het andere bestuur

        §1. Met toepassing van artikel 196 §2 DLB wensen de gemeente en het OCMW een beroep te doen op elkaars personeelsleden voor de functies aangeduid in het organogram.

        Als bijlage wordt de meest recente versie van het geïntegreerde organogram gemeente en OCMW toegevoegd.

        Bij de waarneming van een functie bij het ene bestuur door een personeelslid van het andere bestuur, kan een waarnemingstoelage toegekend worden voor zover de rechtspositieregeling van beide besturen erin voorziet.

        §2. De leidinggevenden mogen instructies geven aan zowel gemeente- als OCMW-personeel dat (volgens het organogram) tot hun dienst behoort.

        §3. Een personeelslid van de gemeente kan geëvalueerd worden door een personeelslid van het OCMW, op voorwaarde dat deze laatste een leidinggevende bevoegdheid uitoefent over het gemeentepersoneelslid.

        Een personeelslid in dienst van het OCMW kan geëvalueerd worden door een personeelslid van de gemeente op voorwaarde dat deze laatste een leidinggevende bevoegdheid uitoefent over het OCMW-personeelslid.

        De eventuele juridische gevolgen van de evaluatie worden bekrachtigd door de juridische werkgever.

        Artikel 3 – Ambtelijke delegatie beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid

        §1. De algemeen en financieel directeur hebben krachtens de artikelen 162 §1, 175 en 587 derde lid DLB vanaf hun aanstelling de bevoegdheid om voor beide besturen (gemeente en OCMW, samen of afzonderlijk) op te treden.

        §2. Met deze beheersovereenkomst, genomen in toepassing van artikel 196 DLB, mogen de algemeen en financieel directeur binnen de grenzen vastgelegd door dit decreet hun beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid met betrekking tot een gemeentelijke bevoegdheid toevertrouwen aan één of meer medewerkers van het OCMW en hun beslissings- en ondertekeningsbevoegdheid met betrekking tot een OCMW-bevoegdheid toevertrouwen aan één of meerdere medewerkers van de gemeente.

        §3. Met deze beheersovereenkomst, genomen in toepassing van artikel 196 DLB, mag de algemeen directeur, binnen de grenzen vastgelegd door artikel 283 van dit Decreet, zijn bevoegdheid om de vergaderingen van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst bij te wonen, en om de notulen op te maken en mee te ondertekenen, toevertrouwen aan een personeelslid van de gemeente of van het OCMW.

        Artikel 4 – Gezamenlijke werving en selectie en aanleg wervings- en bevorderingsreserves

        De aanstellende overheden van de gemeente en van het OCMW kunnen gezamenlijke sollicitatieprocedures organiseren. Daarbij kunnen de aanstellende overheden beslissen een gemeenschappelijke wervings- of bevorderingsreserve aan te leggen, volgens de bepalingen en binnen de grenzen van de gemeentelijke rechtspositieregeling.

        Artikel 5 – sturing en opvolging

        De sturing en opvolging van de samenwerking tussen gemeente en OCMW gebeurt door het managementteam.

        Artikel 6 – Duurtijd van de overeenkomst

        Deze overeenkomst gaat in op 1 oktober 2025 voor onbepaalde duur. Elk van beide partijen kan een einde maken aan deze overeenkomst mits hij een opzegtermijn van 6 maanden respecteert.

        Artikel 7 – Juridische werkgever en werkgeversgezag

        De gemeente of het OCMW is en blijft, naargelang het geval, de juridische werkgever van de onder de artikelen 1, 2 en 3 betrokken personeelsleden en oefent als enige het werkgeversgezag uit. Indien een personeelslid ter beschikking wordt gesteld zal er een aparte beheersovereenkomst opgemaakt worden. Er worden geen personeelsleden overgedragen.

        Artikel 8 – Financiële verrekening

        Voor de uitvoering van deze overeenkomst betaalt het OCMW geen vergoeding aan de gemeente of vice versa.


        Opgemaakt in twee originele exemplaren te Lennik, waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben,

        Op 17 september 2025

         

        Voor de gemeente:     

         

         

         

        Erik O

        De voorzitter van de gemeenteraad

         

         

        Anaïs Nies

        De algemeen directeur

         

        Voor het OCMW          

         

         

         

        Erik O

        De voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn

         

         

        Anaïs Nies

        De algemeen directeur

         

      • Secretariaat - motie tegen de genocide in Gaza - goedkeuring

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        In oktober 2023 begon de oorlog tegen Gaza. Ondertussen duurt het geweld voort. Bijna 2 jaar na de Hamas-invasie van 7 oktober 2023, heeft de moordende Gaza-oorlog al meer dan 50.000 Palestijnen het leven gekost. Dat aantal slaat dan nog enkel op de slachtoffers die begraven konden worden. Die grimmige kaap werd bereikt in de week dat Israël zijn luchtaanvallen ondanks een staakt-het-vuren bruusk heeft hervat, wat tot ruim 600 extra doden heeft geleid. Het staakt-het-vuren dat werd afgesproken, werd op 18 maart gruwelijk geschonden door Israël. VN-experten en toonaangevende mensenrechtenorganisaties als Al-Haq, Amnesty International en Human Rights Watch, wereldvermaarde Israëlische Holocaust- en genocide-experts als Amos Goldberg en Omer Bartov spreken allen van een genocide. De Aanklager van het Internationaal Strafhof liet arrestatiebevelen uitvaardigen wegens oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Voor het Internationaal Gerechtshof loopt een rechtszaak wegens schendingen van het Genocideverdrag. 

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond is van toepassing:

        • decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41.
        Feiten, context en argumentatie

        De Israëlische regering heeft recent plannen aangekondigd om de Gazastrook volledig militair in te nemen. Dit voornemen betekent een verregaande intensifiëring van het reeds maandenlang aanslepende conflict en impliceert de bezetting van Gaza. De gevolgen van een dergelijk offensief zijn bijzonder verontrustend: naast het vernietigen van wat nog overblijft van de civiele infrastructuur, dreigt een totale instorting van de humanitaire situatie en een verplaatsing van de Palestijnse bevolking.

        De Verenigde Naties (VN) en internationale hulporganisaties waarschuwen unaniem dat de bevolking van Gaza nu reeds geconfronteerd wordt met onmenselijke en onleefbare omstandigheden. De langdurige, grootschalige en disproportionele Israëlische militaire operaties gaan gepaard met systematische bombardementen op dichtbevolkte burgerzones, de vernietiging van essentiële infrastructuur zoals ziekenhuizen en scholen, en het systematisch langdurig blokkeren van humanitaire hulp. De Verenigde Naties bevestigen dat de bevolking massaal lijdt onder een gebrek aan voedsel, water, medische verzorging en onderdak. Hulporganisaties spreken inmiddels over een “volledig ingestorte humanitaire situatie”, met kinderen die sterven van honger en gebrek aan zorg.

        Enkel een diplomatieke en een politieke oplossing, gestoeld op het internationaal (humanitair) recht, biedt uitzicht op een duurzame vrede.

        Verschillende Europese landen en Westerse bondgenoten hebben aangegeven om in september 2025 de Palestijnse Staat te gaan erkennen. Dit initiatief biedt voor het eerst sinds de escalatie van het conflict de kans om het vastgelopen vredesproces nieuw leven in te blazen. De formele erkenning van de Palestijnse Staat is geen louter symbolisch gebaar, maar een noodzakelijke stap om het recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk daadwerkelijk te erkennen en de weg te openen naar een duurzaam vredesproces.

        De humanitaire ernst en het structurele karakter van het geweld, de blokkades, de onteigeningen en de ontmenselijking maken dat woorden alleen niet langer volstaan. Met deze motie richt de gemeenteraad van Lennik zich naar de beleidsmakers en verantwoordelijken. We dragen zowel een juridische als een morele verantwoordelijkheid om op te treden. Wij vragen de federale en Vlaamse regering daarom ondubbelzinnig en resoluut stelling te nemen tegen deze mensenrechtenschendingen en de politieke druk op Israël op te voeren. België heeft de plicht om een voortrekkersrol op te nemen, zich helder en ondubbelzinnig uit te spreken en het pad van diplomatie, rechtvaardigheid en vrede actief te ondersteunen.

        Gelet op artikel 1 en artikel 55 van het Handvest van de Verenigde Naties (VN), waarin het recht op zelfbeschikking van volkeren en het streven naar vrede en veiligheid worden bevestigd;

        Gelet op verschillende resoluties van de Verenigde Naties (VN), onder meer met name resoluties 242 (1967), 338 (1973), 1397 (2002), 1515 (2003), en 2334 (2016), waarin wordt opgeroepen tot een tweestatenoplossing en een einde aan de bezetting van Palestijnse gebieden;

        Gelet op de verplichtingen van alle partijen onder de Conventies van Genève en de aanvullende Protocollen ervan, het Verdrag van Den Haag, alsook de overige bepalingen van internationaal recht en internationaal humanitair recht;

        Gelet op de ernstig verslechterende humanitaire situatie in Gaza als gevolg van het voortdurend conflict en de blokkade van alle humanitaire hulp;

        Gelet op de verklaringen van de Verenigde Naties (VN), waaronder Secretaris-Generaal António Guterres, over de dreigende en inmiddels feitelijke hongersnood in Gaza;

        Gelet op het feit dat de Belgische Defensie, via Operatie Cerulean Skies, een essentiële rol vervult in het verlenen van dringende humanitaire hulp door middel van luchtoperaties;

        Gelet op de protesten in Tel Aviv tegen de beslissing van Netanyahu om Gaza te bezetten en de steeds luider wordende oproep voor het beëindigen van de oorlog in Gaza;

        Gelet op het feit dat zowel Israëli’s als Palestijnen het recht hebben op een leven in veiligheid;

        Gelet op het feit dat meer dan 140 landen de Palestijnse Staat erkennen;

        Gelet op het feit dat verschillende Europese landen en Westerse bondgenoten van plan zijn om in september de Palestijnse Staat te erkennen;

        Gelet op het feit dat de formele erkenning van de Palestijnse Staat, samen met gelijkgezinde staten en binnen een internationaal initiatief, het recht op zelfbeschikking versterkt en bijdraagt aan een eerlijke onderhandelingspositie in toekomstige vredesgesprekken;

        Gelet op het feit dat op 15 juli 2025 België zonder mandaat naar de Raad van Buitenlandse Zaken is gegaan en geen standpunt heeft ingenomen op Europees niveau;

        Gelet op bovenstaande feiten en de ernst van de humanitaire situatie in Gaza, acht de gemeenteraad van Lennik het, vanuit zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid, noodzakelijk om op te roepen tot een duidelijk en daadkrachtig standpunt, dat wordt ondersteund door concrete maatregelen ter bescherming van de mensenrechten.

         


        stemming amendement ingediend door NVA+
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Kristien Van Vaerenbergh, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Karel Van Belle, Dirk De Smedt, Cindy De Greef
        Tegenstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Jo Massaer, Karen De Waele, Marie Vetsuypens, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre
        Onthouders: Christel O, Stefaan Jans
        Resultaat: Met 6 stemmen voor, 12 stemmen tegen, 2 onthoudingen
        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Jo Massaer, Karen De Waele, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre
        Onthouders: Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Karel Van Belle, Dirk De Smedt, Cindy De Greef
        Resultaat: Met 13 stemmen voor, 7 onthoudingen
        Besluit

        Artikel 1: 

        De gemeenteraad van Lennik betuigt haar solidariteit met alle burgerslachtoffers, ongeacht afkomst, geloof of gender, en veroordeelt ten strengste:

        • de aanhoudende gijzeling van onschuldige burgers door de terreurgroep Hamas en de terroristische aanval van Hamas op 7 oktober 2023;
        • de plannen van Israël om de hele Gazastrook in te nemen;
        • elke vorm van gedwongen verplaatsing van de Palestijnen uit Gaza;
        • de volstrekt disproportionele Israëlische militaire respons in Gaza;
        • elke schending van het internationaal recht door alle in het regionaal conflict betrokken partijen;
        • ondubbelzinnig elke vorm van terreur, en benadrukt dat elke militaire actie binnen de grenzen van het internationaal en humanitair recht moet plaatsvinden.


        Artikel 2:

        De gemeenteraad van Lennik dringt aan op:

        • een onmiddellijk en permanent staakt-het-vuren in Gaza;
        • het neerleggen van de wapens door alle directe en indirecte betrokken partijen;
        • de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle gijzelaars;
        • veilige en onbeperkte humanitaire hulp, met bijzondere aandacht voor ondervoede kinderen, en de inrichting van humanitaire corridors;
        • de beëindiging van het Israëlisch-Palestijnse conflict en de bezetting van Palestijnse gebieden via hervatting van echte vredesbesprekingen;
        • het inzetten van alle diplomatieke en politieke middelen voor een duurzame en vreedzame oplossing.
        Artikel 3:

        De gemeenteraad van Lennik roept de federale regering op om:

        • ondubbelzinnig het nieuwe offensief van Israël in Gaza te veroordelen;
        • samen met gelijkgezinde staten over te gaan tot de erkenning van de Staat Palestina;
        • proactief te pleiten voor opschorting van het associatieverdrag tussen de EU en Israël;
        • proactief te pleiten voor sancties tegen Israël, verantwoordelijke Israëlische functionarissen en kolonisten;
        • het Statuut van Rome en de uitspraken van het Internationaal Strafhof objectief te respecteren en na te leven;
        • méér humanitaire hulp te leveren, onder meer via luchtoperaties;
        • proactief te pleiten voor humanitaire corridors;
        • werk te maken van een Europees importverbod op producten uit illegale nederzettingen;
        • alle initiatieven te steunen om verantwoordingsplicht voor schendingen van internationaal recht af te dwingen;
        • blijvend en proactief antisemitisme te voorkomen, bestrijden en veroordelen;
        • initiatieven te nemen om, met het middenveld en relevante partners, de dialoog tussen de Joodse en Palestijnse gemeenschap in België blijvend te bevorderen;
        • dringend op Europees niveau een daadkrachtig standpunt in te nemen en een voortrekkersrol te spelen.
        Artikel 4:

        De gemeenteraad van Lennik roept de Vlaamse regering op om:

        • de export en doorvoer van wapens naar Israël stop te zetten;
        • de dienst Controle Strategische Goederen te versterken;
        • blijvend en proactief antisemitisme te voorkomen, bestrijden en veroordelen;
        • initiatieven te nemen om de dialoog tussen de Joodse en Palestijnse gemeenschap in België te bevorderen.
        Artikel 5:

        De gemeenteraad van Lennik zal deze motie publiekelijk delen via de gemeentelijke communicatiekanalen.

         

    • Ruimtelijke Ordening

      • Omgeving - Ontwerp akte vestiging van erfdienstbaarheid in functie van het project Gronkelhuis van Vlabinvest gelegen hoek Karel Keymolenstraat - Schoolweg - Goedkeuring

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Naar aanleiding van de realisatie van het bouwproject van Vlabinvest op de percelen gelegen te hoek Karel Keymolenstraat en Schoolweg, conform de omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen met dossiernummer OMV_2023065259 (intern nummer 2023/O51-n-mil3), wordt aan de gemeenteraad gevraagd akkoord te willen gaan met de bevestiging en vestiging van een eeuwigdurende erfdienstbaarheid op percelen met kadastrale nummers 0728CP0000 en 0728AP0000 ten voordele van perceel met kadastraal nummer 0728BP0000, meerbepaald (be)vestiging van een erfdienstbaarheid van recht van overgang.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheden en reglementen zijn van toepassing: 

        Bevoegdheden: 

        • het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 11°

        Regelgeving:

        • Omzendbrief KB/ABB 2019/3 - transacties onroerende goederen
        • Gemeenteraadsbeslissing van 26 mei 2014 van Gronckelhuis aan Vlabinvest en samenwerkingsovereenkomst met Vlabinvest 
        • Gemeenteraadsbeslissing van 1 juli 2015 tot complementaire verkoop aan Vlabinvest

         

         

        Feiten, context en argumentatie

        Er werd in de akte van 21 december 2015 een kosteloze en eeuwigdurende erfdienstbaarheid van doorgang gevestigd over het erf op het hieraan gehecht plan aangeduid als lot 2 en lot 4 om van aan de Karel Keymolenstraat het lot 3 van hetzelfde plan te bereiken. 

         

        Op 27 september 2023 keurde de gemeenteraad een beslissing zaak van verplaatsing van een bestaande erfdienstbaarheid van openbaar nut en het vestigen van een nieuwe erfdienstbaarheid op het perceel 1ste Afdeling, Sectie E, nummer 278C goed. 

         

        Naar aanleiding van deze beslissing van de gemeenteraad wordt een nieuwe erfdienstbaarheid van doorgang voor onbepaalde duur gevestigd over het perceel  nummer 0728CP0000 (zijnde het lot 4 op het hieraan gehecht plan) en het perceel nummer 0728BP0000 (zijnde het lot 3 op het hieraan gehecht plan). Deze erfdienstbaarheid heeft een breedte van zes meter opgedeeld in drie meter (3m) op het perceel nummer 0728CP0000 en drie meter (3m) op het perceel nummer 0728BP0000.

        Deze nieuwe erfdienstbaarheid is een toekenning van het zakelijke recht op percelen met kadastrale nummers 0728CP0000 en 0728AP0000 ten voordele van perceel met kadastraal nummer 0728BP0000, onder voorbehoud van goedkeuring door de gemeenteraad met de voorgestelde voorwaarden:

        • beide percelen vestigen een wederzijdse erfdienstbaarheid onder de vorm van recht van overgang van 3 meter breedte.
        • de eigenaars staan in voor eigen onderhoud en herstellingen van de doorgang op eigen perceel.
        • de eigenaars van de percelen mogen ten allen tijde werkzaamheden uitvoeren op eigen perceel.
        • de eigenaars van de percelen staan zelf in voor de aanleg van de in-en uitritten.

         

        Er werd een kosteloze vergoeding overeengekomen.

         

        Door notaris Katrien Van Kriekinge werden de ontwerp van akte voor vestiging erfdienstbaarheid opgemaakt.

         

        Aan de gemeenteraad wordt gevraagd om het ontwerp van akte voor vestiging erfdienstbaarheid goed te keuren.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Enig artikel:

        De gemeenteraad bevestigt en hecht zijn goedkeuring aan de vestiging van volgende eeuwigdurende en kosteloze erfdienstbaarheid voor het recht van doorgang ten laste van het perceel gekend onder de kadastrale nummers 0728CP0000 en 0728AP0000 ten voordele van perceel met kadastraal nummer 0728BP0000 zoals afgeschetst op het opmetingsplan de dato 12/06/2015 en verder beschreven in bijgevoegd ontwerp van akte.

    • Erediensten

      • Financiën - Erediensten budgetwijziging 2025 Sint-Martinus Lennik - Akteneming

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Op 16 juli 2025 ontving de gemeente Lennik van het centraal kerkbestuur Lennik de budgetwijziging 2025 m.b.t. de kerkfabriek Sint-Martinus Lennik.

         

        Indien de gemeentelijke bijdrage in de budgetwijziging 2025 binnen de grenzen valt van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, dan neemt de gemeenteraad akte van de budgetwijziging 2025 binnen de vijftig dagen na ontvangst van het centraal kerkbestuur.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

        Bevoegdheidsgrond:

        • Het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012
        • Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 9°

         

        Regelgeving:

        • Het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
        • Het Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 en van 27 juni 2008 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten
        • Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding
        • De omzendbrief BB 2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst
        • Gunstig advies van Bisdom Aartsbisdom Mechelen-Brussel van 15 juli 2025
        Feiten, context en argumentatie

        Een budgetwijziging is onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan ‘het Aartsbisdom van Mechelen‑Brussel’. Op 15 juli 2025 werd positief advies verleend m.b.t. de budgetwijziging 2025 van kerkfabriek Sint-Martinus Lennik.

         

        De budgetwijziging betreft de aanpassing van het budget 2025 t.g.v. de beëindiging van restauratie Fase 6. De exploitatietoelage wordt verhoogd met 3.619,60 euro n.a.v. het afsluiten van de lening op 20 jaar op het einde van de werken van Fase 6. Het bedrag van de jaarlijkse annuïteit van de aflossing van de lening op 20 jaar is nl. 3.619,60 euro hoger dan initieel geschat bij de opmaak van het MJP 2020-2025 in 2019 toen restauratie Fase 6 nog niet was opgestart. De investeringstoelage blijft ongewijzigd. De wijziging betreft de overdracht van ongebruikte kredieten voorzien in 2024 naar 2025.

         

        Artikel 48 van bovenvermeld decreet van 7 mei 2004 stelt dat de gemeenteraad gewoon akte neemt van de budgetwijziging indien de gemeentelijke bijdrage in de budgetwijziging binnen de grenzen valt van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan. Deze wijziging valt binnen de grenzen van de goedgekeurde meerjarenplanwijziging van 11 juni 2024, het voorziene exploitatiebudget bedroeg daar nl. 119.872,41 euro in 2025.

        Financiële impact

        De toegestane werkings- en investeringssubsidies voor de kerkfabriek Sint-Martinus zijn voorzien in het exploitatie- en investeringsbudget op budgetcodes: 2025/GBB-FIN/0790-00/64940030/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (werkingssubsidies) en 2025/GBB-FIN/0790-00/66400030/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (investeringssubsidies).

         

        Onderdeel Extra Input 2024 2025 2026 2027 2028
        Exploitatie Exploitatie - ontvangsten          
        Exploitatie - uitgaven  € 117 973,80  € 114 892,50      
                     
        Onderdeel Extra Input 2024 2025 2026 2027 2028
        Investeringen Investeringen - ontvangsten          
        Investeringen - uitgaven  € 5 251,50 € 4 532,50      

         

        Besluit

        Artikel 1:

        De raad neemt akte van de budgetwijziging 2025:

        Exploitatie-toelage

        Budget 2025

        Wijziging

        Na budgetwijziging

        Sint-Martinus Lennik

        € 114 892,50

        € +3 619,60

        € 118 512,10

         

        Investerings-toelage

        Budget 2025

        Wijziging

        Na budgetwijziging

        Sint-Martinus Lennik

        € 0,00

        € +4 532,50*

        € 4 532,50

        * de officiële budgetwijziging vermeldt een bedrag van 5 251,50 euro, een surplus van 719,00 euro. Jo Meirsschaut bevestigde op 02/09/2025 dat dit een rekenfout betreft en dat het bedrag van 4 532,50 euro correct is. Het saldo van 719 euro zal niet opgevraagd worden en bij het indienen van de jaarrekening van 2025 zal een nota bijgevoegd worden om dit "niet-opgebruikte" krediet te duiden.


        Artikel 2:

        Deze beslissing wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek Sint-Martinus Lennik en het erkend representatief orgaan.

      • Financiën - Erediensten budgetwijziging 2025 OLV Gaasbeek - Akteneming

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Op 11 juli 2025 ontving de gemeente Lennik van het centraal kerkbestuur Lennik de budgetwijziging 2025 m.b.t. de kerkfabriek OLV Gaasbeek.

        Indien de gemeentelijke bijdrage in de budgetwijziging 2025 binnen de grenzen valt van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan, dan neemt de gemeenteraad akte van de budgetwijziging 2025 binnen de vijftig dagen na ontvangst van het centraal kerkbestuur.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

        Bevoegdheidsgrond:

        • Het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, artikel 48, gewijzigd bij decreet van 6 juli 2012
        • Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41, 9°

         

        Regelgeving:

        • Het Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten
        • Het Besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 en van 27 juni 2008 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erkende erediensten en van de centrale besturen van de erkende erediensten
        • Het ministerieel besluit van 27 november 2006 tot vaststelling van de modellen van de boekhouding
        • De omzendbrief BB 2013/01 van 1 maart 2013 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst
        • Gunstig advies van Bisdom Aartsbisdom Mechelen-Brussel van 17 juni 2025
        Feiten, context en argumentatie

        Een budgetwijziging is onderworpen aan het advies van het erkend representatief orgaan ‘het Aartsbisdom van Mechelen‑Brussel’. Op 17 juni 2025 werd positief advies verleend m.b.t. de budgetwijziging 2025 van kerkfabriek OLV Gaasbeek.

        De budgetwijziging betreft de overdacht van voorziene en nog niet opgenomen investeringskredieten uit het budget 2024 naar het budget 2025.

        Artikel 48 van bovenvermeld decreet van 7 mei 2004 stelt dat de gemeenteraad gewoon akte neemt van de budgetwijziging indien de gemeentelijke bijdrage in de budgetwijziging binnen de grenzen valt van het bedrag opgenomen in het goedgekeurde meerjarenplan.

        Besluit

        Artikel 1:

        De gemeenteraad neemt akte van de budgetwijziging 2024:

        Exploitatie-toelage

        Budget 2025

        Wijziging

        Na budgetwijziging

        OLV Gaasbeek

        € 24 733,37

        € 0,00

        € 24 733,37

         

        Investerings-toelage

        Budget 2025

        Wijziging

        Na budgetwijziging

        OLV Gaasbeek

        € 30 134,32

        € 67 103,88

        € 97 238,20


        Artikel 2:

        Deze beslissing wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur, de kerkfabriek OLV Gaasbeek en het erkend representatief orgaan.

    • Wonen en sociaal bindend objectief

      • Wonen - verderzetting deelname aan de interlokale vereniging 'woonwinkel Pajottenland' - goedkeuring subsidiedossier 2026-2031 en kennisname geraamde subsidies en begroting

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Er dient een vernieuwd subsidiedossier ingediend te worden voor de samenwerking 'Woonwinkel Pajottenland' voor de jaren 2026-2031.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving zijn van toepassing:

        bevoegdheidsgrond:

        • decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41

        regelgeving

        • Vlaamse Codex Wonen 2021

        • Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2025 tot wijziging van het Besluit Vlaamse Codex van 2021, wat betreft het lokaal woonbeleid.

        • Het principieel akkoord van het college van burgemeester en schepenen van 31 maart 2025 tot deelname intergemeentelijk samenwerkingsproject Wonen van 3Wplus 2026-2031.

        Feiten, context en argumentatie

        Op 14 maart 2025 keurde de Vlaamse Regering de wijziging van het Besluit Vlaamse Codex Wonen van 2021, wat betreft het lokaal woonbeleid definitief goed. Daarin worden voor de volgende lokale beleidscyclus 2026-2031 de krijtlijnen vastgelegd voor de opdrachten van gemeenten inzake wonen en voor een nieuw subsidiekader voor intergemeentelijke samenwerkingsprojecten.

        Het huidig intergemeentelijk project Woonwinkel Pajottenland waar momenteel Bever, Pajottegem, Pepingen en Lennik deel van uitmaken, loopt tot en met 31 december 2025. Het is aangewezen de samenwerkingsverbanden te verlengen voor een nieuwe periode van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031. De subsidieaanvraag voor het intergemeentelijk project rond woonbeleid dient uiterlijk 30 september 2025 ingediend te worden.

        De Vlaamse overheid voorziet voor de periode 2026-2031 subsidies voor intergemeentelijke samenwerkingsprojecten (IGS) binnen het lokaal woonbeleid. Deze subsidies zijn bedoeld om gemeenten te ondersteunen in hun regisseursrol en om hen aan te moedigen om samen te werken rond wonen. Door de krachten te bundelen kunnen gemeenten efficiënter inspelen op lokale woonnoden en structurele uitdagingen op de woningmarkt aanpakken.

        De focus van het lokaal woonbeleid ligt op drie belangrijke beleidsprioriteiten:

        1. Divers en betaalbaar woonaanbod
        2. Woningkwaliteit
        3. Informeren, adviseren en begeleiden van inwoners met woonvragen

        De basissubsidie wordt berekend op basis van het aantal huishoudens en percentage huurwoningen binnen het project. Daarnaast kan het nog een extra subsidie krijgen voor eigen initiatieven van de geplande acties en de mate waarin deze bijdragen aan de Vlaamse beleidsdoelstellingen. Het BVR bepaalt verder dat minstens 20 % van de projectkosten gefinancierd worden door de deelnemende gemeenten.

        De subsidie voor de basisinitiatieven voor de vier gemeenten bedraagt 68.500 euro en aangevuld met de extra subsidie (30.000 euro) bedraagt de totale subsidie 98.500 euro. Om de projectkost te dekken is een voorlopige begroting opgemaakt met een gemeentelijke bijdrage om de volledige projectkost te dekken. De projectkost omvat onder andere de coördinatie, de inzet van een beleidscel en de aanstelling van een woningcontroleur. De vereniging heeft geen rechtspersoonlijkheid en wordt financieel gedragen door de deelnemende gemeenten en de Vlaamse subsidie.

        De aanvraag moet een duidelijke omschrijving bevatten van het werkingsgebied, de betrokken gemeenten, de geplande acties en hun bijdrage aan de beleidsprioriteiten. Na goedkeuring van de aanvraag start de uitvoering van het project op 1 januari 2026. De betrokken gemeenten engageren zich om de afgesproken acties uit te voeren binnen de vooropgestelde termijn. Jaarlijks wordt een verslag van de stuurgroep ingediend waarin de stand van zaken wordt toegelicht, inclusief behaalde resultaten, knelpunten en eventuele bijsturingen op basis van een zelfevaluatie. De Vlaamse Overheid volgt de uitvoering op via monitoring en kan bijkomende inlichtingen vragen indien nodig.

        De gemeenten Bever, Pajottegem, Pepingen en Lennik gaven een principieel akkoord om deel te nemen aan een woonbeleidsproject van 3Wplus. Deze vier gemeenten worden gekenmerkt door hun uitgesproken landelijke en Vlaamse karakter en kampen met dezelfde woonproblematieken. In 2022 werd het onderzoek “Hoe ouder worden in het dunbevolkte en voorzieningsarme Pajottenland” uitgevoerd. Dit onderzoek gaat dieper in op de problematiek van een ouder wordende bevolking in de Pajotse gemeentes die getypeerd zijn door uitgespreide landschappen met weinig voorzieningen nabij.

        Bij het indienen van het dossier keurt de gemeente automatisch de engagementsverklaring goed voor de uitvoering van de basisinitiatieven. Verder dient een plan van aanpak ingediend te worden voor de eigen initiatieven. Woonwinkel Pajottenland zet in op de uitwerking van een geïntegreerd en proactief woningkwaliteitskader met de invoering van het verplicht conformiteitsattest, dit zal gefaseerd gebeuren volgens het bouwjaar van de woning.

        Financiële impact

        De geraamde kosten voor MJP 2026 - 2031 zijn als bijlage opgenomen en worden ter kennisname voorgelegd. Er wordt gekeken in hoeverre deze kunnen opgenomen worden in de meerjarenplanning van lokaal bestuur Lennik.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1:

        De gemeenteraad keurt de verderzetting, statuten en ledenlijst goed voor de deelname aan de interlokale vereniging “Woonwinkel Pajottenland”.

        Artikel 2:

        De gemeenteraad keurt het bijgevoegd subsidiedossier goed om op te starten 1 januari 2026. Uiterlijk op 30 september dient Woonwinkel Pajottenland de subsidieaanvraag voor de periode 2026 – 2031 in. De gemeenteraadsbeslissingen aangaande de goedkeuring van het subsidiedossier van elke deelnemende gemeente en een ondertekend exemplaar van de statuten worden bijgevoegd bij de subsidieaanvraag.

        Artikel 3:

        De gemeenteraad neemt kennis van de voorlopige begroting in bijlage, de mogelijke subsidies van de Vlaamse Overheid. Er wordt in het kader van de opmaak meerjarenplan 2026-2031 bekeken in hoeverre deze budgetten voorzien kunnen worden.

    • Milieu

      • Milieu - Reglement voor het gebruik en het uitlenen van herbruikbaar eet- en drinkgerei tijdens evenementen - Goedkeuring

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Naar aanleiding van evoluerende milieuwetgeving en de toenemende vraag naar herbruikbaar drink- en eetgerei tijdens evenementen hebben de gemeentelijke diensten onderzoek gedaan naar een efficiëntere manier om herbruikbaar materiaal beschikbaar te stellen.

         

        Het is mogelijk om herbruikbaar drink- en eetgerei uit lenen via een raamovereenkomst met Creat (Farys). De huidige aanbieder in het contract is Let's Repeat. Deze samenwerking tussen de gemeente Lennik en Creat (Farys) werd goedgekeurd door het CBS van 23 juni 2025.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

        Bevoegdheidsgrond:

        • het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikel 56, betreffende de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen;

         Regelgeving:

        • het Bestuursdecreet van 7 december 2018;
        • het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tem 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
        • de Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
        • de Wet van 17 juli 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
        • de Wet van 17 juli 2016 inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 42, §1, 1°a) (de goed te keuren uitgave excl. btw bereikt de drempel van € 144.000,00 niet) en artikel 57, en inzonderheid artikels 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43;
        • het Koninklijk Besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
        • het Koninklijk Besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 90,1°;
        • het besluit van het CBS van 23 juni 2025 betreffende de huur van herbruikbare bekers via Creat (Farys)
        • VLAREMA-wetgeving; artikel 5.3.12.1, artikel 5.3.12.2. en artikel 5.3.12.4.
        Feiten, context en argumentatie

        Zowel het Europees, federaal als het Vlaams beleid is gericht op het verminderen van de consumptie van eenmalige plastic drinkbekers en voedselverpakkingen. Hergebruik van materialen en afvalpreventie worden gestimuleerd. Dit bevordert de overgang naar een meer circulaire economie en vermindert de milieudruk.


        Studies rond eet- en drinkgerei tonen aan dat herbruikbare recipiënten beter zijn voor het milieu als er voldoende hergebruikscycli gerealiseerd worden. Naast een lagere milieu-impact, minder afval en een nettere uitgiftelocatie, zorgen herbruikbare recipiënten ook voor minder zwerfvuil in de omgeving.

         

        De regelgeving wat betreft het aanbieden van recipiënten voor eenmalig gebruik tijdens evenementen is verankerd in het Vlaams Reglement voor duurzaam beheer van Materialenkringlopen en Afvalstoffen (VLAREMA), met name in artikelen 5.3.12.1. ; 5.3.12.2. en 5.3.12.4. (zie hieronder):

        5.3.12.1.

        Vanaf 15 juni 2023 is het serveren van drank in recipiënten voor eenmalig gebruik bij evenementen verboden, met uitzondering van petflessen en blikjes als de eventorganisator daarvoor in een systeem voorziet dat garandeert dat minstens 95% van die eenmalige recipiënten gescheiden wordt ingezameld voor recyclage.

        Voor evenementen, vermeld in het eerste lid, georganiseerd in 2023 kan de minister uitzonderingen voorzien als de eventorganisator kan aantonen dat ondanks tijdige en behoorlijke inspanningen voor een bepaald evenement er onvoldoende capaciteit aan herbruikbare recipiënten en/of wasfaciliteiten beschikbaar is.

        De uitzondering, vermeld in het eerste lid, vervalt vanaf 1 januari 2030;

        5.3.12.2.

        Vanaf 1 januari 2020 is het voor Vlaamse overheden en lokale besturen in hun eigen werking en door hen georganiseerde evenementen verboden drank te serveren in recipiënten voor eenmalig gebruik. Vanaf 1 januari 2022 is dit verbod ook van toepassing op het aanbieden van bereide voedingsmiddelen in cateringmateriaal voor eenmalig gebruik;

        5.3.12.4. 

        Bij het gebruik van herbruikbare recipiënten en herbruikbaar cateringmateriaal, met uitzondering van recipiënten uit glas en porselein, is het verplicht om in een systeem te voorzien dat garandeert dat minstens 90% van deze recipiënten en dit cateringmateriaal wordt ingezameld voor hergebruik. Bij evenementen is dit de verantwoordelijkheid van de eventorganisator.

         

        Om deze wetgeving te volgen is het noodzakelijk dat er tijdens de evenementen georganiseerd door het lokale bestuur alleen herbruikbaar eet- en drinkgerei wordt aangeboden, en dat minstens 90% hiervan terug wordt ingezameld voor hergebruik. Om dit te realiseren zal er voor evenementen, georganiseerd door het lokale bestuur, gebruik worden gemaakt van de uitleendienst van Let's Repeat, of waar mogelijk van het eigen herbruikbare eet- en drinkgerei van de gemeente. Deze samenwerking tussen de gemeente Lennik en Creat (Farys) werd goedgekeurd door het CBS van 23 juni 2025.


        Via het raamcontract bij Creat (Farys) biedt Let's Repeat het herbruikbaar cateringmateriaal aan tegen voordelige tarieven en staan zij ook in voor de afwasservice, het waarborgsysteem en de logistieke ondersteuning. 


        Daarnaast staat het uitleenaanbod van Let's Repeat ook open voor andere evenementen in Lennik, welke niet door de lokale overheid worden georganiseerd (bijvoorbeeld de Jaarmarkt). Hoewel er voor deze evenementen nog geen verbod geldt op alle recipiënten voor eenmalig gebruik (petflessen en blikjes zijn toegestaan mits de eventorganisator in een systeem voorziet dat garandeert dat minstens 95% gescheiden wordt ingezameld voor recyclage), wil de gemeente het gebruik van herbruikbaar eet- en drinkgerei mee stimuleren. In het kader hiervan kan er doorverwezen worden naar het aanbod van Let's Repeat, al staat het organisatoren ook vrij voor een ander systeem te kiezen. 

         

        Financiële impact

        De nodige kredieten voor eventuele uitleenkosten per evenement worden jaarlijks voorzien op het budget van de organiserende dienst.

         

        In de kosten voor het uitlenen van herbruikbaar materiaal door organisatoren andere dan het lokaal bestuur, wordt geen tussenkomst of vergoeding voorzien.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef
        Onthouders: Erik O
        Resultaat: Met 19 stemmen voor, 1 onthouding
        Besluit

        Artikel 1:

        De gemeenteraad keurt het reglement voor het aanbieden van uitsluitend herbruikbaar eet- en drinkgerei tijdens evenementen georganiseerd door het lokaal bestuur, goed. Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van eigen herbruikbaar materiaal, of van de uitleendienst via de samenwerkingsovereenkomst met Creat (Farys).


        Artikel 2:

        De gemeenteraad gaat ermee akkoord om het aanbod uit de raamovereenkomst met Creat (Farys) ook open te stellen voor Lennikse verenigingen, handelaren en andere Lennikse organisatoren. Organisatoren van evenementen in Lennik worden over het aanbod geïnformeerd en kunnen naar Let's Repeat doorverwezen worden. Dit gebeurt steeds met de vermelding dat het vrij staat een andere keuze te maken, zolang de milieuwetgeving gerespecteerd wordt.

    • Mobiliteit

      • Mobiliteit - Aanvullend reglement voor het parkeren voorbehouden voor elektrische wagen op de publieke locaties - goedkeuring

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Voor het plaatsen van de verkeersborden op de verschillende publieke locaties waar laadpalen voor het laden van elektrische wagens werden aangebracht, dient een aanvullend reglement te worden opgemaakt.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
        Bevoegdheidsgrond:

        • het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, artikels 42-43.

        Regelgeving:

        • de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van16 maart 1968;
        • het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
        • het ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
        • het decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
        • het uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
        • de omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;
        • de nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988;
        • het collegebesluit van 3 juli 2023 betreffende de goedkeuring van de lijst met publieke locaties voor het plaatsen van publieke laadpalen op het grondgebied van de gemeente Lennik.
        Feiten, context en argumentatie

        Uitbreiding van het aantal openbare laadpalen voor elektrische voertuigen op het grondgebied. De plaatsing en exploitatie van de laadpalen wordt gerealiseerd in samenwerking met de reeds gecontracteerde exploitant TotalEnergies.

        De locaties zijn gebaseerd op laadbehoefte, groeiverwachting en input van inwoners.

        In de collegezitting van 21 oktober 2024 werden volgende locaties goedgekeurd: 

        • ter hoogte van Schapenstraat 38 te Sint-Martens-Lennik (nieuwe parking), 1 extra laadpaal;
        • ter hoogte van Alfred Algoetstraat 77 te Sint-Kwintens-Lennik (parking sporthal), 1 extra laadpaal;
        • ter hoogte van Alfred Algoetstraat 31 te Sint-Kwintens-Lennik (parking schepenbank), 2 laadpalen.

        In de collegezitting van 14 juli 2025 werd volgende locatie goedgekeurd: 

        • ter hoogte van Assesteenweg, hoppinpunt te Eizeringen (Park&Ride), 3 laadpalen.

        Om de duidelijkheid en rechtsgeldigheid van het gebruik van de laadplekken te garanderen, wordt een aanvullend reglement opgemaakt voor de verkeerssignalisatie.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1:

        Algemeen geldt:

        • het parkeren is toegelaten;
        • het parkeren is toegelaten voor volgende categorie van voertuigen: elektrische voertuigen (elektrische motorfietsen, personenauto's, auto's voor dubbel gebruik en minibussen);
        • de parkeerreglementering geldt telkens voor de parkeerplaats links en rechts van de betreffende laadpaal.


        Artikel 2:

        Het parkeren wordt aangeduid door verkeerstekens:

        • E9a;
        • onderbord 'elektrisch laden';
        • onderbord 'dubbele pijl'.

         

        Artikel 3:

        Op de voorziene parkeerplaatsen mogen enkel voertuigen geparkeerd staan gedurende de tijd nodig om het voertuig op te laden. Het geparkeerde voertuig dient door middel van een laadkabel gekoppeld te zijn aan de laadpaal. Wanneer het voertuig is opgeladen dient het onmiddellijk te worden verplaatst.

         

        Artikel 4:

        De parkeerregel is van toepassing op volgende locaties:

        • ter hoogte van Schapenstraat 38 te Sint-Martens-Lennik (nieuwe parking), 1 extra laadpaal;
        • ter hoogte van Alfred Algoetstraat 77 te Sint-Kwintens-Lennik (parking sporthal), 1 extra laadpaal;
        • ter hoogte van Alfred Algoetstraat 31 te Sint-Kwintens-Lennik (parking schepenbank), 2 laadpalen;
        • ter hoogte van Assesteenweg, hoppinpunt te Eizeringen (Park&Ride), 3 laadpalen.


        Artikel 5:

        Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de technische dienst van de gemeente Lennik voor uitvoering en aan de afdeling Vlaams Huis voor de Verkeersveiligheid via het loket voor lokale besturen.

    • Toerisme

      • Vernieuwing convenant Toerisme Vlaams-Brabant vzw: toeristische werking 2026-2031 - Goedkeuring

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Op 7 juli 2025 ontving lokaal bestuur Lennik van VISIT Vlaams-Brabant (Toerisme Vlaams Brabant vzw) een voorstel tot vernieuwing van de toeristische werking van VISIT Vlaams-Brabant voor de periode 2026-2031.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond is van toepassing:

        Bevoegdheidsgrond
        • het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41-5°

         

         

        Feiten, context en argumentatie

        De huidige, goedgekeurde convenant tussen VISIT Vlaams-Brabant en lokaal bestuur Lennik loopt ten einde op 31 december 2025.

        De nieuwe convenant gaat van start op 1 januari 2026 en zal lopen tot 31 december 2031. Door het convenant af te sluiten blijft lokaal bestuur Lennik ook vanaf 2026 vertegenwoordigd in de algemene vergadering of het bestuursorgaan van Toerisme Vlaams-Brabant vzw.

        Het voorstel tot vernieuwing van de convenant van VISIT Vlaams-Brabant heeft tot doel een toeristische bovenlokale samenwerking mogelijk te maken in Vlaams-Brabant om zo meer bezoekers aan te trekken. Hiertoe zet VISIT Vlaams-Brabant haar expertise en promotiekracht in en biedt ze een hele reeks aan andere voordelen aan (zie onder).

        Financiële impact

        De bijdrage in de nieuwe convenant toerisme bedraagt 0,35 euro per inwoner (zelfde basis als huidige convenant) en wordt gebaseerd op het inwonersaantal van 1 januari 2024. Concreet betekent dit voor Lennik een bijdrage van 3.314,9 euro voor 2026 (9.471 inwoners op 1/1/2024) te indexeren met 2% vanaf 2027.

        De uitgave voor deze convenant wordt opgenomen in het MJBP 2026-2031.

        Onderdeel Extra Input 2026 2027 2028 2029 2030 2031
        Exploitatie Exploitatie - ontvangsten            
        Exploitatie - uitgaven  € 3.314,9    € 3.381,2  € 3.448,8    € 3.517.8    € 3.588,1    € 3.659,9 

        Gunstig visum ADV/2025/033 van Patrick Bombaert van 04/09/2025.

         

        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Enig artikel

        De gemeenteraad keurt onderstaande convenant inzake de toeristische werking Vlaams-Brabant goed:

        1. Kader van de overeenkomst

        § 1. Toerisme Vlaams-Brabant vzw (TVB)

        Dit is het overkoepelend en coördinerend orgaan voor het toerismebeleid op provinciaal niveau. Het beslissingsniveau voor de grote beleidslijnen wordt gevormd door de algemene vergadering en het bestuursorgaan van de vzw. De voorzitter van de vzw is de gedeputeerde voor toerisme. De leden zijn de provincie Vlaams-Brabant, de gemeenten die voorliggende convenant ondertekenen en de toeristische organisaties en actoren. Beleidsvoorbereiding en -uitvoering gebeuren door de provinciale dienst toerisme.

        In Vlaams-Brabant kiezen we voor een duurzame toeristische ontwikkeling, met een toerisme dat garant staat voor een balans tussen de draagkracht van plekken, draagvlak bij inwoners en opportuniteiten voor ondernemers. We willen onze bezoekers een rijkelijke, sensorische en inclusieve landschapsbeleving bieden en zorgen daarbij voor een positieve impact op mens, natuur en economie.

        De ambitie om een duurzaam groeiende toeristische bestemming te zijn, is vertaald in een vernieuwde toekomstvisie en strategie. Met sprekende landschappen als basis willen we toeristen en recreanten een rijkelijke en sensorische landschapsbeleving aanbieden. Daarbij zorgen we voor een optimale ontsluiting via recreatieve routes, een inspirerende beleving van het erfgoed en een smaakvolle kennismaking met traditionele teelten en vakmanschap. 

        Om deze ambitie waar te maken, voert TVB vier kerntaken uit:

        • Bestemmingsontwikkeling: De ontwikkeling, realisatie en onderhoud van de routestructuren voor fietsen en wandelen en de ontwikkeling van thematische producten, routes en beleving in samenwerking met toeristische actoren die aansluiten bij de toekomststrategie van Toerisme Vlaams-Brabant.
        • Bestemmingspromotie: Promotie van de bestemming Vlaams-Brabant aan de hand van het toeristisch aanbod via een gerichte communicatie- en marketingstrategie.
        • Netwerkopbouw: Uitbouw van een sterk toeristisch netwerk van gemeenten, ondernemers en partners. Toerisme Vlaams-Brabant vzw vertegenwoordigt de toeristische sector in overleg met andere sectoren (LIV, Toerisme Vlaanderen, regionale landschappen, strategische projecten, …)
        • Bestemmingsmanagement: Ondersteuning en evaluatie van het toerismebeleid door analyse, monitoring en rapportering. 

        Er is tevens specifiek aandacht voor logies, expats en de integratie van duurzaam en inclusief toerisme binnen de werking en het toeristisch netwerk. 

         

        § 2. Gebieds- en themaoverleg (GO of TO)

        Er kan overlegd worden op gebiedsniveau (GO) en per thema (TO).

        Op het gebiedsoverleg (GO) worden de acties voorbereid voor het komende jaar voor een welbepaald gebied en in functie van het beschikbare budget. Het GO gaat minimaal 2 keer per jaar door (1 maal voorjaar en 1 maal najaar).

        In een thematisch overleg (TO) worden thematisch programma’s operationeel uitgewerkt. Het thematisch overleg bestaat uit een cluster van gemeenten in Vlaams-Brabant die willen werken rond een bepaald specifiek thema. De thematische werkgroep komt bijeen op regelmatige tijdstippen i.f.v. de onderlinge afspraken.

        De leden van de GO’s en TO’s zijn de schepenen en/of de ambtenaren van toerisme van de betrokken gemeenten die deelnemen in de convenant en alle relevante toeristische actoren. Het overleg wordt geïnitieerd door de gebieds- of themaverantwoordelijke binnen TVB. 

        De door de GO’s en TO’s voorbereide actieplannen, incl. de financiële implicaties,  worden ter beslissing voorgelegd op de algemene vergadering (AV) van TVB waar de schepenen van toerisme van de geconvenanteerde gemeenten deel van uitmaken.  

         

        2. Financiering

        De bijdrage van de gemeenten in de convenant toerisme wordt gebaseerd op het inwonersaantal van 1 januari 2024, en dit voor de periode 2026 tot 2031. Elke gemeente en stad draagt 0,35 € per inwoner bij. Dit bedrag zal elk jaar met 2% geïndexeerd worden en dient om de gebieds- en thematische werking te financieren. Dit budget wordt beheerd op een aparte budgetpost in de boekhouding van TVB.

         

        3. Doel

        De convenant heeft tot doel een toeristische samenwerking in Vlaams-Brabant mogelijk te maken en vormt de schakel tussen het provinciale niveau, waarop TVB actief is, en het lokale gemeentelijke of stedelijk niveau. Het finaal doel van deze gebieds- en thematische werking is bovenlokale samenwerking stimuleren over de gemeente- of stadsgrenzen heen en meer bezoekers naar Vlaams-Brabant aantrekken. De acties van deze gebieds- en thematische werking passen binnen de nieuwe visie van Toerisme Vlaams-Brabant 2025-2031.

         

        4. Voorwerp

        De besteding van het budget voortvloeiend uit de bijdrages van de geconvenanteerde gemeenten en steden wordt voorbereid door de GO’s en TO’s maar wordt ter beslissing voorgelegd op de AV van TVB waar de schepenen van toerisme van de geconvenanteerde gemeenten deel van uitmaken. Deze middelen zullen worden ingezet voor volgende werking of ondersteuning:

        Productontwikkeling:

        • Ontwikkeling van suggestieroutes op de door TVB ontwikkelde netwerken passend binnen de bouwstenen van de toekomststrategie.
        • Ontwikkeling van extra beleving op suggestieroutes (wandelen en fietsen) die concrete invulling geven aan de toekomststrategie.
        • Ontwikkelen van bovenlokale thematische producten in co-creatie die passen in de toekomststrategie.

        Vermarkting:

        • Visibiliteit in de Vlaanderenbrede promotie door middel van campagnes binnen de marketingstrategie  van TVB.

        Overleg en netwerk:

        • Deelname in AV van TVB en de mogelijkheid tot kandidaatstelling voor het bestuursorgaan.
        • Deelname aan bovenlokaal overleg (min 2x/jaar).
        • Aanspreekpunt binnen TVB voor de toeristische partners.
        • Toeristische medewerkers en schepenen van geconvenanteerde gemeenten kunnen deelnemen aan de vormingen, teambuilding activiteiten en netwerk events die door TVB worden georganiseerd voor de sector.
        • Toeristische ondernemers in geconvenanteerde gemeenten kunnen gratis deelnemen aan de vormingen en netwerk events die door TVB worden georganiseerd voor de sector. Toeristische ondernemers uit niet-geconvenanteerde gemeenten kunnen deelnemen mits betaling.

        Ondersteuning:

        • TVB voorziet per geconvenanteerde gemeente een aparte webpagina op www.visitvlaamsbrabant.be.
        • Gratis toegang tot het online bestelplatform van TVB voor gratis en betalende publicaties
        • Gratis distributie en verzending van de toeristische publicaties van TVB
        • 30% korting op betalende publicaties als wederverkoper bij een aankoop van minstens 45 euro aan verkoopwaarde.
        • Afname van de print on demand overeenkomst voor fiets-en wandelfiches van TVB.
        • Afname van de raamovereenkomst van cartografie en gebruik van de ondergrond van de kaarten in eigendom van TVB.
        • Licentie voor gebruik van Nodemapp (publiceren van eigen routes op wandelknooppunt.be en fietsknooppunt.be) voor de duur van de raamovereenkomst van TVB.
        • Gratis gebruik van foto’s uit de fotodatabank van TVB voor  voor toeristische promotie (website, advertenties, magazines, ...).
        • Gratis toeristische infofiche per gemeente (jaarlijkse update van de toeristische cijfers via het toerismeplatform.be)
        • Projectadvies bij toeristische projecten en advies wat betreft subsidiemogelijkheden.
        • Gratis uitlenen van point of sales materiaal in de huisstijl van TVB.

        Extra :

        • Mogelijkheid om mee te stappen in toekomstige toeristische hefboomprojecten waar TVB de lead in neemt en die invulling geven aan de toekomststrategie van TVB en waar extra co-financiering gewenst is van de betrokken geconvenanteerde gemeenten en steden (projectfinanciering). De betrokken geconvenanteerde gemeenten en steden worden hiervoor apart gecontacteerd, geïnformeerd en bevraagd.

         

        5. Betaling

        § 1. TVB vraagt jaarlijks een bestelbonnummer op bij de gemeente/stad om op de factuur te vermelden. De factuur wordt via Peppol verzonden aan de gemeente/stad.

        § 2. De gemeente stort haar jaarlijkse bijdrage op een rekening van TVB, en dit uiterlijk voor 1 april van het lopende jaar.

         

        6. Duur van de overeenkomst

        Deze convenant overeenkomst wordt afgesloten voor een periode van 6 jaar: van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.

         

        7. Loyauteit en geheimhouding

        § 1. Partijen dienen zich te onthouden van uitlatingen die het imago van de andere partij kunnen schaden.

        § 2. Partijen verbinden zich tot geheimhouding m.b.t. alle vertrouwelijke informatie die zij naar aanleiding van de uitvoering van deze overeenkomst over elkaar te weten komen.

        § 3. Partijen verklaren zich loyaal te zullen gedragen ten aanzien van elkaar en van hun respectieve medewerkers.

         

        8. Ontbinding

        § 1. Toerisme Vlaams-Brabant behoudt het recht om op eender welk moment de overeenkomst aan te passen of op te zeggen per aangetekend schrijven. Betwistingen met betrekking tot de geldigheid of de uitvoering van deze overeenkomst zullen zoveel mogelijk via overleg in der minne worden geregeld.

        § 2. Partijen verbinden zich ertoe om de rechten en plichten die voor hen voortvloeien uit deze overeenkomst niet over te dragen aan een derde, dan met de uitdrukkelijke toestemming van de andere partij.

    • Ruimtelijke ordening (vergunning en planning) en erfgoedbeleid

      • Omgeving - Intrekken gemeenteraadsbeslissing van 23 april 2025 houdende de beslissing zaak van de wegen - Afschaffing voetweg nr. 115 in een omgevingsaanvraag 2024/O151-b - Rosweg 61 - Beslissing

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Het college van burgemeester en schepenen ontving op 18 december 2024 een aanvraag voor een omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen met referentie OMV_2024153466. De aanvraag handelt over de verbouwing eengezinswoning waarbij voetweg nr.115 afgeschaft zal worden wegens verjaring, dit op een perceel gelegen Rosweg 61 en kadastraal gekend als 2de afdeling, sectie C, nr. 335D.

          

        De gemeenteraad moet definitief beslissen over het goedkeuren van het de afschaffing van de voetweg nr. 115 wegens verjaring en het daarbij horende rooilijnplan (55837_Rosweg.pdf).

        Regelgeving

        De volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

        Bevoegdheid

        • het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.

         

        Regelgeving:

        • De wet van 10 april 1841 op de buurtwegen
        • Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen (BS 12 augustus 2019).
        • Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO).
        • Decreet van 25 april 2014 betreffende de Omgevingsvergunning en uitvoeringsbesluit van het omgevingsvergunningsdecreet.
        Feiten, context en argumentatie

        Door het nieuwe decreet op de gemeentewegen is het statuut van de buurtwegen veranderd. Deze voormalige buurtwegen zijn sinds 1 september 2019 gemeentewegen, waarbij alle bevoegdheden omtrent de gemeentewegen naar de gemeenteraad werden overgedragen.

        De gemeenteweg, voormalige gedeelte voetweg nr 115, is gelegen tussen Rosweg en de Molenbeek. Dit gedeelte van de voetweg is in ongebruik geraakt. Er werd een grafisch plan 55837_Rosweg.pdf opgemaakt voor de afschaffing van deze gemeenteweg. De motiverende nota en de akte van bekendheid (opgemaakt door notaris Ann De Paepe, d.d. 26.03.2025) motiveert de redenen van afschaffing van dit gedeelte.

        De gemeenteraad keurde op 23 april 2025 de voorlopige afschaffing van de voetweg nr. 115 goed. Naar aanleiding hiervan ging de aanvrager de akte van bekendheid laten bekrachtigen via een rechtelijke uitspraak, zoals opgenomen in het gemeentewegendecreet artikel 14 §2.

        Er werd geen bekrachtiging via een rechtelijke uitspraak aangeleverd door de aanvrager noch toegevoegd aan het lopende omgevingsdossier. De gemeenteraad zal om deze reden de voorgaande voorlopige vaststelling intrekken. 

         

         

        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Enig artikel:

        De gemeenteraad trekt de gemeenteraadsbeslissing van 23 april 2025 houdende het afschaffen van voetweg nr. 115 binnen de omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2024153466 aangaande de aanvraag van het verbouwen van een eengezinswoning, op een perceel gelegen Rosweg 61 - kadastraal gekend als 2de afdeling, sectie C, nr. 335D, in.

         

    • Vrije Tijd

      • Vrije tijd - Samenwerkingsovereenkomst Kasteel van Gaasbeek 2025-2027 - goedkeuring

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Het Kasteel van Gaasbeek en lokaal bestuur Lennik wensen hun samenwerking te vernieuwen. Beide partners bekijken hoe ze elkaar kunnen versterken door nauw samen te werken en dit te bekrachtigen in een samenwerkingsovereenkomst.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond is van toepassing:

        Bevoegdheidsgrond
        • het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 41-5°

        Feiten, context en argumentatie

        In het kader van de missie van het Kasteel van Gaasbeek en van het beleid van de gemeente Lennik streven beide partijen naar een wederzijdse meerwaarde die de Lennikenaar in vele opzichten ten goede komt. Na intens overleg en nauwe samenwerking beslissen beide partners om dit partnerschap te vernieuwen en verder te versterken.

        Het Kasteel van Gaasbeek wil zich profileren als een gastvrij en open huis voor alle Lennikenaren. De gemeente Lennik is trots op de aanwezigheid van dit unieke stuk patrimonium op haar grondgebied en wil deze fierheid ook bekrachtigen met een jaarlijkse financiële ondersteuning in lijn met het meerjarenbeleidsplan 2020-2025 en met oog op het meerjarenbeleidsplan 2026-2031. 

        De duur van deze samenwerkingsovereenkomst loopt van 17 september 2025 tot en met 31 december 2027.  

        Financiële impact

        In 2025 is er een budget van € 7500 opgenomen onder actie 2024/A-5.2.1/0709-00/64999999/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (We zetten waar nodig bovenlokale samenwerking in om ons beleid te realiseren - Andere toegestane werkingssubsidies: Kasteel van Gaasbeek) voor de periode van 17 september tot en met 31 december 2025. De toelage voor 2026 en 2027 wordt opgenomen in het MJBP 2026-2031 en bedraagt jaarlijks € 7.500 (voor de periode van 1 januari tot en met  31 december).

        Onderdeel

        Extra Input

        2023

        2024

        2025

        2026

        2027

        2028

        Exploitatie

        Exploitatie - ontvangsten

         

         

         

         

         

         

        Exploitatie - uitgaven

          

         

        € 7500 

        € 7500 

         € 7500

         


        Gunstig visum ADV/2025/039 van Patrick Bombaert van 27 augustus 2025.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Enig Artikel:

        Het college van burgemeester en schepenen verleent haar goedkeuring aan onderstaande overeenkomst:

        Inleiding

        Het kasteel en Lennik wensen een nieuwe samenwerkingsovereenkomst aan te gaan.
        De voorgaande samenwerkingsovereenkomst liep van 15 april 2024 tot en met 31 december 2024.
        Het kasteel en Lennik willen elkaar versterken en deze samenwerking vernieuwen.


        Artikel 1 – Partnerschap

        Lennik en het kasteel gaan een partnerschap aan met ingang op 17 september 2025 en lopend tot en met 31 december 2027. In het kader van de missie van het kasteel en van het beleid van Lennik streven beide partijen naar een wederzijdse meerwaarde die de Lennikse gemeenschap in vele opzichten ten goede komt. Het kasteel wil zich profileren als een gastvrij en open huis voor alle Lennikenaren. Lennik is trots op de aanwezigheid van dit unieke stuk patrimonium op haar grondgebied en
        wil deze fierheid ook bekrachtigen met een jaarlijkse financiële en logistieke ondersteuning.


        Artikel 2 – Aandeel van het Kasteel

        Het kasteel verbindt zich ertoe om volgende zaken te realiseren:

        - Gratis toegang tot het Kasteel van Gaasbeek voor alle Lennikenaren mits beschikbaarheid en het voorleggen van een bewijs van woonst. Het aantal (volwassen) inwoners dat het kasteel bezoekt, wordt gemeten. Het gemiddelde toegangstarief bedraagt 10 euro, kinderen onder de 18 jaar hebben gratis toegang. Voor groepsbezoeken is er geen korting toegestaan: 8 euro per persoon + 80 euro per gids. Groepen bestaan uit maximum 15 personen. Lennik voert hierover de communicatie met zijn inwoners. Er worden geen tickets voor de Museumtuin aangeboden. Dit beheer valt onder de bevoegdheid van het Agentschap voor Natuur en Bos.

        - Het kasteel heeft contacten met diverse socio-culturele organisaties op het grondgebied van Lennik en zet verder in op de versterking van dit netwerk. Het kasteel is een open huis en werkt graag samen met Lennikse scholen of andere jeugdverenigingen. Via het scholenoverleg of andere kanalen blijft het kasteel graag op de hoogte van mogelijke samenwerkingen of aanknopingspunten.

        - Het kasteel stelt, mits beschikbaarheid, één zaal met/of zonder Caffè Carletto, kosteloos ter beschikking van Lennik en van de door Lennik erkende socio-culturele verenigingen. Dit aanbod is enkel geldig tijdens de openingsuren van het kasteel. Alle consumpties zijn ten laste van Lennik. Elke aanvraag dient minstens 1 maand vooraf ingediend te worden en wordt afzonderlijk beoordeeld op basis van de beschikbaarheid van de infrastructuur, de bestaande programmatie en de beschikbare personeelscapaciteit.
        De eventcoördinator houdt een overzicht bij dat ook gedeeld wordt met Lennik. Het kasteel behoudt zich het recht om aanvragen te weigeren indien de interne werking of geplande activiteiten hierdoor in het gedrang komen of als deze activiteiten niet passen binnen de missie van het kasteel. Geen enkele politieke activiteit wordt toegestaan.

        - Jaarlijks kan het kasteel de nieuwe inwoners van Lennik verwelkomen tijdens de ‘Dag van de nieuwe inwoner’. Deze dag wordt georganiseerd door Lennik, in nauwe samenwerking met het kasteel. Het kasteel stelt hiervoor vrijblijvend zijn site ter beschikking en verleent ondersteuning in de vorm van logistiek en gastvrij onthaal. Alle consumpties of andere verbruikskosten (los van de huur) zijn ten laste van Lennik.

         - Het kasteel engageert zich om jaarlijks minstens één publiek evenement in samenwerking met Lennik te organiseren, waarbij het culturele en lokale karakter en de publiekswerking van beide partners worden versterkt. Voor het jaar 2025 was dit het evenement Zomerstart op zondag 29 juni. Lennik biedt ondersteuning op vlak van logistiek, communicatie en promotie. Het kasteel treedt op als initiatiefnemer en draagt de eindverantwoordelijkheid over de programmatie en organisatie. Lennik neemt een communicatieve en faciliterende rol op.

        - Tijdens de openingsuren van het Entreegebouw is minimum één medewerker aanwezig. Zij of hij zal niet alleen het kasteel, maar ook de toeristische troeven van de omgeving promoten. Lennik kan hier promotiemateriaal over de gemeente plaatsen. Het Entreegebouw vormt zo een unieke hotspot voor bezoekers uit de buurt en ver daarbuiten.

        - Het kasteel verbindt zich ertoe het logo van het lokaal bestuur Lennik op te nemen in de corporate communicatie die het kasteel voert.


        Artikel 3 – Aandeel van Lennik

        - Lennik voorziet vanop het moment dat deze overeenkomst ingaat een jaarlijkse subsidie van 7.500 euro ter ondersteuning van de werking van het kasteel.

        - Lennik onderzoekt de mogelijkheid om een deelfietsensyteem te voorzien aan het Kasteel van Gaasbeek dat deel uitmaakt van het Hoppin-netwerk binnen de Vervoerregio Vlaamse Rand. Hiertoe kan Lennik een concessie afsluiten met Nextbike voor een termijn van 3 jaar binnen de globale raamovereenkomst afgesloten door Haviland. De opzet is om 2 elektrische deelfietsen en 2 gewone fietsen te plaatsen om het fietstoerisme te stimuleren en de onmiddellijke omgeving te ontsluiten. De kostprijs hiervan      bedraagt 13.626  euro, gespreid over 3 jaar. Jaarlijks volgt een evaluatie en kosten-baten analyse van het gebruik van dit deelfietsensysteem om gepaste maatregelen te kunnen nemen.

        - Lennik verbindt zich ertoe zijn verschillende communicatiekanalen in te zetten om Lennikenaren alsook bezoekers te informeren over het relevante aanbod van het kasteel en hanteert hierbij het logo van het Kasteel van Gaasbeek.

        - Op vlak van logistieke ondersteuning is er een wisselwerking die beide partners versterkt. Lennik stelt, mits beschikbaarheid, volgend gemeentelijk materiaal kosteloos ter beschikking van het kasteel:
        • nadar
        • podiumelement met lage of hoge poten
        • statafel
        • klapstoel
        • tafel met uitklapbare poten voor 6 personen
        • bank voor 3 personen
        • fietsnadars
        Elke aanvraag dient minstens 1 maand vooraf ingediend te worden via zaalverhuur@lennik.be (onthaal) en wordt afzonderlijk beoordeeld op basis van de beschikbaarheid van het materiaal.

        Artikel 4 – Engagementen

        Lennik engageert zich verder om samen met het kasteel de mobiliteit, veiligheid en bereikbaarheid te optimaliseren door te zorgen voor een duidelijke en aangepaste inrichting van de straatomgeving (aan het Entreegebouw). Ook de beleving en promotie/visualisatie van beide partners worden hierbij in het vizier gehouden.

        Beide partners bekijken hoe de organisatie van culturele, toeristische, educatieve en sportieve evenementen tot win-win situaties kan leiden. Hiertoe wordt jaarlijks een addendum opgemaakt met een overzicht van de verschillende activiteiten. 

        Het kasteel en Lennik engageren zich om minstens één keer per jaar een overlegmoment te organiseren om de samenwerking te evalueren. Hiervan wordt een verslag gemaakt met aandachtspunten die mee worden genomen in de verdere samenwerking.

         

    • Integrale veiligheid

      • Integrale veiligheid - Wijziging algemeen politiereglement politiezone Pajottenland – Goedkeuring

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        Op 11 december 2023 werden een aantal wijzigingen aan de gaswet goedgekeurd, die in werking getreden zijn sinds 8 januari 2024. Bovendien is er een uitbreiding van het toepassingsgebied voor beperkte snelheidsovertredingen (GAS 5). Hierdoor is een aanpassing van het algemeen politiereglement PZ Pajottenland nodig.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

        Bevoegdheidsgrond:

        • het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 & 41;
        • artikels 133, 134sexies en 135 van de Nieuwe Gemeentewet;

         Regelgeving:

        • de wet van 16 maart 1968 betreffende politie over het wegverkeer, artikel 29 quater;
        • de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
        • de wet van 19 juli 2013 tot wijziging van de Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade;
        • de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet;
        • het Koninklijk Besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie;
        • het Koninklijk Besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en  onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
        • het Koninklijk Besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve sancties ingevoerd bij artikel 44 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
        • het Koninklijk Besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van het protocolakkoord in uitvoering van artikel 23 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
        • het Koninklijk Besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarde en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de Wet betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties; 
        • het Koninklijk Besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met een automatisch werkende toestellen;
        • de Wet van 11 december 2023 tot wijziging van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, van de Nieuwe Gemeentewet en van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet;
        • het Koninklijk Besluit betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen  betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met een automatisch werkende toestellen;
        • de Ministeriële Omzendbrief van 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties;
        • de omzendbrief nr. 1/2006 van het College van procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep van 2 juli 2014 (erratum op de herziene versie van 30.01.2014);
        • de gemeenteraadsbeslissing van 22 april 2020 betreffende de goedkeuring van het algemeen politiereglement PZ Pajottenland;
        • de gemeenteraadsbeslissing van 21 december 2022 betreffende de goedkeuring van het algemeen politiereglement - aanvulling GAS4/GAS5;
        • de gemeenteraadsbeslissing van 27 september 2023 betreffende de goedkeuring van het algemeen politiereglement - aanvulling GAS4/GAS5 - aanpassingen nav hersteldecreet;
        • het gunstig advies van het politiecollege van de politiezone Pajottenland van 23 mei 2025 met betrekking tot het ontwerp van het algemeen politiereglement en het bemiddelingsreglement;
        Feiten, context en argumentatie

        Een periodieke bijwerking van het algemeen politiereglement is opportuun omwille van de wijzigingen in de hogere wetgevingen, alsmede omwille van de aanpassing aan de maatschappelijke evolutie.

        Naar aanleiding van de wijzigingen aan de GAS-wet wordt er in het algemeen politiereglement een artikel toegevoegd over het sluitingsuur van nachtwinkels en over plaatsverbod. Daarnaast wordt de maximale boete voor meerderjarigen op €500 gebracht, de term ‘lokale bemiddeling’ wordt vervangen door de term ‘GAS-bemiddeling’ en de term ‘intrekking’ van een toestemming of vergunning wordt vervangen door de term ‘opheffing’.

        Het bemiddelingsreglement dat als bijlage deel uitmaakt van het algemeen politiereglement, wordt aangepast op advies van de GAS Bemiddelaar van het arrondissement Halle - Vilvoorde. Het oude bemiddelingsreglement was te uitgebreid en beschreef hoe de vorige GAS-bemiddelaar te werk ging. Het nieuwe reglement bevat de belangrijkste punten uit het KB, maar laat ruimte voor de praktische uitvoering.

        Bovenvermelde wijzigingen werden op 17/02/2025 besproken met de algemeen directeurs van Lennik, Bever, Pepingen en Pajottegem en de korpschef. De aangepaste versie werd door de algemeen directeurs per mail goedgekeurd op 17/04/2025. Op 23/05/2025 werd de aangepaste versie voorgelegd aan het politiecollege.

        Wat GAS4/GAS5 betreft, door de overdracht van de trajectcontrole op de Schapenstraat aan Cipal Schaubroeck dient de gemeente zelf in te staan voor de verwerking van de overtredingen. Aangezien de gemeente zelf niet beschikt over een sanctionerend ambtenaar zal de verwerking worden overgedragen aan Haviland. De gemeente heeft reeds een overeenkomst met Haviland voor de verwerking van GAS 5 dossiers.

        Bovenvermeld traject dient te worden toegevoegd in het algemeen politiereglement GAS4/GAS5.

        Financiële impact

        Geen financiële impact.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1:

        De gemeenteraadsbeslissing van 22 april 2020 met betrekking tot de goedkeuring van het algemeen politiereglement politiezone Pajottenland, wordt ingetrokken.

        Artikel 2:

        De gemeenteraadbeslissing van 27 november 2024 met betrekking tot de goedkeuring van het reglement inzake GAS4/GAS5, wordt ingetrokken.

        Artikel 3:

        De gemeenteraad verklaart zich akkoord met de wijziging aan het GAS5-reglement volgend op de toevoeging van de trajectcontrole op de Schapenstraat.  

        Artikel 4:

        De gemeenteraad keurt het onderhavig algemeen politiereglement politiezone Pajottenland goed, alsook het bemiddelingsreglement en het reglement GAS4/GAS5 dat er als bijlage integraal deel van uitmaken.

        Artikel 5:

        Een afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de korpschef van de politiezone, de sanctionerend ambtenaar, de griffie van de bevoegde politierechtbank en de procureur des Konings. 

        Artikel 6:

        Het gewijzigde algemeen politiereglement en de bijhorende bijlagen treden in werking op 01/10/2025.

         

        ALGEMEEN POLITIEREGLEMENT PZ PAJOTTENLAND (Bever, Pajottegem, Lennik, Pepingen) 

        TITEL I – ALGEMENE BEPALINGEN

        Art. 1. Dit politiereglement behandelt materies die verband houden met de opdrachten van de gemeente, zoals bepaald in de gemeentewet en het gemeentedecreet. Ze heeft als doel de inwoners te laten genieten van de voordelen van een goede politie, en meer bepaald wat betreft het toezien op de netheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust en het beperken van overlast tot een aanvaardbaar peil

        Art. 2. Geschrapt.

        Art. 3. Om de uniformiteit van de inhoud zoveel als mogelijk te bewaren, wordt voorafgaand aan mogelijke wijzigingen van onderhavig politiereglement het advies van het politiecollege ingewonnen.

        Art. 4. Dit reglement is van toepassing op het grondgebied van de gemeente Lennik en op elke persoon die zich op het grondgebied bevindt, ongeacht zijn woonplaats of nationaliteit.

        Art. 5. Dit reglement geldt met behoud van de toepassing van andere wetgeving.

        Iedereen moet de bevelen van de burgemeester, krachtens de artikels 64-68 van het gemeentedecreet en krachtens de artikels 133 tot en met 135 van de nieuwe Gemeentewet, naleven.

        Art. 6. § 1 Voor de toepassing van onderhavig reglement, verstaat men onder «openbare plaats» :

        -  de openbare weg, te weten de wegen en doorgangen die in hoofdorde bestemd zijn voor alle verkeer van personen en voertuigen, met inbegrip van de bermen, voetpaden en de ruimten aangelegd als aanhorigheden van de verkeerswegen en voornamelijk bestemd voor het parkeren van voertuigen. De berm is de ruimte of het gedeelte van de weg dat niet in de rijweg begrepen is;

        -  de parken, openbare tuinen, pleinen en speelterreinen en alle stukken van de openbare plaats, buiten de openbare weg, die open staan voor het verkeer van personen en in hoofdorde bestemd zijn voor wandelen en ontspanning.

        § 2 Onder een “besloten plaats” verstaat men een plaats die door een omsluiting is afgebakend al dan niet publiek toegankelijk.

        § 3 Onder een «voor het publiek toegankelijke plaats» verstaat men in onderhavig reglement elke plaats waar andere personen dan de beheerder en de personen die er werkzaam zijn toegang hebben ofwel omdat ze geacht worden gewoonlijk toegang te hebben tot die plaats, ofwel omdat ze er toegelaten zijn zonder individueel te zijn uitgenodigd.

        § 4 Met «groene ruimten» wordt bedoeld: openbare plantsoenen, parken, tuinen en alle stukken van de openbare plaats buiten de rijbaan, die openstaan voor het verkeer van personen en in hoofdorde bestemd zijn voor wandelen of ontspanning.

        § 5 De privatieve ingebruikneming van de openbare ruimte is het gebruik van de openbare ruimte, met name de begane grond, het gedeelte erboven of eronder, voor uitsluitend privé doeleinden, waardoor het ingenomen gedeelte van de weg aan zijn openbare en normale bestemming wordt onttrokken.

        § 6 Voor de toepassing van onderhavig reglement verstaat men onder:

        -    Overdag: 07u00-19u00

        -    Avond: 19u00-22u00

        -    Nacht: 22u00-07u00

        § 7 Onder een “nachtwinkel” verstaat men iedere vestigingseenheid waarvan de netto verkoopoppervlakte niet groter dan 150 m2 is, die geen andere activiteiten uitoefent dan de verkoop van algemene voedingswaren en huishoudelijke artikelen en die op duidelijke en permanente manier de vermelding "Nachtwinkel " draagt

        Art. 7. §1. De in onderhavig reglement beoogde vergunningen worden precair en herroepbaar afgegeven, in de vorm van een persoonlijke en onoverdraagbare titel, die de gemeente niet aansprakelijk stelt.

        Ze kunnen op ieder moment opgeheven worden wanneer het algemeen belang het vereist.

        Ze kunnen ook geschorst of opgeheven worden door het college van burgemeester en schepenen wanneer de houder een overtreding begaat tegen onderhavig reglement,

        overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.

        §2. De begunstigden moeten zich strikt houden aan de voorschriften van de vergunningsakte en erover waken dat diens voorwerp geen schade kan berokkenen aan anderen, noch de openbare veiligheid, rust of netheid en gezondheid in het gedrang kan brengen.

        De gemeente is niet aansprakelijk voor de schade die kan voortvloeien uit de - al dan niet foutieve - uitoefening van de bij de vergunning beoogde activiteit.

        Art. 8. Wanneer de openbare veiligheid, netheid, gezondheid of rust in het gedrang komen door situaties waarvan de oorzaak bij privaat domein ligt, kan de burgemeester de nodige besluiten nemen.

        De eigenaars, huurders, bezetters of zij die er op een of andere manier verantwoordelijk voor zijn, moeten zich schikken naar de besluiten van de burgemeester.

        In geval van weigering of vertraging in de uitvoering van de bij voornoemde besluiten voorgeschreven maatregelen, alsook indien het onmogelijk is ze aan de betrokkenen te betekenen, kan de burgemeester er ambtshalve toe doen overgaan, op risico van de in gebreke blijvende partijen die de kosten hoofdelijk moeten dragen.

        Art. 9. De persoon die de voorschriften van de bepalingen van onderhavig reglement niet naleeft, is burgerlijk aansprakelijk voor de schade die daaruit kan voortvloeien.

        De gemeente is niet aansprakelijk voor de schade die zou voortvloeien uit de niet-naleving door een derde van de bij dit reglement voorgeschreven bepalingen.

        Art. 10. § 1. Ieder die zich op de openbare plaats bevindt of in een voor het publiek toegankelijke plaats, moet zich onmiddellijk schikken naar de verzoeken of bevelen van de politie met het oog op:

        1.    de vrijwaring van de openbare veiligheid, rust, netheid of gezondheid;

        2.    de vereenvoudiging van de taken van de hulpdiensten en de bijstand aan personen in gevaar.

        3.    het doen naleven van de wetten, decreten, reglementen en besluiten.

        Deze verplichting is tevens van toepassing op personen die zich in een privaat domein bevinden, wanneer de politie of een gemachtigde ambtenaar er is binnengegaan op verzoek van de bewoners of in geval van brand, overstroming of hulpoproep.

        Art. 11. Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, kan de gemeente zich het recht voorbehouden dat te doen op kosten en op risico van de overtreder.

        Het stelsel van de administratieve sancties doet geen afbreuk aan de toepassing van een herstelbelasting en/of aan het vorderen van de door het gemeentebestuur gemaakte kosten voor rekening van de overtreder.

        Art. 12. Sommige activiteiten maken het voorwerp uit van afzonderlijke gemeentelijke reglementen. Inbreuken op deze reglementen worden bestraft conform het huidig reglement, behoudens andersluidende bepalingen in het betrokken reglement.

        TITEL II - DE OPENBARE NETHEID EN GEZONDHEID

        Hoofdstuk 1. Netheid van de openbare plaats

        Art. 13. Het is verboden ieder voorwerp of de openbare plaats te bevuilen op gelijk welke manier, door eigen toedoen of door toedoen van de personen, dieren of zaken waarop men toezicht of waarover men zeggenschap heeft, zoals:

        1)    Ieder voorwerp van algemeen nut of ieder voorwerp voor de versiering van de openbare plaats;

        2)    Ieder onderdeel van het straatmeubilair;

        3)    galerijen en doorgangen op privaat domein die voor het publiek toegankelijk zijn;

        4)    openbare gebouwen en private domeinen;

        5)    voertuigen van derden.

        De aannemers of personen, gelast met het vervoer van aarde, bouwmaterialen, afbraak- of andere materialen die de openbare weg kunnen bevuilen, moeten hun wagens zodanig afdekken dat niets van de lading op de openbare weg zou kunnen vallen.

        Zij zijn eveneens verplicht de openbare wegen gelegen in de omgeving van de werkplaatsen waar geladen en gelost wordt in staat van volledige reinheid te houden, alsook de aan- en afvoerroute.

        Aan vrachtvervoer dat schade of bevuiling aan de openbare weg veroorzaakt, kan een bepaalde reisweg worden opgelegd door de burgemeester.

        Zij blijven verantwoordelijk voor eventuele schade aan de weg en eveneens voor het reinigen ervan.

        Bij het uitvoeren van landbouw- en tuinbouwwerken dienen zij de vervuiling van de openbare weg tot het strikte minimum te beperken en uitsluitend voor de strikt noodzakelijke tijdspanne en mits het afdoend signaleren van de vervuiling overeenkomstig de bepalingen van de wegcode en met waarschuwingsborden uitsluitend verkrijgbaar bij de gemeente of de politie.

        Diegene die de bepalingen van dit artikel overtreedt moet de zaken onmiddellijk reinigen, zoniet houdt de gemeente zich het recht voor het te doen op kosten en op risico van de overtreder, met toepassing van het geldend gemeentelijk retributiereglement.

         

        Art. 14. De verkopers van voedingsproducten die onmiddellijk en buiten worden verbruikt, dienen het nodige te doen opdat hun klanten de openbare plaats rond hun handel niet vervuilen.

        De verkopers evenals de houders van kramen op foren en markten en verkopen van frieten of andere buiten de inrichting te verbruiken eetwaren, moeten hun voertuigen of hun kramen voorzien van een duidelijk zichtbare en goed bereikbare korf uit onbrandbaar materiaal bestemd voor papier en afval. Ze staan in voor het tijdig ledigen ervan.

        Zij moeten ervoor instaan dat in de onmiddellijke omgeving van hun voertuig, kraam of inrichting, alle papier of om het even welk voorwerp dat door hun klanten op de grond wordt gegooid, wordt weggenomen.

        Zij moeten ervoor zorgen dat hun toestellen geen overdreven reuk noch rook verspreiden die de voorbijgangers of bewoners van de buurt kunnen hinderen.

         

        Art. 15. Het is verboden te urineren of uitwerpselen achter te laten op openbare plaatsen, parken, galerijen en andere voor het publiek toegankelijk plaatsen, elders dan in de daartoe bestemde plaatsen.

        Het is verboden te spuwen op een openbare plaats of een voor het publiek toegankelijke plaats.

        Het is verboden de afval, was- en huiswaters evenals alle andere vloeistoffen uit de bebouwde en (onbebouwde) eigendommen op de openbare plaats te laten afvloeien.

        Diegene die deze bepaling overtreedt moet de door hem bevuilde plaats onmiddellijk reinigen.

         

        Art. 16 §1 De houders van dieren zijn ertoe gehouden te voorkomen dat het openbaar domein, met uitzondering van speciaal daartoe ingerichte plaatsen, bevuild worden door hun dieren.

        §2 Indien de uitwerpselen van de dieren terechtkomen op de in §1 van dit artikel verboden plaatsen of deze plaatsen op een andere manier worden bevuild, zijn de houders van de dieren, ertoe gehouden de uitwerpselen te verwijderen en/of de betreffende plaats te reinigen. Zoniet, zal de gemeente dit doen op kosten van de overtreder.

        §3 Visueel gehandicapten en andere mindervaliden die gebruik maken van een hond als begeleider vallen niet onder de toepassing van de vorige bepalingen.

         

        Hoofdstuk 2. Voetpaden, bermen en onderhoud van eigendommen

        Art. 17. De voetpaden en bermen van al dan niet bewoonde gebouwen en terreinen dienen te worden onderhouden en proper gehouden. Deze verplichtingen berusten:

        1)    voor bewoonde gebouwen: op de bewoners en bij diens tekortkoming op de eigenaar, de mede-eigenaars, vruchtgebruikers of de huurders van het gebouw of de personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van de gebouwen;

        2)    voor gebouwen zonder woonfunctie: op de conciërges, portiers, bewakers of de personen die belast zijn met het dagelijks onderhoud van de gebouwen en bij diens tekortkoming op de eigenaar, de mede-eigenaars, vruchtgebruikers of de huurders van het gebouw;

        3)    voor leegstaande gebouwen of onbebouwde terreinen: op iedere houder van een reëel recht op het goed met name eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularis van een gebruiksrecht, recht van bewoning, erfdienstbaarheid of huurders.

        4)    Voor flatgebouwen: op de personen die speciaal belast zijn met het dagelijks onderhoud ervan of deze aangeduid door een binnenhuisreglement. Bij gebreke hiervan of indien deze persoon in gebreke blijft, rust de verplichting op de bewoners van de gelijkvloerse verdieping en eerst op diegenen die aan de straatkant wonen. Indien er geen bewoners zijn op de gelijkvloerse verdieping valt de verplichting op de bewoners van de eerste verdieping, enzovoort.

        Deze verplichtingen omvatten onder andere: het pesticidevrij onkruid vrijhouden van voetpaden, de verwijdering van aanwezig onkruid en wilde begroeiing, de verwijdering van vervuilende producten of materialen evenals het uitvoeren van alle herstellingen in opdracht van de gemeente en/of de bevoegde wegbeheerder.

        In straten en pleinen waar geen voetpad is aangelegd, dienen de in dit artikel vermelde personen in de aldaar gemelde gevallen de verplichtingen opgenomen in dit artikel uit te voeren over een breedte van minimum 1,5 meter gemeten vanaf de gevel of vanaf de rooilijn.

        Voetpaden en bermen mogen enkel schoongemaakt worden op de meest aangewezen tijdstippen om de veilige en gemakkelijke doorgang en de openbare rust niet in het gedrang te brengen.

        Diegene die de bepalingen van dit artikel overtreedt moet de zaken onmiddellijk verwijderen, zo niet houdt de gemeente zich het recht voor het te doen op kosten en op risico van de overtreder, met toepassing van het geldend gemeentelijk retributiereglement. Dit geldt eveneens wanneer de openbare veiligheid wordt bedreigd.

        Art. 18. De goede staat van onbebouwde terreinen, braakgronden en onbebouwde gedeelten van eigendommen moet op ieder moment verzekerd zijn. Dit houdt in dat erover dient gewaakt te worden dat de begroeiing noch de openbare plaats noch de openbare veiligheid bedreigt.

        Het is verboden vuilnis, puin, autowrakken of welke stoffen dan ook op de voormelde gronden neer te leggen of te bewaren.

        Deze verplichting rust op iedere houder van een reëel recht op bovenvermelde braakgronden, terreinen of eigendommen, met name eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters, opstalhouders, titularis van een gebruiksrecht, recht van bewoning, erfdienstbaarheid of huurders.

        Diegene die de bepalingen van dit artikel overtreedt, moet de zaken onmiddellijk verwijderen, zoniet houdt de gemeente zich het recht voor het te doen op kosten en op risico van de overtreder, met toepassing van het geldend gemeentelijk retributiereglement. Dit geldt eveneens wanneer de openbare veiligheid wordt bedreigd.

        Art. 19. Teneinde een bedreiging van de openbare gezondheid en een eventuele overlast op de openbare plaats of voor derden te voorkomen, moeten eigenaars, huurders of bewoners van bebouwde terreinen deze als een goede familievader onderhouden. Ze dienen op eenvoudige schriftelijke vraag van de politie of de gemachtigde ambtenaar onverwijld de terreinen en gebouwen in een behoorlijke staat van reinheid te brengen.

        Het systematisch stockeren van aanzienlijke hoeveelheden afval, zelfs van eigen activiteiten, zonder vergunning, op privaat terrein is daarom ook verboden.

         

        Hoofdstuk 3. Wateroppervlakten, waterwegen, kanaliseringen

        Art. 20. Het is verboden de leidingen bestemd voor de werking van fonteinen of voor de afvoer van regen- of afvalwater te versperren of er enig voorwerp in te gooien waardoor ze kunnen verstoppen of bevuilen.

        Art. 21. Behoudens vergunning is het verboden om de riolen in de openbare plaats te ontstoppen, schoon te maken, te herstellen of er aansluitingen op aan te brengen.

        Het verbod is niet van toepassing op de vrijmaking van kolken als de minste vertraging de aangrenzende eigendommen schade zou kunnen berokkenen en voor zover er niets wordt gedemonteerd of uitgegraven.

        Daarentegen zijn de eigenaars of gebruikers van een onroerend goed verplicht de voor of op hun gronden gelegen afvoersloten te (doen) ruimen of te (doen) herdelven en in het algemeen de voor de instandhouding ervan benodigde onderhoudswerken uit te (doen) voeren, wanneer dat voor de normale afvoer van het water noodzakelijk is.

        Art. 22. Het is verboden het ijs dat zich gevormd heeft op stilstaand water en waterwegen, riolen en rioolkolken te bevuilen door er gelijk welke voorwerpen of substanties op te werpen of in te gieten.

        Art. 23. Het is verboden te baden in rivieren, kanalen, vijvers, bekkens, fonteinen gelegen in openbare plaatsen of deze te bevuilen of er dieren in te laten baden of te wassen of er eender wat in onder te dompelen.

         

        Hoofdstuk 4. Verwijdering van bepaalde afvalstoffen

        Art. 24 Behoudens schriftelijke toelating van College van Burgemeester en Schepenen, is het voor iedereen verboden om het even welke aangeboden afvalstof mee te nemen. Alleen ophalers, daartoe aangewezen door het College van Burgemeester en Schepenen zijn gerechtigd om afvalstoffen in te zamelen.

        Art. 25 De bepalingen aangaande de verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen maken het voorwerp uit van een afzonderlijk gemeentelijk reglement.

        Art. 26 Het gebruik van containers die door de gemeente of met toelating van de gemeente, op de openbare plaats worden gezet, is strikt voorbehouden aan degene die de container heeft aangevraagd. Het is verboden er andere voorwerpen of afval dan deze waarvoor de container is bestemd in te deponeren.

        De door de gemeente voor groenafval voorbehouden plaatsen moeten volkomen net worden gehouden. Ze zijn voorbehouden voor de inwoners van de gemeente.

        Het gebruik van containers, vuilnisbakken, blikkenvangers, korven voor bladerenopvang, containers (voor kledij en glas, ...) en hiermee identificeerbare zaken die door de gemeente of met diens goedkeuring op het openbaar domein worden geplaatst, is strikt voorbehouden voor de voorwerpen die de gemeente heeft vastgesteld. Het is verboden er andere voorwerpen of afval in te deponeren.

        Onder groenafval verstaat men het afval afkomstig van het onderhoud van tuinen en groene ruimten of composteerbaar of biologisch afbreekbaar huishoudafval, uitgezonderd het recycleerbaar afval waarvoor collectieve ophalingen gebeuren.

        Art. 27 Het is verboden om het even welke vorm van afval op de openbare weg te gooien.

        Afvalzakken mogen niet naast de daartoe voorziene container worden geplaatst.

        Een zak met huishoudelijk afval of de inhoud ervan mag niet in een publieke vuilnisbak of blikkenvanger worden gedeponeerd.

        Art. 28. De fysieke personen of rechtspersonen die een overeenkomst hebben afgesloten met een maatschappij voor de verwijdering van hun afval uitgezonderd huishoudafval, moeten in die overeenkomst de dag en het tijdstip van de ophaling preciseren. Ze dienen er tevens over te waken dat de zakken of recipiënten met dit afval geen bron van hinder of vervuiling kunnen vormen en dat ze geen dieren kunnen aantrekken.

        Wanneer de in het eerste lid beoogde ophaling 's morgens plaatsvindt, dienen de zakken te worden klaargezet op de vooravond van de ophaling na 19 uur of de dag zelf, vóór de komst van de vrachtwagen.

        Het gemeentebestuur kan de in het tweede lid voorziene tijdstippen voor de plaatsing van de zakken of recipiënten met afval laten wijzigen, indien de openbare veiligheid, rust, volksgezondheid of netheid dit noodzaken.

        Lege of niet meegenomen recipiënten dienen dezelfde dag nog terug binnen genomen te worden door de aanbieder. Het is niet toegestaan recipiënten ononderbroken op het openbare domein te laten staan.

         

        Hoofdstuk 5. Onderhoud en schoonmaak van voertuigen

        Art. 29. Het is verboden op een openbare plaats het onderhoud, de smering, olieverversing of herstelling van voertuigen of stukken van deze voertuigen te doen, met uitzondering van het depanneren vlak na het zich voordoen van het defect voor zover het gaat om zeer beperkte interventies teneinde het voertuig in staat te stellen zijn weg voort te zetten of weggesleept te worden. Eventuele bevuiling van de openbare ruimte dient te worden gereinigd.

        Het wassen van voertuigen, met uitzondering van voertuigen voor het al dan niet bezoldigd goederenvervoer of gezamenlijk vervoer van personen, is toegelaten op de openbare plaats op tijdstippen van de dag die het best verenigbaar zijn met de veilige en gemakkelijke doorgang en de openbare rust. Het mag in geen geval tussen 22 uur en 7 uur gebeuren. Mits toelating van het College van Burgemeester en Schepenen kan dit ook voor carwash-acties van verenigingen.

        Het wassen en schoonmaken mag enkel plaatshebben voor het gebouw waar de eigenaar van het voertuig woont of voor diens garage.

        De producten en het gereedschap voor het herstellen of het wassen van het voertuig moeten zorgvuldig verzameld worden zodat de doorgang van de voetgangers en de weggebruikers niet wordt gehinderd.

         

        Hoofdstuk 6. Vuur-, rook- en geurhinder

        Art. 30. Het is verboden rook, roet, stof of geuren voort te brengen die de buren kunnen hinderen of de lucht kunnen verontreinigen.

        Art. 31. Het is verboden vuur te maken op de openbare plaatsen, in weiden en in bossen. Het is verboden de buurt te storen met rook, geuren of uitwasemingen van welke bron dan ook, alsook met stof of projectielen van allerlei aard.
        Met behoud van de toepassing van het Veldwetboek, het Bosdecreet van 13 juni 1990 en het decreet Natuurbehoud van 21 oktober 1997, is de verbranding in open lucht van welke stoffen ook verboden, behalve als het gaat om:
        1°    het maken van vuur in open lucht in bos- en natuurgebieden, als beheermaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven of als die activiteit als beheermaatregel is opgenomen in een goedgekeurd beheerplan of vergund door het Agentschap voor Natuur en Bos zoals voorzien in het Bosdecreet en het decreet Natuurbehoud;
        2°    de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;
        3°    de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van het onderhoud van landschapselementen, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is;
        4°    de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen als dat vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is;
        5°    het verbranden van droog onbehandeld hout bij het maken van een kampvuur;
        6°    het verbranden van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof in een sfeerverwarmer;
        7°    het verbranden van dierlijk afval, in overeenstemming met de bepalingen, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten. Die activiteit mag pas plaatsvinden met schriftelijke toestemming van de toezichthouder;
        8°    het verbranden van droog brandbaar materiaal, met uitzondering van afvalstoffen, droog onbehandeld hout en onversierde kerstbomen in het kader van folkloristische evenementen. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven en de activiteit op een afstand van meer dan 100 meter van bewoning plaatsvindt;
        9°    de verbranding in open lucht, met uitzondering van afvalstoffen, in het kader van blusoefeningen, uitgevoerd door de brandweer van een gemeente, regio of bedrijf of door de civiele bescherming.

        In ieder geval, zal de vernietiging door verbranding in open lucht vermeld in 1, 2, 3 en 6 supra niet kunnen plaatsvinden op zon- en feestdagen.

        Bij het verlenen van de toestemming kan de burgemeester of zijn afgevaardigde bijkomende voorwaarden opleggen. De burgemeester of zijn afgevaardigde kan bovendien de verleende toestemming op elk moment intrekken wanneer ongunstige meteorologische omstandigheden zich voordoen of bij langdurige droogte.

        Art 32. §1 Het is verboden afvalstoffen te verbranden in (hout)kachels en open haarden.

        §2 Het in §1 vermeld verbod geldt niet voor het verbranden van onbehandeld stukhout in houtkachels voor de verwarming van woonverblijven en werkplaatsen, in sfeerverwarmers en gelijksoortige toestellen met een nominaal thermisch vermogen van maximaal 300 kW.

        §3 Het in §1 vermeld verbod geldt niet voor installaties van meer dan 300 kW waarvoor overeenkomstig de Vlaremreglementering een milieuvergunning is verleend.

        Art. 33. De gebruikers van deze verwarmingsinstallaties moeten verbranden in overeenstemming met een code van goede praktijk om er zo voor te zorgen dat de installatie die ze gebruiken geen geurhinder of hinder van rook en roet veroorzaakt.

        Art. 34. Het verbranden in (hout)kachels en open haarden is verboden bij windstilstand en mist. Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor het verbranden in kachels en open haarden voor verwarming van ruimten die niet over een centrale verwarming of olie- of gasgestookte decentrale verwarming beschikken.

        Art. 35. §1 De gebruikers van verwarmingsinstallaties van het type allesbrander, houtkachel en open haarden moeten ervoor zorgen dat de installatie die ze gebruiken geen luchtverontreiniging veroorzaakt die de gezondheid kan schaden.

        §2 De rookgassen van dergelijke installaties dienen te worden afgevoerd via een schoorsteen met een goede schoorsteentrek en met een voldoende hoogte teneinde een optimale verspreiding van de rookgassen te waarborgen.

        §3 Het verbranden van afvalstoffen, turf, bruinkool en niet-rookloze kolenagglomeraten in allesbranders voor de verwarming van woningen, werkplaatsen en lokalen is verboden.

        §4 Het stoken met allesbranders is enkel toegestaan met gebruik van onbewerkt hout en steenkool.

        Art. 36. Met behoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen is het verboden, zowel op de openbare plaats als op private domeinen, binnenplaatsen en op alle plaatsen die palen aan de openbare weg, om het even welk vuurwerk af te steken of voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen of andere zaken te laten ontploffen en wensballonnen op te laten.

        De burgemeester is ertoe gemachtigd toestemming te verlenen om feestvuurwerk af te steken.

         

        Art. 37. §1 Het is verboden goederen op te slaan, die van aard zijn geurhinder of luchtverontreiniging te veroorzaken.

        §2 Indien men activiteiten uitvoert waarbij rook, stof, geuren, dampen, giftige of bijtende gassen die buren kunnen hinderen of de lucht kunnen verontreinigen ontstaan, is men ertoe gehouden alle mogelijke maatregelen te treffen om de hinder naar de omwonenden te vermijden of zoveel mogelijk te beperken.

        §3 Iedereen is ertoe gehouden zijn aalput, beerput en/of septische put op regelmatige basis te doen ruimen. Men is ertoe gehouden alle mogelijke maatregelen te treffen om bij het ruimen geurhinder te vermijden of zoveel mogelijk te beperken. De ruiming mag niet gebeuren op zon- en wettelijke feestdagen.

        §4 De eigenaars van een mest-, afval-, composthoop, compostvat e.d. zijn ertoe gehouden alle mogelijke maatregelen te nemen om geurhinder te vermijden.
        Art. 38. Schouwen en de luchtafvoeropening van dampkappen moeten zodanig geplaatst worden dat de geurhinder voor buren tot een minimum wordt beperkt.

         

        Hoofdstuk 7. Overnachting en kamperen

        Art. 39. Buiten de als toeristische logies beschouwde locaties, en de terreinen waarop wordt gekampeerd in het kader van een evenement of door georganiseerde kampeerders die onder toezicht van één of meer begeleiders staan, is het verboden behoudens vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen langer dan 24 uur achtereen te verblijven of te slapen in een tent, wagen, een caravan of een daartoe ingericht voertuig, of er te kamperen op het hele grondgebied van de gemeente. Dit geldt eveneens voor het verblijven in een mobiel onderkomen zoals een woon- en aanhangwagen, een caravan of mobilhome.


        Hoofdstuk 8. Aanplakking

        Art. 40. §1 Aanplakbrieven, plakkaten, opschriften, affiches, zelfklevers of spandoeken mogen slechts op de openbare plaats aangebracht worden, op die plaatsen aangeduid door de gemeentelijke overheid.

        §2 De aanplakkers moeten in het bezit zijn van een toelating tot aanplakken, afgeleverd door de burgemeester en dienen deze toelating bij zich te hebben. Zij moet vertoond worden op verzoek van de politie of de gemachtigde ambtenaar. Voor het aanbrengen van een aanplakbiljet of soortgelijk opschrift, moet vooraf een exemplaar voorgelegd worden aan de bevoegde dienst van het gemeentebestuur en moeten de plaatsen waar het aanbrengen ervan beoogd wordt, medegedeeld worden.

        §3 De bepalingen van huidig artikel zijn niet van toepassing op (niet-limitatieve opsomming):

        1)    de aangebrachte mededelingen waaruit blijkt dat een vereiste vergunning werd aangevraagd of afgeleverd;

        2)    de aanplakbiljetten die betrekking hebben op openbare verkopen, de verkoop en het verhuren van gebouwen, de voorstellingen, de concerten, vermakelijkheden en allerhande vergaderingen, voor zover hun oppervlakte geen 2 m² overschrijdt en dat zij geplaatst zijn op het gebouw waar de gebeurtenis plaatsvindt, tijdens de maand die eraan voorafgaat;

        3)    de aanplakbiljetten aangeplakt door de Staat, de gewesten, de gemeenschappen, de provincies, de gemeenten, de autonome provinciebedrijven, de autonome gemeentebedrijven, de polders en wateringen en de openbare instellingen; de plakbrieven van het Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oudstrijders en oorlogsslachtoffers;

        4)    de plakbrieven in kieszaken;

        5)    de plakbrieven van de bedienaars der erediensten erkend door de Staat, betreffende de oefeningen, plechtigheden en diensten van de eredienst;

        6)    aanplakkingen opgelegd door een wettelijke of andere reglementaire bepaling.

        §4 De affiches e.a. die niet conform werden aangebracht, dienen op het eerste politiebevel verwijderd te worden binnen de 24 uur.

        §5 Bij de overtreding van dit artikel is in eerste instantie de aanbrenger van de aanplakbrieven, plakkaten, opschriften, zelfklevers, affiches of spandoeken verantwoordelijk. Indien de aanbrenger niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk voor het niet reglementair aanbrengen van de affiche en dergelijke of het niet reglementair plaatsen van het plakkaat of spandoek.

        § 6 De gemeente zal de in §1 vermelde objecten dewelke onregelmatig werden aangebracht in de openbare ruimte evenals deze die regelmatig werden aangebracht maar niet tijdig verwijderd zijn, doen verwijderen op kosten en risico van de overtreders.


        Art. 41. §1 Het is verboden opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften, plakbriefjes, zelfklevers, richtingaanwijzers, tags en graffiti en andere indicaties aan te brengen of te plaatsen op de openbare plaats op bomen, aanplantingen, plakborden, voor- en zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten en andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden of op andere plaatsen dan die welke door de gemeenteoverheden voor aanplakking zijn bestemd, tenzij hiervoor schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen werd gegeven voor wat betreft het openbaar domein, of van de eigenaar of de gebruiker, voor zover de eigenaar ook zijn akkoord schriftelijk en vooraf heeft gegeven.

        §2 Pijlen en richtingsaanwijzers dienen minimaal een indicatie of verwijzing te vervatten naar de aanbrenger en/of de organisator van het evenement of de gebeurtenis.

        §3 Behoudens voor wat betreft de door het gemeentebestuur ter beschikking gestelde aanplakzuilen moeten de regelmatig aangebrachte aanplakbiljetten door degene die de toelating verkreeg of door degene op wiens last ze werden aangebracht, verwijderd worden binnen de termijn vermeld in de toelating of bij ontstentenis binnen de acht dagen nadat de bestaansredenen van de aanplakbiljetten zijn verdwenen of hun termijnen zijn verstreken.

        §4 Bij de overtreding van dit artikel is in eerste instantie de aanbrenger van de opschriften en dergelijke verantwoordelijk. Indien de aanbrenger niet gekend is, is de verantwoordelijke uitgever aansprakelijk voor het niet reglementair aanbrengen ervan.

        §5 De gemeente zal de in §1 vermelde opschriften, affiches en indicaties dewelke onregelmatig werden aangebracht in de openbare ruimte evenals deze die regelmatig werden aangebracht maar conform §3 supra niet tijdig verwijderd zijn, doen verwijderen op kosten en risico van de overtreders.


        Art. 42. Het is verboden wettig aangebrachte aanplakbiljetten af te trekken, te scheuren of op enigerlei wijze onleesbaar te maken.



        Hoofdstuk 9. Gezondheidspreventieve maatregelen in gemeentelijke of andere culturele en sportcomplexen

        Art. 43 De toegang tot gemeentelijke of andere culturele en sportcomplexen die voor het publiek toegankelijk zijn, is verboden voor personen die de gezondheidspreventieve maatregelen voorzien in het huishoudelijk reglement, niet naleven.

         

        TITEL III - DE OPENBARE VEILIGHEID EN VLOTTE DOORGANG

        Hoofdstuk 1. Manifestaties, samenscholingen, optochten en betogingen in open lucht

        Art. 44. Samenscholingen, optochten, betogingen en alle andere manifestaties met meer dan 50 deelnemers op de openbare weg zijn enkel toegelaten mits voorafgaande schriftelijke kennisgeving aan de burgemeester.

        Onder manifestatie verstaat men een georganiseerde samenscholing met als doel een overtuiging of een eis kenbaar te maken.


        Art. 45. Elke kennisgeving van manifestaties, samenscholingen, betogingen, en optochten moet schriftelijk geschieden, ten minste 10 werkdagen vóór de voorziene datum van de betoging, samenscholing of optocht. Deze kennisgeving moet volgende inlichtingen bevatten:

        -    de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en)

        -    het voorwerp van het evenement

        -    de datum en het tijdstip voor de bijeenkomst

        -    de geplande route

        -    de voorziene plaats en tijdstip voor het einde van het evenement en in voorkomend geval de ontbinding van de optocht

        -    of er een meeting wordt gehouden bij de afsluiting van het evenement

        -    de raming van het aantal deelnemers en de beschikbare vervoermiddelen

        -    de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen

        De burgemeester kan bepaalde voorwaarden opleggen of bij gewichtige redenen (zoals gevaar om wanordelijkheden te verwekken, openbare rust te verstoren een gevaar of belemmering van het verkeer inhouden,…) kan hij de samenkomst, optocht, betoging of andere manifestatie verbieden.

        Het dragen of voorhanden hebben van enig voorwerp dat gebruikt kan worden om te slaan, te steken of te verwonden, evenals het dragen van helmen of schilden, is gedurende hogervermelde manifestaties verboden.

        Elke persoon die deelneemt aan een samenscholing op de openbare weg dient zich te schikken naar de bevelen van de politie.

        Het is verboden de openbare weg te versperren of te belemmeren zodat het vrije verkeer van het publiek gehinderd wordt.

        Kwaadwillige samenscholingen kunnen verboden worden door de overheid, wanneer deze gericht zijn op een verstoring van de openbare orde en risico’s voor de gemeenschap in haar geheel kunnen meebrengen.

        Art. 46. Het is verboden op welke manier dan ook deze manifestaties, samenscholingen, optochten of betogingen maar ook vermakelijkheden en bijeenkomsten op de openbare weg of op het openbare domein, toegelaten door de gemeentelijke overheid, te storen.


        Hoofdstuk 2. Openbare bijeenkomsten in besloten plaatsen

        Art. 47. Het is verboden zonder voorafgaandelijke kennisgeving aan de burgemeester openbare bijeenkomsten met meer dan 500 deelnemers in besloten plaatsen in te richten. Voor fuiven dient altijd een kennisgeving te gebeuren ongeacht het aantal verwachte deelnemers.


        Art. 48. Het organiseren van publiek toegankelijke feestelijkheden en evenementen maakt het voorwerp uit van een afzonderlijk gemeentelijk reglement.

        Art. 49. Elke kennisgeving moet schriftelijk geschieden, ten minste 96 uren voor de voorziene start van de openbare bijeenkomst. Deze kennisgeving moet volgende inlichtingen bevatten:

        -    de naam, het adres en het telefoonnummer van de organisator(en);

        -    het voorwerp van de bijeenkomst;

        -    de datum en het tijdstip voor de bijeenkomst;

        -    de voorziene plaats en tijdstip voor het einde van het evenement;

        -    de raming van het aantal deelnemers;

        -    de door de organisatoren voorziene ordemaatregelen.

        Art. 50. Het is verboden tijdens de openbare bijeenkomsten in besloten plaatsen de orde te verstoren of de veiligheid in het gedrang te brengen.

        Het is meer bepaald verboden voor het publiek van zalen voor spektakels, feesten, concerten of sport:

        a)    zich op de scène, piste of terrein te begeven zonder daar vanwege de artiesten, sportlui of organisatoren een uitnodiging of toelating voor te hebben gekregen, alsook zich toegang te verschaffen tot de private delen van het etablissement of degene die voor de artiesten of sportlui voorbehouden zijn;

        b)    voorwerpen op de balkons en leuningen te plaatsen of eraan te bevestigen die door hun val of op enige andere manier het publiek, de acteurs of de sportbeoefenaars kunnen storen.

        c)    de stabiliteit en/of veiligheid van de installaties of plaatsen in gevaar te brengen door hun gedrag.



        Hoofdstuk 3. Hinderlijke of gevaarlijke activiteiten

        Afdeling 1: Algemene voorzorgsmaatregelen

        Art. 51. Het is verboden in openbare plaatsen, in voor het publiek toegankelijke plaatsen en in private domeinen, behoudens vergunning van de bevoegde overheid, over te gaan tot een activiteit die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang in het gedrang kan brengen, zoals:

        1)    gooien, stoten of lanceren van een voorwerp dat iemand kan hinderen of bevuilen of dat andermans eigendom kan beschadigen of vernielen. Deze bepaling is niet van toepassing op de sportdisciplines en spelen die in de daarvoor voorziene installaties worden verricht;
        2)    klimmen op afsluitingen, in bomen, op palen, constructies of allerhande installaties;
        3)    gewelddadige of lawaaierige activiteiten te verrichten;
        4)    allerhande werken verrichten;
        5)    artistieke prestaties leveren;
        6)    parkeren/stilstaan op brandweg of evacuatieweg die zich bevindt op privé-eigendom;
        7)    versperren van nooduitgangen al dan niet door plaatsing van voorwerpen;
        8)    het maken van gevaarlijke lawaaierige ritten met alle terreinvoertuigen, quads en crossmotoren op openbare wegen die duidelijk zichtbaar en uitsluitend voor landbouw en recreatiedoeleinden zijn bestemd. Deze laatste activiteit is ook vergunningsplichtig;
        9)    gebruik maken van vuurwerk en vreugdeschoten.
         
        Art. 52. Voor de toepassing worden in dit artikel de werkzaamheden bedoeld die buiten de openbare weg uitgevoerd worden en die de weg kunnen bevuilen of de veiligheid of de gemakkelijkheid van doorgang kunnen belemmeren.

        De burgemeester kan de nodige veiligheidsmaatregelen voorschrijven.

        Werkzaamheden die stof of afval op de openbare weg of de omringende eigendommen kunnen verspreiden mogen pas aangevat worden nadat er schermen of zeil/banner/spandoek aangebracht zijn.

        De bouwheer is verplicht de burgemeester minstens 24 uur voor het begin van de werkzaamheden op de hoogte te brengen van de aanvang.

        Indien de weg door de werkzaamheden wordt bevuild, moet de uitvoerder van de werken hem onverwijld opnieuw schoonmaken.

        Art. 53. De eigenaar of gebruiker van onbebouwde gronden dienen alle nodige maatregelen te nemen en schikkingen te treffen om te verhinderen dat de openbare weg bevuild wordt of de veiligheid of de gemakkelijkheid van doorgang in gedrang komt, in het bijzonder door gronderosie.

        Indien de weg wordt vervuild, dient de eigenaar of gebruiker deze op eenvoudige vraag van de politie of de gemachtigde ambtenaar onmiddellijk schoon te maken, zoniet zal de gemeente dit doen op kosten en op risico van de overtreder, met toepassing van het geldend gemeentelijk retributiereglement.

        Art. 54. Het is verboden lange of omvangrijke voorwerpen van de binnenkant van een gebouw op de openbare weg te laten uitsteken zonder de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om de veiligheid van de voorbijgangers te waarborgen.

        Dezelfde voorzorgsmaatregelen dienen in acht te worden genomen bij het openen van buitenzonneblinden, beweegbare luiken of zonnegordijnen die op de gelijkvloerse verdieping geplaatst zijn indien het gebouw zich bevindt langs de rooilijn die aan de openbare weg grenst

        Wanneer de buitenzonneblinden of beweegbare luiken open zijn, dienen ze met pallen of haken op hun plaats te worden gehouden.

        De pallen en haken moeten steeds stevig vastgemaakt zijn zodanig dat ze de voorbijgangers niet kunnen verwonden of de veiligheid niet in het gedrang kunnen brengen.


        Art. 55. Onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake stedenbouw is het verboden spandoeken, wimpels, vlaggen of antennes en parabolen op voorgevels van gebouwen of over de openbare weg te hangen zonder toelating van de bevoegde overheid.

        Deze bepaling is niet van toepassing in geval van een vlaggenversiering en spandoeken waarvoor een algemene toelating of een toelating van de gemeente verkregen werd.



        Art. 56. Externe installatie van hertz- of parabolische antennes die radiodiffusie en televisie ontvangen, of gelijk welke andere gelijkwaardige ontvangstinstallatie, moeten schriftelijk aangevraagd worden aan het college van burgemeester en schepenen.

        De voorwaarden waaronder deze antennes mogen worden geplaatst, worden weergegeven in de stedenbouwkundige verordening.

        Indien de eigenaar of gebruiker deze voorwaarden niet volgt of hij heeft geen toelating, wordt hij verplicht de antenne of parabool te verwijderen, onverminderd de mogelijkheid tot het opleggen van een administratieve boete, zoniet houdt het gemeentebestuur zich het recht voor het te doen op kosten en risico van de overtreder.

        Dezelfde regeling geldt voor koel- en luchtbehandelingsinstallaties, voor zover niet vrijgesteld van stedebouwkundige vergunning.

        Art. 57. Voorwerpen die door hun val of door ongezonde uitwasemingen kunnen schaden, mogen niet op de openbare weg geworpen, geplaatst of achtergelaten worden.


        Art. 58. Dode dieren en krengen op het openbaar domein of in de openbare ruimte of zichtbaar vanuit het openbaar domein of van in de openbare ruimte dienen in afwachting van hun ophaling door de bevoegde diensten aan het zicht van voorbijgangers onttrokken te worden door “ze op te ruimen of door” het aanbrengen van afschermmiddelen.


        Art. 59. De eigenaar is verplicht gepaste maatregelen te nemen om de toegang tot de onbewoonde gebouwen te voorkomen.

        Onbevoegde personen mogen niet binnendringen in gebouwen of voorzieningen van openbaar nut die niet voor het publiek toegankelijk zijn.

        De eigenaar is verplicht gepaste maatregelen te nemen om de toegang tot de onbewoonde gebouwen te voorkomen.

        De afsluitingen, schutsels, omheiningen die verankerd zijn in de grond en niet-bebouwde terreinen begrenzen, evenals deze welke bevestigd zijn aan gebouwen, moeten stevig vastgemaakt zijn opdat ze, zelfs door krachtige windstoten, niet kunnen wegwaaien of vallen. De stabiliteit en verankering moeten regelmatig nagekeken worden.

        Art. 60. Enkel de daartoe bevoegde personen mogen kranen van leidingen of kanaliseringen, schakelaars van de openbare verlichting, openbare uurwerken, signalisatieapparaten, alsook uitrustingen voor telecommunicatie die zich bevinden op of onder de openbare weg of in openbare gebouwen bedienen.


        Afdeling 2. Uitvoeren van activiteiten op de openbare plaats

        Art. 61. Het is verboden voor ieder persoon die op de openbare plaats een activiteit uitoefent, ongeacht of hij hiervoor een toelating heeft gekregen:

        1)    de toegang tot openbare of private gebouwen of bouwwerken te belemmeren;

        2)    vergezeld te zijn van een agressief dier;

        3)    zich dreigend op te stellen;

        4)    de doorgang van voorbijgangers te verhinderen.

        In geval van overtreding kan de politie of de gemachtigde ambtenaar de activiteit onmiddellijk doen stopzetten.

        Art. 62. Spelen in de openbare ruimte is toegelaten. Onverminderd de toepassing van de verkeerswetgeving zijn in de openbare ruimte – met uitzondering van de openbare weg – enkel die spelen verboden, die klaarblijkelijk door de aard van het spel of de omstandigheden waarin het spel gespeeld wordt, gevaarlijk zijn voor goederen of de gebruikers van de openbare ruimte.

        In voorgaande zin is het gebruik van voortbewegingstoestellen enkel toegelaten in de openbare ruimte – met uitzondering van de openbare weg – op voorwaarde dat de openbare veiligheid niet in het gedrang wordt gebracht. De burgemeester kan het verbieden in de openbare ruimte – met uitzondering van de openbare weg – op de plaatsen die hij bepaalt.

        Onverminderd de wegcode, is het gebruik van steps, rolschaatsen of skateboards en dergelijke enkel toegelaten op voorwaarde dat de openbare veiligheid niet in het gedrang wordt gebracht. De bevoegde overheid kan het echter verbieden op de plaatsen die zij bepaalt.


        Art. 63. § 1. De toestellen ter beschikking gesteld van het publiek op gemeentelijke speelterreinen of speeltuinen moeten zo gebruikt worden dat de openbare veiligheid en rust niet in het gedrang komen.

        De plaatsen die voor welbepaalde spelen of sporten voorbehouden zijn, mogen niet gebruikt worden voor andere spelen of sporten of voor andere doeleinden.

        Kinderen onder de 7 jaar dienen vergezeld te zijn van een van hun ouders of de persoon aan wiens hoede ze werden toevertrouwd.

        § 2. De gemeente is niet aansprakelijk voor gebeurlijke ongevallen op een gemeentelijk speelterrein dat uitgerust is volgens de normen betreffende de veiligheid zoals bepaald in de reglementering.



        Art. 64. Behoudens toelating van de bevoegde overheid is het verboden op openbare plaatsen:

        1) inzamelingen en inzamelingen door middel van verkoop te houden;
        2) te zorgen voor tentoonstellingen of feestelijke verlichting.

        De toelatingsaanvragen moeten ingediend worden 10 dagen voorafgaand aan de activiteit

        Art. 65. Onverminderd de andere bij onderhavig reglement voorziene bepalingen mag niemand, ook niet tijdelijk, goederen in de openbare plaats uitstallen zonder toelating van de bevoegde overheid.

        In geval van overtreding kan de politie of de gemachtigde ambtenaar overgaan tot een bestuurlijke inbeslagneming van de goederen. Bederfbare goederen zullen vernietigd worden of overhandigd aan het OCMW voor nuttige aanwending.

        Alle kosten verbonden aan deze verzekerde inbewaringneming zijn ten laste van de overtreder.

        Art. 66. Het is verboden zonder toelating van de burgemeester reclame te maken, drukwerken of om het even welke tekeningen uit te delen in openbare plaatsen of er een bedrijf of beroep uit te oefenen. Deze bepaling is niet van toepassing op geschriften, drukwerk in verband met verkiezingen, politiek, filosofie, met religieus karakter. De personen die optreden als omroeper, verkoper of verdeler van kranten, publicaties, tekeningen, gravures, advertenties en reclame en allerhande drukwerken in straten en andere openbare plaatsen, mogen zonder toelating geen materiaal gebruiken voor de uitoefening van die activiteit, behalve voor wat betreft de voor de gemeente voorbehouden standplaats op de openbare markt.

        De verdelers van kranten, documenten, tekeningen, gravures, advertenties en drukwerken zorgen ervoor dat wat er door het publiek op de grond wordt gegooid, opgeraapt wordt.

        Het is verboden voor omroepers, verkopers of verdelers van kranten, documenten, drukwerken of reclame:

        1)    reclame of drukwerk op voertuigen te bevestigen, behoudens toelating van de burgemeester,

        2)    voorbijgangers aan te klampen, te volgen of lastig te vallen.

        3)    stapels kranten, documenten, enz. achter te laten op de openbare plaats of op de drempel van deuren en vensterbanken van gebouwen.

        Het college van burgemeester en schepenen kan de administratieve schorsing of de administratieve opheffing van de toelating uitspreken als diens houder de daaraan verbonden voorwaarden niet naleeft of als hij een bepaling van onderhavig artikel schendt.

        Indien de overtreder van deze bepalingen geen toelating heeft moet hij, de zaken onmiddellijk reinigen of wegnemen, zo niet houdt de gemeente zich het recht voor het te doen op kosten en op risico van de overtreder.

         

        Art. 67. Het organiseren van (sport)wedstrijden en (sport)recreatieactiviteiten op de openbare weg en op het openbaar domein is onderworpen aan de voorafgaande schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen. Indien deze evenementen verkeerstechnische maatregelen noodzaken dient de aanvraag minimum 3 maand vóór aanvang te geschieden. In de andere gevallen is dit minstens 6 weken.


        Art. 68. Het is verboden zonder de voorafgaande en schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen in de openbare ruimte publiciteit of propaganda te voeren door middel van daartoe ingerichte voertuigen of door middel van draagbare borden en doeken.


        Art. 69. Het is verboden in de openbare ruimte publiciteit te maken of op de openbare weg door gelijk welk procédé reclameboodschappen aan te brengen en inzamelingen te houden zonder de voorafgaande en schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen.

        Art. 70. Het is verboden zonder de voorafgaande en schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en schepenen producten, voorwerpen, drukwerken of diensten zonder winstoogmerk te koop aan te bieden.

        Art. 71. Het is verboden kosteloos producten, voorwerpen, drukwerken of geschriften in de openbare ruimte uit te delen zonder de voorafgaande en schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen.
        Naar aanleiding van de uitdeling mogen voorbijgangers of aanwezigen niet worden lastig gevallen, tegengehouden of aangegrepen.

         

        Afdeling 3. Hinderlijk gedrag bij of in gebouwen

        Art. 72. Het is verboden zich op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, waaronder een openbare begraafplaats, openbaar park, ... maar ook in of op een portaal, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel en openbare parking, dan wel deze te verontreinigen dan wel te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.

        Art. 73. Het plaatsverbod opgelegd door de burgemeester op basis van artikel 134 sexies van de Nieuwe Gemeentewet dient gerespecteerd te worden.

         

        Afdeling 4. Bedelverbod

        Art. 74. Het is verboden zowel in de openbare ruimte als in elke voor het publiek toegankelijke plaats:

        -    te bedelen door het op een opdringerige of agressieve wijze aanklampen van voorbijgangers;

        -    door het bedelen de vlotte doorgang van het voetgangers- en andere verkeer te hinderen of belemmeren.

        Bovendien kan overgegaan worden tot inbeslagname van de in overtreding van deze afdeling verzamelde gelden of goederen en kan de verbeurdverklaring ervan worden uitgesproken.


        Hoofdstuk 4. Privatieve ingebruikneming van de openbare ruimte

        Afdeling 1. Inname openbare ruimte - algemeen

        Art. 75. Behoudens vergunning van de bevoegde overheid en onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake stedenbouw is het volgende verboden:

        1.    Iedere privatieve bezetting van de openbare weg op het niveau van de begane grond alsook, erboven of eronder, zoals een vastgehecht, opgehangen, geplaatst of achtergelaten voorwerp; waardoor schade berokkend kan worden aan de veiligheid of het gemak van doorgang.

        2.    De installatie op hoge delen van gebouwen of tegen de gevels van huizen, van voorwerpen die gevaar kunnen veroorzaken door hun val, ook al steken ze niet uit over de openbare weg.

        Zijn vrijgesteld van deze bepaling: de voorwerpen die geplaatst werden op vensterbanken en vastgehouden worden door een stevig bevestigde en niet uitstekende voorziening.

        Onverminderd de bepalingen van het verkeersreglement mag geen enkel voorwerp, zelfs gedeeltelijk, de voorwerpen van openbaar nut waarvan de zichtbaarheid volledig moet verzekerd zijn, verbergen.

        Geen enkel voorwerp mag dus, ook al was dat maar gedeeltelijk, de deuren of ramen van gebouwen langs de openbare weg verbergen.

        De voorwerpen die in strijd met onderhavig artikel zijn geplaatst, vastgehecht of opgehangen, dienen op het eerste politieverzoek of van een gemachtigde ambtenaar verwijderd te worden. Zo niet zal daar ambtshalve toe worden overgegaan op kosten en risico van de overtreder.

        Het college van burgemeester en schepenen kan de administratieve schorsing of de administratieve opheffing van de vergunning uitspreken als diens houder de daaraan verbonden voorwaarden niet naleeft.


        Art. 76. Buiten de volledige afsluiting van de openbare ruimte bij occasionele gebeurtenissen en activiteiten kan de ingebruikneming van de openbare ruimte slechts worden toegestaan in omstandigheden waarin het op grond van verkeers- en algemene veiligheidsoverwegingen toelaatbaar is.

        Art. 77. Een voorafgaande en schriftelijke toelating is niet nodig voor de in de openbare ruimte door toedoen van openbare of ministeriële ambtenaren gehouden openbare verkopen alsmede voor de uitvoering van vonnissen tot uitzetting, voor zover van deze verrichtingen bij voorbaat  bij de politie aangifte wordt gedaan.

        Art. 78. Bij elke ingebruikneming van voetpaden en bermen, moet een vrije doorgang met een minimum vrije hoogte van 2,10 meter worden vrijgelaten van:

        a)    Ten minste 1,5 meter als de weg voor het voetgangersverkeer breder is dan 2 meter;

        b)    Ten minste 1 meter als de weg voor het voetgangersverkeer een breedte heeft tussen 1,50 meter en 2,00 meter, met dien verstande dat slechts 0,5 meter van de breedte van deze wegen mag ingenomen worden door obstakels;

        c)    Ten minste 1,50 meter op alle voetpaden en bermen langsheen wegen beheerd door het Vlaams Gewest;

        d)    Ten hoogste 4 meter uit de rooilijn in straten met een totale gemengde verkeersafwikkeling op een gelijkvloers niveau, dat evenwel nooit meer dan de helft van de ruimte tussen de rooilijnen overschrijden, onder de voorwaarde dat altijd een vrije doorgang van 4 meter behouden blijft aan de voertuigen van de hulpdiensten en dit alleen binnen de periode van de dag dat de straat voor het verkeer verboden wordt. In geval in deze straten een privatieve ingebruikneming van de openbare weg tegenover elkaar wordt voorzien, zal de verplichte doorgang van 4 meter aan de voertuigen van hulpdiensten solidair onder elkaar verdeeld worden. Het eventuele voorziene straatmeubilair doet geen afbreuk aan deze voorwaarden. Onder “vrije doorgang” wordt verstaan, het ononderbroken gedeelte van het voetpad, het gemeenschappelijk gelijkvloerse wegdek of de berm die effectief door de voetgangers kan worden gebruikt. Niettemin kan de ingebruikneming voor het aanleggen van tijdelijke groenvoorzieningen, waardoor de vrije doorgang tot minder dan 1 meter wordt herleid, worden toegestaan indien de weggebruikers hierdoor niet worden gehinderd en de plaatselijke gesteldheid zich daartoe leent.

        Deze regeling geldt eveneens voor (horeca)terrassen, tenzij anders bepaald in een specifiek reglement of in de exploitatievergunning van de inrichting.

        Art. 79. De titularissen van de vergunning zijn ervoor aansprakelijk dat de ingebruikneming van de openbare ruimte niet tot gevolg heeft dat een grotere dan de toegelaten ruimte wordt ingenomen, de bereikbaarheid of het gebruik van erfdienstbaarheden van algemeen nut en van nutsvoorzieningen zoals onder meer hydranten, mangaten en deksels wordt bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt.

        De ingebruikneming mag evenmin tot gevolg hebben dat de evacuatiemogelijkheden van de aan de brandpreventieve voorschriften onderworpen gebouwen en lokalen worden beperkt of uitgesloten.

        Art. 80. Zonder de toelating van de bevoegde overheid mogen op de openbare plaats geen laad- of hijstoestellen, containers of ander bouwwerfmateriaal geplaatst worden.

        Zonder de toelating van de gemeente mogen op de openbare weg geen laad- of hijstoestellen, containers of ander bouwwerfmateriaal geplaatst worden. De doorgang voor voetgangers zal vrij blijven en de materialen dienen reglementair gesignaleerd te worden. Deze bouwmaterialen mogen evenmin opgestapeld worden op braakliggende gronden zonder schriftelijke toelating van de eigenaar van die gronden.

        Onverminderd de voorschriften van het verkeersreglement en van de lokale reglementering op het parkeren van voertuigen zijn mobilhomes, caravans, opleggers van vrachtwagens en dergelijke op de openbare weg verboden behoudens schriftelijke toelating van de burgemeester tenzij op parkeerplaatsen die door de verkeersborden E9c, E9d of E9h aangeduid zijn als bestemd voor deze voertuigen.


        Art. 81. De eigenaars, bewoners, huurders, erfpachthouders, opstalhouders, aangestelden en vruchtgebruikers - de publiek- en privaatrechterlijke personen inbegrepen - van onroerende goederen moeten er voor zorgen dat de planten, struiken, heesters, hagen, bomen en alle andere aanplantingen zodanig gesnoeid worden dat geen enkel deel ervan:
        -    over de rijbaan hangt op minder dan 4,50 meter boven de grond en het uiteinde ervan op minstens 1 meter afstand van de rijweg;
        -    over de gelijkgrondse berm, het fietspad of over het voetpad hangt op minder dan 2,50 meter boven de grond;
        -    het zicht op de reglementair geplaatste verkeerstekens belemmert;
        -    het normaal uitzicht op de openbare weg, in de nabijheid van bochten en kruispunten belemmert; Op een afstand van minder dan 3 meter van een kruispunt is geen dichte beplanting toegestaan;
        -    enige belemmering betekent voor de doeltreffendheid van de openbare verlichting of de leesbaarheid van de straatnaamborden;
        -    de bereikbaarheid van nutsvoorzieningen verhindert.

        Indien bijzondere veiligheidsredenen dat vereisen, kan de politie andere afmetingen opleggen.
         
        Bij niet-naleving van bovenstaande artikelen, wordt de eigenaar of de verantwoordelijke hiervan, per aangetekende brief in kennis gesteld en verzocht de nodige snoeiwerken uit te voeren. Indien binnen de 10 dagen na de schriftelijke ingebrekestelling niet wordt overgegaan tot het snoeien of tot het onderhoud van de beplantingen laat de gemeente van ambtswege de maatregelen uitvoeren die de overtreder verzuimt, zonder verdere verwittiging en op kosten en risico van de overtreder.

         

        Afdeling 2. Wegeniswerken en werken aan nutsvoorzieningen

        Art. 82 Behoudens voorafgaande vergunning van het college van burgemeester en schepenen is het andere dan bevoegde diensten niet toegelaten om welke reden ook:

        - werken uit te voeren aan de openbare weg of zijn aanhorigheden;

        - voet- en fietspaden opnieuw aan te leggen al dan niet na bouw- en sloopwerken;

        - opritten naar autobergplaatsen en dergelijke aan te leggen;

        - aansluitingen aan het rioleringsnet uit te voeren.


        Art. 83. §1 Voor kleine openbare werken (werken met beperkte hinder zoals o.a. werken in de berm; werken op het voetpad/fietspad; invoeren van rijbaanversmalling; mobiele werken) dient de aanvraag minstens 10 dagen vóór de aanvang van de werken te geschieden.

        §2. Voor grote openbare werken (werken met grote hinder nl. invoeren van voorrangsregeling; invoeren van verkeerslichtenregeling; invoeren van wegomlegging; langdurige werken) dient de aanvang minstens 1 maand vóór aanvang van de werken te gebeuren.


        Art. 84. §1 Enkel de maatschappijen verantwoordelijk voor de aanleg en onderhoud van nutsvoorzieningen of diegenen die in hun opdracht werken uitvoeren hebben op de vorige artikelen afwijking mits het volgen van de procedure hierna vermeld.

        §2 Behoudens in geval van dringende herstellingswerken moeten ze minstens 10 werkdagen voor het begin van de werken aan ondergrondse installaties, de technische diensten van de gemeente verzoeken om over te gaan tot de vaststelling van de staat van de openbare weg en zijn aanhorigheden.

        §3 De maatschappijen staan, onmiddellijk na de voltooiing van de werken, zelf in voor de definitieve herstelling van het openbaar domein, in de toestand waarin het zich voor de aanvang van de werken bevond.

        §4 Definitieve goedkeuring van deze herstellingswerken moet schriftelijk bevestigd worden door de technische diensten van de gemeente.

        Art. 85. Bij niet of onvolkomen naleven van de verplichtingen van deze afdeling en de in de vergunning voorgeschreven signaleringen, kan de gemeente de werken zelf uitvoeren, na behoorlijke ingebrekestelling van en op kosten en risico van de betrokkenen.

        Art. 86. De vergunningsplichtige dient de signalisatievoorwaarden opgenomen in de vergunning strikt en integraal na te leven.

        Art. 87. De werken mogen slechts begonnen worden, nadat de voorziene signalisatie werd aangebracht. De verkeerstekens moeten worden weggenomen zodra het werk beëindigd is. Tijdens de werkonderbrekingen moeten de niet noodzakelijke borden afdoende bedekt of weggenomen worden.

        De aannemer dient de buurtbewoners en handelaars, die hinder zouden kunnen ondervinden, minimum 48 uur voor aanvang van de werken schriftelijk te verwittigen van de aard en de duur van deze werken en deze gegevens te vatten in de voorziene gegevensbank zoals vermeld in het decreet van 04/04/2014 houdende uitwisseling van informatie over een inname van het openbaar domein in het Vlaamse Gewest.

        Indien de signalisatie op een andere gemeente geplaatst wordt, moet men zich eveneens wenden tot de burgemeester van die gemeente voor de aanvraag van de signalisatievergunning.

         

        Afdeling 3. Inname van de openbare ruimte bij het uitvoeren van private werken

        Art. 88. Het gebruik van de openbare ruimte voor het uitvoeren van werken op last van particulieren is in beginsel verboden. De bevoegde overheid kan een voorafgaandelijke en schriftelijke toelating verlenen voor het gebruik van de openbare ruimte (bijvoorbeeld in het kader van werfinrichtingen die alleen op de openbare weg kunnen, het plaatsen van containers, het gebruik van parkeerplaatsen door werfvoertuigen ten behoeve van werken, …)

        Art. 89. Het is verboden zonder voorafgaandelijke schriftelijke kennisgeving aan de bevoegde overheid werken uit te voeren in de openbare ruimte.

        Elke kennisgeving moet schriftelijk geschieden, ten minste dertig werkdagen voor de voorziene start van de werken. Deze kennisgeving moet ten minste volgende inlichtingen bevatten:

        -    naam, adres en telefoonnummer van de opdrachtgever en uitvoerder van de werken;

        -    beschrijving van de werken aan de hand van duidelijke situatieschets;

        -    voorziene duur van de werken.

        Deze kennisgeving vervangt geenszins het bekomen van een voorafgaandelijke en schriftelijke toelating voor het gebruik van de openbare ruimte voor het uitvoeren van werken.


        Art. 90. Iedere persoon die werkzaamheden in de openbare ruimte uitvoert of laat uitvoeren is ertoe gehouden die te herstellen in de staat waarin zij zich vóór de uitvoering van de werkzaamheden bevond of in de staat die in de vergunning vermeld is. Zo niet zal daartoe na vruchteloze aanmaning ambtshalve worden overgegaan op kosten en risico van de overtreder op basis van een daartoe toepasselijk retributiereglement.


        Art. 91. Bij niet vergunde inname van de openbare ruimte kan de politie of de bevoegde ambtenaar ambtshalve overgaan tot het laten weghalen van de voorwerpen of installaties op kosten van de overtreder.

         

        Afdeling 4. Verkeers- en signalisatieborden bij inname openbaar domein

        Art. 92. De verkeersborden en signalisatieborden geplaatst bij inname van het openbaar domein mogen geen anderstalige vermeldingen bevatten die strijdig zijn met de toepasselijke taalwetgeving.
        Diegene die deze bepaling overtreedt moet onmiddellijk de signalisatie met anderstalige vermeldingen verwijderen en vervangen door borden die voldoen aan de reglementering inzake taalgebruik.

        Art. 93. Het is tevens verboden om tijdelijke signalisatieborden of nadarhekkens en dergelijke te verplaatsen of om hun doel te wijzigen door deze te verplaatsen, om te draaien of te verstoppen.

         

        Afdeling 5. Commerciële activiteiten in de openbare ruimte

        Art. 94. Behoudens van andere overheden benodigde machtigingen is het verboden zonder vergunning op, aan of boven de weg, in, aan of boven een openbaar water dan wel op, aan of boven een andere - al dan niet met enige beperking - voor publiek toegankelijke plaats goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan het publiek.

        Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden:

        a.    in het belang van de openbare orde;

        b.    in het belang van de brandveiligheid;

        c.    in het belang van de verkeersvrijheid of verkeersveiligheid;

        d.    in het belang van de bescherming van het uiterlijke aanzien van de gemeente;

        e.    in het belang van het voorkomen of het beperken van overlast;

        f.    gelet op de ruimtelijke omstandigheden ter plaatse.

        Art. 95. De voorwerpen die in strijd met deze afdeling zijn geplaatst of uitgestald moeten op eenvoudige vraag van de politie of van een gemachtigde ambtenaar verwijderd worden.

        Art. 96. Groenten, fruit en andere bederfbare voedingswaren moeten uitgestald worden op een verhoging van minstens 70 cm hoogte, waaronder geen voedingswaren opgestapeld mogen liggen.

        Art. 97. Behoudens toelating van het college van burgemeester en schepenen is het verboden terrassen, stoelen, banken, tafels, windschermen, uitstalramen, of reclameborden en dergelijke te plaatsen onder gelijk welke vorm, evenals koopwaren op de openbare plaats uit te stallen.

        Zonder toelating van de bevoegde gemeentelijke overheid mogen op de openbare plaats geen horecaterrassen geplaatst worden. De vergunning bepaalt de voorwaarden waaraan deze terrassen moeten voldoen. De vergunning kan de commerciële activiteiten in de openbare ruimte in de tijd beperken. Bij overlast kunnen de vergunningsvoorwaarden gewijzigd worden of kan de vergunning opgeheven worden éénzijdig en zonder schadevergoeding door deze overheid.

        De voorwerpen die in strijd met dit artikel geplaatst of uitgestald zijn, dienen op eenvoudig verzoek van de politie of van een gemachtigd ambtenaar verwijderd te worden, zoniet kan ambtshalve worden overgegaan tot de bestuurlijke inbeslagname en de vernietiging ervan, op kosten en risico van de overtreder.

        Onverminderd de bepalingen inzake stedenbouw, kan het college van burgemeester en schepenen de administratieve opheffing of de administratieve schorsing bevelen van de toelating die het verleend had aan de uitbater indien deze laatste de voorwaarden niet respecteert die gesteld werden bij de toekenning van de voormelde toelating.


        Hoofdstuk 5. Het gebruik van gevels van gebouwen

        Art. 98. Iedere eigenaar van een gebouw is verplicht het door de gemeente toegekende huisnummer goed zichtbaar aan de straatkant aan te brengen. In flatgebouwen moet elk appartement op de ingangsdeur een nummer dragen dat overeenstemt met het nummer van de brievenbus.

        Het is verboden op welke manier dan ook de toegekende huisnummers en straatnaamborden te verbergen, af te rukken, te beschadigen of te doen verdwijnen.

        In geval van wijziging van nummer dient het oude nummer met een zwarte streep te worden doorstreept en mag het maximaal twee jaar behouden blijven vanaf de betekening terzake door het bestuur.

        Als werken aan het gebouw de verwijdering van het huisnummer vereisen, dient dit nummer ten laatste acht dagen na de beëindiging van de werken te worden herplaatst.

        Art. 99. Eigenaars, vruchtgebruikers, huurders, bewoners of om het even welke verantwoordelijken van een gebouw, dienen, zonder dat dit voor hen enige schadeloosstelling teweegbrengt, op de gevel of topgevel van hun gebouw, ook wanneer dit zich buiten de rooilijn bevindt, en in dit geval eventueel langs de straatkant, het aanbrengen toe te staan van:

        1)    een plaat met de aanduiding van de straatnaam van het gebouw;

        2)    alle verkeerstekens;

        3)    alsook tekens, uitrustingen, houders van leidingen, luidsprekers en de tijdelijke bevestiging van noodzakelijke kabels die van belang zijn voor de openbare veiligheid.

            
            Art. 100. Het is verboden de voormelde nummers, straatnaamborden, verkeerstekens, tekens, uitrustingen en houders van leidingen van algemeen nut te doen verdwijnen, te beschadigen, te bedekken, aan het gezicht te onttrekken of anderszins onleesbaar te maken, de bereikbaarheid ervan te bemoeilijken of onmogelijk te maken.
            
            
        Art. 101. De eigenaars, huurders, bewoners of verantwoordelijken van een gebouw moeten zich ervan verzekeren dat het gebouw, inclusief de installaties en apparaten waarmee het uitgerust is, zich in perfecte staat bevindt van bewaring, onderhoud en werking, teneinde de openbare veiligheid niet in het gedrang te brengen.


        Hoofdstuk 6. Brandpreventie

        Art. 102. Alle handelingen die de toegang tot, de signalisatie of het gebruik van de watervoorraden voor het blussen van branden hinderen, zijn verboden.

        Art. 103. Als een evenement zoals een fuif, een dansfeest of andere bijeenkomst georganiseerd wordt in een voor het publiek toegankelijke plaats waarvan de organisatoren niet kunnen bewijzen dat de plaats beantwoordt aan de veiligheidsvoorschriften, met name in toepassing van de regelgeving inzake brandveiligheid, kan de burgemeester het evenement verbieden en kan de politie in voorkomend geval het etablissement doen evacueren en sluiten.

        Art. 104. Onverminderd de wettelijke bepalingen die van kracht zijn, is het verboden op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn, gelijk welke voorwerpen te plaatsen, te bevestigen of op te hangen die de doorgang in de trappen, uitgangen of nooduitgangen alsook in de gangen die erheen leiden, hinderen of die op gelijk welke wijze hun breedte of hoogte beperken.

        Art. 105. De brandveiligheid in horecazaken maakt het onderwerp uit van een afzonderlijke reglementering.


        Hoofdstuk 7. Bijzondere bepalingen die in acht dienen te worden genomen bij sneeuw of vrieskou, ijs, ijzel

        Art. 106. De met sneeuw, ijs of ijzel bedekte voetpaden moeten vrijgemaakt of slipvrij gemaakt worden over twee derde van hun breedte, met een minimum van 1 m.

        Deze verplichting berust op de (mede-)eigenaars, huurders of vruchtgebruikers.

        De sneeuw moet aan de rand van het voetpad opgehoopt worden en mag niet op de rijweg gegooid worden. De rioolkolken en straatgoten moeten vrij blijven.

        Art. 107. Het is verboden op de openbare weg:

        1) water te gieten of te laten vloeien bij vriesweer;

        2) glijbanen aan te leggen;

        3) sneeuw of ijs te storten dat afkomstig is van private domeinen.

        Art. 108. Het is verboden zich op het ijs te begeven van kanalen, vijvers, beken, grachten, waterbekkens en waterlopen, zonder toelating van de bevoegde autoriteiten.


        Hoofdstuk 8. Verhuizingen, laden en lossen

        Art. 109. Er mogen geen meubels of andere goederen geladen of gelost worden tijdens de nacht zonder toelating van de bevoegde overheid, met uitzondering van ladingen voor markten en leveringen aan handelaars.

        Bij het vervoeren, hanteren, laden en lossen van voorwerpen of andere goederen op de openbare weg moet er overeenkomstig de wegcode op gelet worden dat de voetgangers niet verplicht worden het voetpad te verlaten, dat ze zich nergens tegen stoten of dat ze zich niet verwonden, dat noch de veiligheid noch de vlotte doorgang, noch de openbare rust in het gedrang komen.

        Art. 110. Het is verboden voor het cliënteel van winkelcentra, winkelkarren op de openbare plaats achter te laten. De uitbaters van winkelcentra zijn verplicht alle nodige maatregelen te nemen die de naleving van deze bepaling vrijwaren; bovendien dienen zij te zorgen voor herkenbare winkelkarren.

         

        TITEL IV – DE OPENBARE RUST EN ORDE

        Hoofdstuk 1. Hinderlijke activiteiten

        Art. 111. Het is verboden tijdens erediensten in de omgeving van plaatsen welke bestemd zijn of gewoonlijk dienen voor de eredienst, gerucht te maken of daden te stellen die storend zouden zijn voor de uitoefening van de religieuze diensten of de bijwoning ervan.

        Art. 112. Het is eveneens verboden het publiek lastig te vallen, te kwellen of uit te schelden of met geweld of op ongeoorloofde wijze in de winkels of huizen te dringen.

        Art. 113. Het college van burgemeester en schepenen kan iedere handeling of manifestatie verbieden die aanzet tot geweld, haat en/of in strijd is met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.

        Art. 114. Het is eveneens verboden op de openbare plaatsen voorwerpen of diensten te koop aan te bieden zonder schriftelijke toestemming van de bevoegde overheid, behoudens de gevallen waarvoor geen toelating vereist is.

        Art. 115. § 1. De bepalingen van onderhavig artikel zijn van toepassing op de etablissementen die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn, ook al is het er slechts onder bepaalde voorwaarden toegelaten.

        § 2. Het is verboden voor uitbaters van voor het publiek toegankelijke etablissementen, café-, cabaret-, restauranthouders en uitbaters van danszalen en in het algemeen degenen die wijn, bier of andere dranken verkopen, hun etablissement te sluiten zolang er zich een of meer klanten bevinden.

        § 3. De politie kan de voor het publiek toegankelijke etablissementen laten ontruimen en sluiten als wanorde of lawaai wordt vastgesteld die de openbare rust of de rust van de omwonenden kan storen.

        Art. 116. Tijdens de openingsuren mag de muziek in openbare drankgelegenheden de geluidnormen niet overschrijden. De burgemeester kan hierop bij algemene of individuele maatregel occasioneel uitzonderingen bepalen.

         

        Hoofdstuk 2. Sluitingsuur van drankgelegenheden en nachtwinkels en het open houden van die gelegenheden na het gewoon sluitingsuur

        Art. 117. De uitbaters van koffiehuizen en van publieke inrichtingen waar gegiste en sterke dranken worden geserveerd en die niet milieu- of omgevingsvergunningsplichtig zijn, moeten hun drankgelegenheid sluiten om 2 uur ’s nachts van maandag tot vrijdag en om 3 uur ’s nachts op zaterdag, zondag en feestdag en de bezoekers buiten te zetten. Voor inrichtingen die wel milieu- of  omgevingsvergunningsplichtig zijn worden de eventuele sluitingsuren opgelegd in deze vergunning.

        Art. 117 bis. In afwijking van artikel 6 c) van de Wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening is de toegang van de consument tot nachtwinkels en de verkoop van producten of diensten aan de consument in nachtwinkels verboden na 01.00 uur.
                
        Art. 118. Het is verboden zich in één der hierboven genoemde inrichtingen te bevinden na het sluitingsuur en in voorkomend geval zullen de verbruikers door de politie verzocht worden het lokaal te verlaten.

        Art. 119. §1 De burgemeester is gemachtigd (occasioneel), evenwel verlenging van het bij artikel 117 vastgestelde sluitingsuur toe te staan, zonder evenwel later te zijn dan 04u00.

        Art. 120. De vermelding van het sluitingsuur zal door de uitbater op duidelijke en zichtbare wijze voor de bezoekers in de inrichting uitgehangen worden.

         

        Hoofdstuk 3. Geluidsoverlast

        Afdeling 1. Algemeen

        Art. 121. In beginsel wordt een geluid als niet-hinderlijk beschouwd wanneer dit het gevolg is van (niet-limitatieve opsomming):
            
            -    werken aan de openbare weg of voor het aanleggen van openbare nutsvoorzieningen, uitgevoerd met toestemming van de daartoe bevoegde overheid of in opdracht van die overheid;
            -    van werken die op werkdagen en zaterdagen aan private eigendommen worden uitgevoerd, waarvoor de bevoegde overheid een vergunning heeft verleend, en van verbeterings-, verbouwings- of onderhoudswerken aan dergelijke eigendommen die zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd, en waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven of niet noodzakelijk lawaai te voorkomen;
            -    van werken of handelingen die dringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, of ter voorkoming van rampen;
            -    van een door het gemeentebestuur vergunde manifestatie of activiteit, voor zover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd.
            -    spelende kinderen
            -    veldwerkzaamheden in het kader van land- en tuinbouwactiviteiten door land- en tuinbouwwerktuigen op het veld of het weghalen en aanleveren van veldproducten, met dien verstande dat bij nachtgerucht, het de normale uitoefening van het beroep betreft, in normale en gewone voorwaarden, dat de activiteiten noodwendig zijn en er redenen zijn waarom die bezigheid niet evengoed overdag kan uitgevoerd worden.
         
        Art. 122. Het is dag en nacht verboden geluid, gerucht of rumoer te veroorzaken zonder reden of zonder noodzaak als dat toe te schrijven is aan een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg en de rust van de inwoners in het gedrang brengt.

        Het bewijs kan met alle mogelijke middelen geleverd worden.

        Het geluid voortgebracht door andere dan in onderstaande afdeling vermelde toestellen om geluid voort te brengen mag niet van aard zijn de rust van de inwoners te verstoren.

        Art. 123. Geschrapt.

        Afdeling 2. Specifieke bronnen van geluidsoverlast

        Art. 124. §1. Het is verboden elektronisch versterkte muziek in voertuigen te produceren die hoorbaar is buiten het voertuig. Een uitzondering wordt gemaakt voor geluid voortgebracht voor het maken van reclame en publiciteit.

        De overtredingen tegen deze bepaling, die aan boord van voertuigen worden begaan, worden verondersteld door de persoon op wiens naam het voertuig staat ingeschreven te zijn begaan, tot bewijs van het tegendeel.

        §2. Het geluid voortgebracht door voertuigen mag niet van aard zijn de rust van de inwoners te verstoren als het voortkomt hetzij uit een ongewone wijze van besturen, hetzij uit het herhaaldelijk gas geven in vrije loopstand, hetzij uit het niet oordeelkundig gebruik van remmen.

        §3. In de open lucht op minder dan 50 meter van woningen is het verboden koelinstallaties of andere installaties op voertuigen draaiende te houden terwijl het voertuig stilstaat.


        Art. 125. §1. Niet-elektronisch versterkte muziek voortgebracht op openbaar of privaat domein mag geen abnormale hinder veroorzaken of van aard zijn de rust van de inwoners te verstoren tenzij het geproduceerd wordt met voorafgaandelijke schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen. In deze toelating kunnen bijzondere voorwaarden worden opgelegd.

        §2. Op kampeerterreinen, terreinen van jeugdcentra, sportterreinen en dergelijke mogen de geluidsinstallaties ’s nachts niet gebruikt worden, tenzij voor dringende mededelingen. Overdag en ‘s avonds mag het geluid voortgebracht door dergelijke geluidsinstallaties geen abnormale hinder veroorzaken.


        Art. 126. §1. Het is verboden geluid voortbrengende middelen te gebruiken voor verkiezingspropaganda, voor het maken van reclame of om de aandacht te trekken op de verkoop van een product of het verlenen van een commerciële dienst, tenzij met voorafgaandelijke schriftelijke toelating van de burgemeester. In deze toelating kunnen bijzondere voorwaarden worden opgelegd. Deze toelating kan slechts overdag en ‘s avonds worden toegekend. Het voortgebrachte geluid mag geen abnormale hinder veroorzaken.
        §2. Zonder de voorafgaande en schriftelijke toelating van de burgemeester is verboden, het geven van stemopvoeringen, instrumentale of muzikale uitvoeringen, evenals in het algemeen het gebruik van geluidsversterkers, luidsprekers, muziekinstrumenten of andere geluidsinstallaties en dit in de openbare plaatsen, alsmede buiten en binnen gebouwen wanneer de uitzending bestemd is om op de openbare weg gehoord te worden.


        Art. 127. §1. Onverminderd de wettelijke voorschriften terzake mag het gebruik van met motoren aangedreven speeltuigen en andere voertuigen om oefeningen, vertoningen, persoonlijke of groepsvermakelijkheden of wedstrijden mee te houden of in te richten op openbaar en op privaat domein geen abnormale hinder veroorzaken tenzij mits voorafgaandelijke schriftelijke toelating van de burgemeester of zijn afgevaardigde.

        §2. Het is verboden op de openbare plaats, uitgezonderd de zones waar het door de burgemeester toegelaten is, bezig te zijn met drones, op afstand bestuurde modelvliegtuigen, -boten of –wagens waarvan het voortgebrachte geluid de openbare rust verstoort.


        Art. 128. §1 Het gebruik van al dan niet automatische vogelschrikkanonnen of gelijksoortige toestellen, met inbegrip van toestellen die, al dan niet elektronisch versterkt het geluid laten horen van krijsende vogels om vogels te verjagen ter bescherming van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt is enkel toegestaan mits voorafgaandelijke schriftelijke toelating van de burgemeester. De aanvraag moet gemotiveerd worden en moet de beoordeling van de mogelijke hinder van de installatie mogelijk maken.

        §2 De toelating kan maximaal voor een duur van 8 weken na mekaar worden toegestaan. Verder gebruik vereist het indienen van een nieuwe aanvraag.

        §3 De toelating kan worden geschorst of opgeheven indien een overtreding van dit artikel of het bestaan van overmatige hinder wordt vastgesteld.

        §4 Het gebruik van boven vernoemde toestellen is verboden  tijdens de nacht.

        §5 Luchtdrukkanonnen mogen enkel opgesteld worden op een afstand van meer dan 300 meter van een woning en/of op een afstand van meer dan 200 meter van een openbare weg, tenzij andersluidende bepalingen in de vergunning.

        §6 Het kanon mag niet meer dan 6 knallen per uur produceren.

        §7 De opening van het kanon moet steeds in de meest gunstige richting geplaatst worden teneinde de hindergevoelige plaatsen of gebieden te beschermen.

        Art. 129. ‘s Nachts is het verboden glas te storten in de glascontainers.

        Art. 130. Het is verboden de geluidssignalen van brandweer, lokale of federale politie en andere hulpdiensten na te bootsen.

        Art. 131. Het kleiduifschieten, evenals het elektronisch kleiduifschieten mag slechts georganiseerd worden mits voorafgaandelijke schriftelijke toelating daartoe van de burgemeester.

        Deze schriftelijke toelating dient zich te bevinden op de plaats van het gebeuren en dient door de organisatoren voorgelegd te worden aan de politie wanneer deze daarom verzoeken.

        Onverminderd artikel 6 van het koninklijk besluit van 13 juli 2000 en de wapenwet van 8 juni 2006, kan in geval van overtreding van de bepalingen van onderhavig artikel het college van burgemeester en schepenen de administratieve schorsing of de administratieve opheffing van de toelating uitspreken.

         

        Afdeling 3. Gebruik van tuin-, hobby- en bouwwerktuigen

        Art. 132. §1 Het geluid voortgebracht door het gebruik door aannemers, ambachtslieden, arbeiders en particulieren van tuin-, hobby- en bouwwerktuigen aangedreven door ontploffings- of elektrische motoren mag geen abnormale hinder veroorzaken.

        §2 Het gebruik van de in §1 vermelde werktuigen is ’s nachts en op zon- en feestdagen verboden.
        Een uitzondering hierop wordt gemaakt voor landbouw-, tuinbouw- en bosbouwwerktuigen die onder normale omstandigheden worden aangewend in het kader van een bedrijfsexploitatie.

        Voor werken van openbaar nut of werken die om technische redenen niet kunnen onderbroken worden tijdens deze periodes is een voorafgaandelijke schriftelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen vereist.

         

        Hoofdstuk 4. Lichtpollutie

        Art. 133. Onverminderd de van kracht zijnde wettelijke en reglementaire bepalingen aangaande verlichten en verlichting moet men de nodige maatregelen nemen om lichthinder en lichtvervuiling te voorkomen.


        Art. 134. Het gebruik en de intensiteit van lichtbronnen in open lucht is beperkt tot de noodwendigheden inzake uitbating van een inrichting en veiligheid van de aanwezige personen. Ze mag de normale intensiteit van de meest nabije straatverlichting niet overschrijden, behalve wanneer dit noodzakelijk is voor de uitbating.

        Art. 135. De verlichting wordt zo ontworpen dat in alle omstandigheden niet-functionele lichtoverdracht naar de omgeving maximaal wordt beperkt. De verlichting is uitsluitend gericht op de plaats waar het nodig is: het doelgebied. Al het licht dat vanaf het toestel buiten dit doelgebied terecht komt, moet afgeschermd worden. Horizontaal, schuin opwaarts of volledig opwaarts verlichten is verboden tenzij dit om technische of andere redenen niet anders mogelijk is.

        Art. 136. Het is verboden in het luchtruim boven het grondgebied van de gemeente gespreid licht, lichtbundels (laserlicht, gewoon kunstlicht, gebundelde lichtstralen …) of gelijkaardig licht voort te brengen of te projecteren, hetzij rechtstreeks, hetzij door weerkaatsing, tenzij voorafgaande schriftelijke toelating van de bevoegde overheden.

        Art. 137. Klemtoonverlichting mag uitsluitend gericht zijn op het te verlichten doelgebied en moet, indien technisch mogelijk, neerwaarts gericht zijn.

        Art. 138. Alle lichtreclame moet gedoofd zijn van 1 uur tot 6 uur of tegelijk met de straatverlichting indien deze vroeger wordt gedoofd, met uitzondering van de wettelijke toegelaten lichtreclames (bv. Medische wachtdiensten) en horecazaken.

        Art. 139. Aan en -uitgaande lichtreclames en lichtreclames voorzien van knipperlichten zijn verboden.

        Art. 140. Geschrapt.

         

        TITEL V – DE GROENE RUIMTE

        Art. 141. Niemand mag in de groene ruimten overgaan tot activiteiten die abnormale hinder veroorzaken.

        Art. 142. De openingsuren van de openbare parken en tuinen worden aangeplakt op een of meerdere ingangen ervan.

        Indien de openingsuren ontbreken zijn de parken en tuinen toegankelijk op eigen risico van de bezoekers van zonsondergang tot –opgang, én bij stormweer.

        De bevoegde overheid kan indien nodig de openingsuren aanpassen of de sluiting bevelen.

        Art. 143. Niemand mag zich toegang verschaffen tot openbare parken en tuinen buiten de openingsuren of sluiting, zonder toelating van de beheerder, hulp- en veiligheidsdiensten uitgezonderd.

        Art 144. Onverminderd de sancties opgenomen in het desbetreffend toegankelijkheidsreglement of het bezoekersreglement van de openbare parken en tuinen worden inbreuken op deze reglementen bestraft volgens de bepalingen opgenomen in dit algemeen politiereglement.

        Art. 145. Behoudens door de bevoegde overheid afgegeven toelating mag geen enkel motorvoertuig in groene ruimten circuleren, behalve dienstvoertuigen van hulp- en veiligheidsdiensten.

        Art. 146. Niet-gemotoriseerde voertuigen, fietsen, steps, skateboards en rolschaatsen, paarden, vee en dergelijke zijn verboden in groene ruimten, met uitzondering van kinderwagens en rolstoelen voor mindervaliden, alsook fietsen bestuurd door kinderen jonger dan 9 jaar, voor zover hun fiets uitgerust is met wielen met een diameter van ten hoogste 500 mm, banden niet inbegrepen en in de mate dat hun gedrag de veiligheid van de andere gebruikers niet in het gevaar brengt.

        Fietsen, steps, skateboards, rolschaatsen en dergelijke mogen in groene ruimten enkel gebruikt worden op de daartoe bestemde plaatsen.

        Art. 147. Het is verboden vuur te maken in groene ruimten, behoudens toelating van de burgemeester of de beheerder. 

        Art. 148. Geschrapt.

        Art. 149. Het is verboden in groene ruimten reclameborden of -affiches te plaatsen of andere commerciële reclamemiddelen te gebruiken zonder toelating van het college van burgemeester en schepenen.

        Art. 150. § 1. Het is verboden dieren binnen te brengen in speelterreinen, met uitzondering van: politiehonden, assistentiehonden speciaal opgeleid om mensen met een beperking te begeleiden, honden die voor een reddingsoperatie worden ingezet.

        § 2. Behoudens toelating van de bevoegde overheid is het verboden agressieve dieren of gevaarlijke voorwerpen in groene ruimten binnen te brengen.

        § 3. Dieren moeten met alle gepaste middelen vastgehouden worden, minstens met een korte leiband.

        § 4. Het is verboden in groene ruimten voedsel voor zwervende dieren of vogels achter te laten, neer te leggen of te werpen.

        Art. 151. Het is verboden vogels te vangen en hun nesten te vernielen en alle andere dieren die zich in de groene ruimten bevinden, lastig te vallen.

        Art. 152. Het is verboden in groene ruimten te kamperen in een tent, enig voertuig, caravan of mobilhome te verblijven, te slapen, behoudens toelating van het college van burgemeester en schepenen.

        Art. 153. Het is verboden de plaatsen die voor welbepaalde spelen of sporten voorbehouden zijn, voor andere spelen of sporten of voor andere doeleinden te gebruiken.

        Art. 154. Het is verboden op welke manier dan ook door eigen toedoen of door toedoen van personen, dieren of zaken waarover men de hoede of toezicht heeft, de groene ruimten alsmede hun roerende goederen en monumenten te bevuilen.

        Het is verboden het ijs dat gevormd is op het water in groene ruimten, te vervuilen door er voorwerpen of substanties op te werpen of te gieten.

        Het is verboden te baden in het water van groene ruimten of er wat dan ook in te wassen of onder te dompelen.

        Art. 155. Het is verboden in groene ruimten:

        1)    knoppen en bloemen of planten te verwijderen

        2)    bomen te verminken, schudden of ontschorsen

        3)    takken, bloemen of andere planten af te rukken of af te snijden;

        4)    palen of andere voorwerpen voor de bescherming van aanplantingen uit te rukken

        5)    wegen en dreven te beschadigen

        6)    zich te begeven in bloemperken en -tapijten, ze te vernietigen of te beschadigen

        7)    in bomen en op kunstwerken te klimmen

        8)    op plaatsen te komen waar dit volgens de opschriften verboden is.

        9)    afval achter te laten

        10)    infrastructuur te beschadigen

        Art. 156. Behoudens uitzondering is de toegang tot grasperken in groene ruimten verboden voor alle voertuigen. Grasperken die niet mogen betreden worden, zijn aangeduid door specifieke borden. Het is verboden om een bedrijfs- of beroepsbezigheid uit te oefenen, koopwaren uit te stallen of te verkopen, reclame te maken, drukwerk of om het even wat uit te delen zonder schriftelijke toelating van de burgemeester.

        Het college van burgemeester en schepenen kan op advies van de technische dienst of de beheerder van de groene ruimten afwijken van onderhavig artikel voor de organisatie van uitzonderlijke evenementen.

         

        TITEL VI – DIEREN

        Art. 157. De houders van dieren moeten deze gepast huisvesten en moeten alle passende maatregelen nemen om te vermijden dat voortgebracht dierengeluid van die aard is dat de rust van de inwoners wordt verstoord en dit ongeacht het tijdstip van de dag.

        Art. 158. De houders van dieren zijn ertoe gehouden hun dieren zodanig te huisvesten en alle mogelijke maatregelen te nemen opdat de dieren geen geurhinder veroorzaken.

        Art. 159. De eigenaars, bezitters of bewakers van honden en andere dieren moeten deze aangelijnd laten rondlopen op een openbare plaats bij aanwezigheid van derden.

        Deze verplichting geldt niet voor honden die gebruikt worden tijdens de jacht, die een kudde begeleiden, die voor reddingsoperaties ingezet worden en voor politiehonden.

        De bewaking dient zodanig te zijn dat de begeleider de hond elk ogenblik kan beletten om personen of dieren te intimideren of lastig te vallen, voertuigen te bespringen of private domeinen te betreden.

        Het is verboden honden te laten begeleiden door personen die de hond niet onder controle kunnen houden.

        Art. 160. De begeleiders van honden, met uitzondering van blinden en mindervaliden met geleidehond, zijn verplicht:

        1)    te beletten dat hun hond de parken en plantsoenen, de speelpleinen (indien toegelaten), de recreatiecentra, andere voor publiek toegankelijke plaatsen, alsmede de voet- en de fietspaden, de rijwegen, de wandelpaden en de bermen bevuilt;

        2)    in het bezit te zijn van voldoende zakjes voor het opruimen van de hondenpoep;

        3)    op de hiervoor vermelde plaatsen, de uitwerpselen van hun hond onmiddellijk te verwijderen;

        4)    de hond gebruik te laten maken van de aanwezige hondentoiletten.

        De bepalingen van dit artikel ontslaan de aangelanden niet van hun verplichting inzake het onderhouden en proper houden van de voetpaden en bermen.

        Indien de overtreder de uitwerpselen niet verwijdert, worden de kosten voor het opruimen en reinigen door de gemeente aan de overtreder aangerekend.

        Art. 161. Kwaadaardige, agressieve of gevaarlijke dieren, zoals verder bepaald, moeten gemuilkorfd worden door de eigenaar of de begeleider zodra ze op de openbare weg of openbare plaatsen komen.
            
        Wordt beschouwd als een kwaadaardig, agressief of gevaarlijk dier:

        -    elk dier dat wanneer hij vrij zou rondlopen, zonder enige provocatie op een duidelijke en onmiskenbare dreigende wijze naar iemand toeloopt;

        -    elk dier dat iemand aanvalt, bijt of verwondt zonder provocatie;

        -    elk dier dat een ander dier verwondt of aanvalt zonder provocatie

        Deze verplichting geldt niet voor de honden van de politiediensten en erkende bewakingsdiensten.

        Art. 162. Honden of andere dieren mogen geen abnormale hinder veroorzaken voor de omwonenden door aanhoudend geblaf, geschreeuw of gekrijs, of een ander aanhoudend geluid.

        Onverminderd de toepassing van artikel 135 van de nieuwe gemeentewet kan de burgemeester een passende maatregel nemen zoals laten overgaan tot de inbeslagname van het dier en het te laten plaatsen in een dierenasiel, of te verplichten tot het dragen van een muilkorf, zo de eigenaar of de houder van het dier na een eerste waarschuwing geen passende maatregelen zou genomen hebben en de abnormale hinder zou aanhouden waarbij de openbare rust wordt verstoord.

        Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar of de houder van het dier.

        Art. 163. Uitgezonderd de door het college van burgemeester en schepenen afgeleverde toelatingen is het verboden op de openbare plaats eender welke materie voor de voeding van zwervende dieren of duiven achter te laten, te deponeren of te werpen, met uitzondering van voedsel voor vogels bij vriesweer.

        De eigenaars, beheerders of huurders van gebouwen moeten de plaatsen waar duiven nesten zouden kunnen bouwen permanent afschermen, alsook bevuilde gebouwen doen schoonmaken en ontsmetten.

        Art. 164. Onbewaakte loslopende dieren aangetroffen op openbare plaatsen, worden door de bevoegde personen of in opdracht van de bevoegde personen, gevangen en overgebracht naar het dierenasiel of andere geschikte locaties, onverminderd de bepalingen van artikel 30 van de wet op het politieambt en de wet op de dierenwelzijn.

        Alle hieraan verbonden kosten vallen ten laste van de eigenaar of de houder van het dier.

        Art. 165. Het is verboden in de openbare ruimte:
        1.    dieren bij zich te hebben waarvan het aantal, het gedrag of de gezondheidstoestand de openbare veiligheid en openbare gezondheid in het gedrang zouden kunnen brengen;

        2.    te komen met gevaarlijke dieren of deze te kijk te stellen zelfs in gesloten kooien of voertuigen. Dit verbod is niet van toepassing op de rondreizende circussen, die de gemeente doorkruisen of toelating bekomen hebben er op te treden;

        3.    voertuigen en andere goederen te doen bewaken door agressieve dieren, ook al zijn deze vastgebonden of in het voertuig geplaatst.

        Art. 166. Het houden van wilde dieren is aan een voorafgaandelijke en speciale toelating van het college van burgemeester en schepenen onderworpen.

        Art. 167. Behoudens voorafgaandelijke en speciale toelating van de burgemeester zijn rituele slachtingen thuis verboden.

        Art. 168. Diegene die de dood of een verwonding van dieren aan een ander toebehorend, veroorzaakt door het laten rondzwerven van zijn dier, kan bestraft worden.

        Art. 169. Het is verboden een dier binnen te brengen in de voor het publiek toegankelijke etablissementen, in parken of domeinen, waartoe dat dier geen toegang heeft, hetzij op basis van een intern reglement dat aan de ingang uithangt, hetzij door borden of pictogrammen die dat duidelijk maken met uitzondering voor honden die speciaal opgeleid zijn om blinden of andere mensen met een handicap te geleiden, dit alles onverminderd de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de hygiëne van de lokalen en de personen in de voedingssector.

        Art. 170. De eigenaar, houder of begeleider van dieren, waarvan de politie de dieren in uitvoering van art. 30 van de wet op het politieambt in beslagneemt is strafbaar. De inbeslagname geschiedt op zijn kosten en risico.

        Art. 171. Bij herhaalde inbreuken op de artikelen vervat in onderhavige titel en teneinde de inbreuk te stoppen, kan door de politie of de bevoegde ambtenaar ambtshalve worden overgegaan tot de bestuurlijke inbeslagneming en plaatsing van het (de) dier(en) op kosten en risico van de overtreder.

        Art. 172. De eigenaars van de dieren die in weiden grazen, zijn gehouden om een identificatie op hun afsluitingen te plaatsen (nummerplaat) teneinde de identiteit van de eigenaar te achterhalen.

         

        TITEL VII - AMBULANTE HANDEL, MARKTEN, KERMISSEN EN CIRCUSSEN

        Art. 173. Ambulante activiteiten uitgeoefend op andere plaatsen dan op de openbare markten, openbare weg of ten huize van de consument vallen onder toepassing van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en organisatie van openbare markten en de latere wijzigingen.

        Art. 174. Personen die hun beroep uitoefenen op de overeenkomstig de bepalingen van voorgaande ingenomen staanplaatsen, mogen er hun aanwezigheid niet aankondigen door geroepen of gesproken boodschappen of met andere middelen op een wijze die de openbare orde of rust verstoort.

        In geval van overtreding van onderhavig artikel kan het college van burgemeester en schepenen de toegekende vergunning intrekken of schorsen.

        Art. 175. De handelaars die hun activiteit met behulp van een voertuig uitoefenen, mogen de openbare veiligheid en de vlotte doorgang, de openbare rust, netheid en gezondheid niet in het gedrang brengen.

        Art. 176. Het is verboden ambulante activiteiten uit te oefenen:

        a) op markten, buiten de toepassing van het marktreglement;

        b) op plaatsen waardoor de openbare orde, de openbare rust of de openbare veiligheid kan worden verstoord.

         

        Art. 177. Zonder de voorafgaande en schriftelijke toelating van de burgemeester is het verboden ambulante activiteiten uit te oefenen op de openbare weg:

        a)    van 22 tot 6 uur op de openbare weg en op andere toegelaten openbare plaatsen;

        b)    op de openbare weg en op andere openbare plaatsen waar evenementen, zoals kermissen, rommelmarkten, stoeten, processies, optochten, braderijen, ... plaatsvinden, alsook in de onmiddellijke omgeving ervan en dit tijdens de uren van het gebeuren;

        c)    in de onmiddellijke omgeving van voetbalvelden tijdens de dagen dat een wedstrijd plaatsvindt;

        Art. 178. Het is verboden:

        1)    een kermis of circusvoorstellingen te organiseren of zich als foorkramer te vestigen op een voor het publiek toegankelijk privaat terrein zonder toelating van de bevoegde overheid;

        2)    een kermisattractie of circusattractie te installeren of de installatie ervan op te slaan buiten de voorziene plaatsen en data voor iedere kermis of foor, alsook in de gevallen dat de overheid de opheffing van de concessie of de vergunning beveelt;

        3)    voor de uitbaters hun voertuigen elders te plaatsen dan op de door het bestuur aangeduide plaatsen.

        De kermis- en circusattracties en de voertuigen geplaatst in overtreding met onderhavige bepaling moeten verplaatst worden bij het eerste politiebevel. Bij ontstentenis zal het bestuur ertoe overgaan op kosten en risico van de overtreder.

        Circusexploitanten die het dierenwelzijn niet garanderen, verliezen onmiddellijk hun vergunning.


        Art. 179. De kermis- en circusexploitanten en woonwagenbewoners zijn verplicht:

        -    de plaats rond en onder de wagen zuiver te houden;
        -    zich van hun afval op wettige wijze te ontdoen;
        -    een doorgang van ten minste vier meter tussen de wagens te laten, die moeten toelaten eventuele tussenkomsten van de hulpverleners mogelijk te maken.

        Art. 180. De openbare markten worden alleen door het gemeentebestuur ingericht of met hun toestemming.

        Artikel 181. Iedereen, die toelating kreeg om op de markt te staan, draagt op een positieve manier bij tot het vlot verloop van de markt en vermijdt hinder.

        Artikel 182. De standplaatshouder neemt alle voorzorgen opdat de opstelling van de kramen en het lossen van de waren gebeurt zonder lawaai -of milieuhinder. Zij zorgen ervoor dat de doorgang voor de hulpdiensten altijd vrij blijft.

        Art. 183. Na het sluiten van de verkoop mogen gesloten kramen niet op de openbare weg achtergelaten worden.

        Ten laatste 1 uur na het sluiten van de verkoop moet de marktkramer het marktplein verlaten hebben met zijn goederen, kramen en voertuigen.

        Artikel 184. De marktkramer gaat niet met waren rond of plaatst zich niet midden op de rijweg/marktgang.

        Artikel 185. Bij verontreiniging of beschadiging van het voetpad of de rijweg, worden de herstellingskosten en/of reinigingskosten aangerekend aan de marktkramer.

        Art. 186. Aanvullende voorschriften inzake de praktische organisatie van de openbare markten, kermissen en circusactiviteiten worden desgevallend door de gemeente vastgelegd in een specifiek reglement.

         

        TITEL VIII – BIJZONDERE BEPALINGEN UIT HET STRAFWETBOEK

        Art. 187. Onderstaande gedragingen, zoals beschreven in het strafwetboek, kunnen bestraft worden met de respectievelijke straffen bepaald in het strafwetboek of met een administratieve geldboete van maximum 500 euro.

        •    Vernielen of onbruikbaarmaking van rijtuigen, wagens en motorvoertuigen (art. 521 3° SW)

        •    Vernielen of beschadigen van grafstenen, monumenten, standbeelden, kunstvoorwerpen (art. 526 Sw);

        •    Graffiti (art. 534 bis Sw);

        •    Beschadiging van onroerende goederen (art. 534 ter Sw);

        •    Kwaadwillig bomen omhakken ( art. 537 Sw );

        •    Vernieling van afsluitingen, hagen, enz (art. 545 Sw)

        •    Zij die, buiten de gevallen omschreven in boek II titel IX, hoofdstuk III van het strafwetboek andermans roerende eigendommen opzettelijk beschadigen of vernielen (art. 559,1 Sw);

        •    Nachtlawaai of nachtrumoer (art. 561,1°)

        •    Beschadiging van landelijke of stedelijke afsluitingen (art. 563, 2 Sw);

        •    Daders van feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits zij niemand gewond of geslagen hebben en mits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren; in het bijzonder zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen (art. 563,3 Sw).

        •    In de voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat zij niet herkenbaar zijn (art. 563 bis Sw).

         

        TITEL IX - SANCTIES, PROCEDURE EN SLOTBEPALINGEN

        Art. 188. In geval van overtreding van dit politiereglement kan de politie de overtreder aanmanen om de niet-reglementaire toestand ongedaan te maken. De politie is bevoegd voor de vaststelling van alle overtredingen vervat in dit politiereglement.
        Inbreuken die uitsluitend bestraft worden met een administratieve sanctie, kunnen eveneens vastgesteld worden door ambtenaren zoals bepaald in art. 21 van de wet van 24 juni 2013.

        Art. 189. §1 Voor zover wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen of reglementen niet in andere straffen voorzien, kunnen de inbreuken op de bepalingen van dit politiereglement evenals de niet naleving van een besluit van de burgemeester gestraft worden met een administratieve sanctie, overeenkomstig de wet van 24 juni 2013:

        1)    een administratieve geldboete die maximaal 175 of 500 euro bedraagt, naargelang de overtreder minderjarig of meerderjarig is;

        2)    de administratieve schorsing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;

        3)    de administratieve opheffing van een door de gemeente verleende toestemming of vergunning;

        4)    de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting.

        §2 Alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete, zoals bedoeld in § 1, 1°, kunnen worden opgelegd:

        1)    de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de gemeenschap (collectiviteit);

        2)    de GAS-bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren.

        Het bemiddelingsreglement in bijlage maakt integraal deel uit van dit algemeen politiereglement.

        §3 Een procedure van ouderlijke betrokkenheid kan worden voorzien voorafgaand aan het aanbod tot bemiddeling, tot gemeenschapsdienst of desgevallend, de oplegging van een administratieve geldboete.

        Art. 189bis. Het niet naleven van een plaatsverbod, opgelegd door de burgemeester in navolging van artikel 134sexies van de Nieuwe Gemeentewet, kan worden gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve sanctie.

        Art. 190. De opgelegde administratieve geldboete kan niet hoger zijn dan het wettelijke voorziene maximum van 500 euro. Minderjarigen die de volle leeftijd van 14 jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten kunnen gestraft worden met een administratieve geldboete van maximum 175 euro.

        De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De bij dit reglement voorgeschreven administratieve geldboete wordt verhoogd in geval van herhaling, zonder dat deze boete het wettelijke voorziene maximum mag overschrijden.

        Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.

        Artikel 191. Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, kan de gemeente zich het recht voorbehouden dat te doen op kosten en op risico van de overtreder, op basis van een daartoe toepasselijk retributiereglement en dit onverminderd de mogelijkheid tot het opleggen van een administratieve geldboete zoals bepaald in artikel 189 van dit politiereglement.

        Het stelsel van de administratieve sancties doet geen afbreuk aan de toepassing van een herstelbelasting en/of het vorderen van de door het gemeentebestuur gemaakte kosten voor rekening van de overtreder.

        De vaststelling van meerdere samenlopende inbreuken op dezelfde reglementen of verordeningen, geeft aanleiding tot één enkele administratieve sanctie, in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten.  

        Art. 192. Wanneer een overtreding van een bepaling is begaan met een motorvoertuig wordt bij afwezigheid van de identificatie van de bestuurder de administratieve geldboete ten laste gelegd van de houder van de kentekenplaat van het voertuig. De houder van de kentekenplaat mag met alle middelen aantonen wie op het ogenblik van de feiten met het voertuig reed. Zo de door de houder van de kentekenplaat aangeduide persoon de inbreuk niet weerlegt/ontkent, wordt de administratieve geldboete hem ten laste gelegd.

        §2. Wanneer een overtreding van dit politiereglement is begaan met een motorvoertuig, ingeschreven op naam van een rechtspersoon, zijn de natuurlijke personen die de rechtspersoon in rechte vertegenwoordigen ertoe gehouden de identiteit van de bestuurder op het ogenblik van de feiten mee te delen of, indien zij die niet kennen, de identiteit van de persoon die het voertuig onder zich heeft.

        Art. 193. Onderhavig politiereglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 en 187 van het Gemeentedecreet en de wet van 24 juni 2013, meer specifiek art. 15 met betrekking tot minderjarigen.

        Een publicatie zal geschieden op de gemeentelijke website en de politiewebsite van de politiezone.

        Art. 194. Een afschrift van dit politiereglement zal conform art. 119 NGW worden toegezonden aan de deputatie van de provincieraad, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan de griffie van de politierechtbank.

        Art. 195. Het huidige politiereglement vervangt en heft het reglement goedgekeurd bij raadsbeslissing van 22 april 2020 op.


        Art. 196. §1 Huidig politiereglement treedt in werking op 1 oktober 2025.

        §2. De procedures die lopende zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze verordening blijven onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die van kracht waren op het tijdstip van de inleiding van de procedure.

        §3. Deze verordening is enkel van toepassing op de inbreuken die gepleegd werden na de inwerkingtreding ervan.

      • Integrale veiligheid - aanwijzing provinciale ambtenaar voor het opleggen van gemeentelijke administratieve geldboetes - goedkeuring

        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
        Aanleiding

        De gemeente ontving op 20 juni 2025 een mail van de juridische dienst van de provincie met betrekking tot de aanstelling van twee bijkomende sanctionerende ambtenaren.

        Regelgeving

        Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

        Bevoegdheidsgrond:

        • het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40 & 41;

        Regelgeving:

        • de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, artikel 6, §§2 en 3
        • het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de kwalificatie- en onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, artikelen 1, §2 en 2, §1;
        • het positief advies van de Procureur des Konings te Leuven van 4 juni 2025 omtrent de aanstelling van Sabine Brijs als sanctionerend ambtenaar;
        • het positief advies van de Procureur des Konings te Halle-Vilvoorde van 5 juni 2025 omtrent de aanstelling van Sabine Brijs als sanctionerend ambtenaar;
        • het provincieraadsbesluit van Vlaams-Brabant van 17 juni 2025 waarbij Sabine Brijs als provinciaal sanctionerend ambtenaar wordt aangesteld;
        • het positief advies van de Procureur des Konings te Leuven van 4 juni 2025 omtrent de aanstelling van Aurélie Van Meensel als sanctionerend ambtenaar;
        • het positief advies van de Procureur des Konings te Halle-Vilvoorde van 5 juni 2025 omtrent de aanstelling van Aurélie Van Meensel als sanctionerend ambtenaar;
        • het provincieraadsbesluit van Vlaams-Brabant van 17 juni 2025 waarbij Aurélie Van Meensel als provinciaal sanctionerend ambtenaar wordt aangesteld;
        Feiten, context en argumentatie

        De provincie heeft een dienstverlenende opdracht naar de gemeenten toe en kan een ambtenaar ter beschikking stellen.

        Het is wenselijk een provinciaal ambtenaar te belasten met het opleggen van de gemeentelijke administratieve geldboetes omdat enerzijds er in de gemeente geen geschikte ambtenaar is en anderzijds dergelijk personeelslid meer expertise kan ontwikkelen.

        De procedure vereist enige juridische kennis enerzijds en anderzijds waarborgt een afwikkeling op provinciaal niveau een eenvormige en neutrale beoordeling.

        Greet Van Eygen, Eline Parys, Veerle Dedobbeleer, Naomi Cornelissen en Christel Deroost werden reeds als provinciaal sanctionerende ambtenaren aangesteld.

        Om de continuïteit van de provinciale dienstverlening te garanderen, stelt de provincie Vlaams-Brabant 2 bijkomende sanctionerende ambtenaren aan.

        Financiële impact

        Niet van toepassing.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
        Voorstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        Besluit

        Artikel 1:

        De gemeenteraad wijst mevrouw Sabine Brijs en mevrouw Aurélie Van Meensel aan als ambtenaren belast met het opleggen van administratieve geldboetes.

        Artikel 2:

        Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, aan de juridische dienst van de provincie Vlaams-Brabant, aan de voorzitter van het politiecollege en aan de procureur des Konings te Halle-Vilvoorde.

  • Addendum

    • Aanvullend punt - raadslid Kristien Van Vaerenbergh - Mogelijke Tax shift

      Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
      Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
      Aanleiding

      Conform artikel 3§1 van het huishoudelijk reglement van de gemeente- en raad voor maatschappelijk welzijn kunnen raadsleden aanvullende vragen indienen.

      Art. 3. - § 1. - Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing schriftelijk aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

      Regelgeving

      Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

      Bevoegdheidsgrond:

      • het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
      • Art. 3. - § 1 van het huishoudelijk reglement, vastgesteld door de gemeenteraad van 28 januari 2019;
      Feiten, context en argumentatie

      Onderstaande vraag hebben we op vrijdag 13 juni 2025 ontvangen van raadslid Kristien Van Vaerenbergh.

      Uit het bestuursakkoord blijkt dat de meerderheid een Tax shift onderzoekt, dit om het inkomensverlies van de gemeente op te vangen omwille van de toenemende vergijzing van de Lennikse bevolking.

       

      Lennik heeft op dit ogenblik een van de hoogste belastingpercentage van 8,5 pct. Dit terwijl het gemiddelde tarief 7 pct. bedraagt in België. Op vlak van onroerende voorheffing zit Lennik op 708 opcentiemen, daar waar het gemiddelde in België 898, 29 bedraagt.

       

      1. Wie doet het onderzoek en wanneer zal het onderzoek afgerond zijn?
      2. Op welke manier voert men het onderzoek?
      3. Wordt de impact op gepensioneerde mensen en singles mee in rekening gebracht?
      4. Bent U bereid om het debat op basis van de resultaten van het onderzoek te voeren in de gemeenteraad, alvorens een beslissing over de taxshift te nemen?

      Burgemeester Irina De Knop antwoordt:

      Er wordt hard gewerkt aan de opmaak van het meerjarenplan. Ik kan je vandaag nog niet zeggen of we in November of December klaar zullen zijn. We willen het zo snel mogelijk brengen maar er moet ook administratief veel voor in orde gebracht worden.

      Ik kan je niet vertellen wat het resultaat is omdat dit onderzoek en vraagstuk nog op tafel ligt. Het college heeft nog geen definitieve beslisisngen genomen. Dit zal altijd een impact hebben op mensen. Het is moeilijk om een op een te berekenen wat de impact is op iederen. Als je APB verlaagt, zal dit voor iedereen een impact hebben maar misschien zal die minder gunstig zijn voor iemand die gepensioneerd is. Alles hangt af van het inkomen en hangt ook af of iemand eigenaar is van een woning. We kunnen enkel kijken naar de tendenzen die we erover hebben.

      Dit maakt deel uit van het ruimer financieel plaatje en wat de inkomsten zijn van de gemeente.

      We tonen de impact van de ramingen graag tijdens deze zitting.

      We kregen aangepaste ramingen door. In 2025 hebben we 5,9 miljoen ontvangen voor APB en 3,3 miljoen voor OV.

      Hier zie je al een grote discrepantie tussen de beide belastingen. Onze ontvangsten staan enorm onder druk.

      Onze globale belastingsdruk is niet bovengemiddeld maar Lennik zit in de middenmoot.

      De aangepaste ramingen tonen aan dat in ons toekomstig MJP er een impact is van een miljoen minder inkomsten op APB en 185 000 minder inkomsten op OV. Daarbovenop is er in het federaal regeerakkoord waar men een hogere belastingsvrije som wil invoeren waardoor er een extra impact is van ongeveer 640 000 euro minder ontvangsten.

      Het is dus een fundamenteel probleem en veel beleidsmarge wordt opgegeten.

      Bijkomend zie je in de tabel ook dat de dividenden enorm dalen, dat er een stijgende responsabilisering is. Het is een stevige oefening en zelf zonder te spreken over de taks shift wordt onze beleidsruimte beknot.

      Het onderzoek van de taks shift wordt gedaan door de financiële dienst. Momenteel is dit niet op niveau van personen maar als er meer duidelijkheid is, hebben we ons voorgenomen om verschillende profielen uit te tekenen om zo de impact op individueel niveau te kunnen berekenen.

      Financiële impact

      Niet van toepassing.

      Besluit

      Enig artikel:

      De gemeenteraad neemt kennis van de aanvullende vraag van Kristien Van Vaerenbergh m.b.t. de mogelijke Tax shift.

    • Aanvullend punt - raadslid Stefaan Jans - Dossier PFAS – stand van zaken

      Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
      Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
      Aanleiding

      Conform artikel 3§1 van het huishoudelijk reglement van de gemeente- en raad voor maatschappelijk welzijn kunnen raadsleden aanvullende vragen indienen.

      Art. 3. - § 1. - Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing schriftelijk aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

      Regelgeving

      Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

      Bevoegdheidsgrond:

      • het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
      • Art. 3. - § 1 van het huishoudelijk reglement, vastgesteld door de gemeenteraad van 28 januari 2019;
      Feiten, context en argumentatie

      Onderstaande vraag hebben we op woensdag 10 september ontvangen van raadslid Stefaan Jans.

      Hierbij kom ik terug op een punt dat ik in april ook al op de GR bracht.
      De buurtbewoners rond de brandweerkazerne maken zich zorgen omdat er na de onheilspellende brief eind vorig jaar niets meer gebeurde en ze evenmin een brief
      ontvingen om hen gerust te stellen.


      Het advies blijft bijgevolg onveranderd: “Consumeer geen groenten uit de eigen tuin, eet geen eieren van de eigen kippen...”.
      De betrokken burgers verwachten op z’n minst een tweede brief waarin duidelijkheid verschaft wordt over de noodzaak van het al dan niet verder opvolgen van de eerder
      uitgebrachte adviezen.

      We gaan er van uit dat de oorzaak van de aangetroffen PFAS op het terrein van de brandweer niet bij hen ligt. Maar van waar komt de PFAS dan wel vandaan?

      Op die vraag kwam nog geen antwoord.

      Schepen Geert De Cuyper antwoordt:

      Wij begrijpen de bezorgdheid en we erkennen dat er geen verdere communicatie is geweest. We hebben tot op heden nog geen bijkomende informatie ontvangen van de instanties. We zijn geen eigenaar van deze site en dus ook geen trekken van het dossier. Wij kunnen enkel informeren bij de bevoegde instanties (OVAM of brandweer).

      Hierbij de chronologische stand van zaken:

      OVAM heeft op 17 september 2024 een aanmaning gestuurd voor een beschrijvend bodemonderzoek.

      • De brandweer heeft op 4 december 2024 een gemotiveerde aanvraag ingediend voor vrijstelling van saneringsplicht.
      • Op dezelfde dag werd een rondschrijven verspreid met voorzorgsmaatregelen, waarin de indruk ontstond dat de brandweer verantwoordelijk zou zijn voor de PFAS-verontreiniging.
      • De brandweer heeft op 5 december 2024 aan de gemeente verduidelijkt dat de site pas sinds juli 2019 in gebruik is en dat er sindsdien met PFAS-vrij schuim gewerkt wordt.
      • OVAM heeft op 14 januari 2025 de vrijstellingsaanvraag geweigerd.
      • Op 13 februari 2025 tekende de brandweer beroep aan bij de Vlaamse Regering, met als argument dat er redelijke twijfel bestaat over de oorzaak van de vervuiling.
      • Op 28 februari 2025 werd bevestigd dat het beroep ontvankelijk is en zal behandeld worden.

      Zolang deze beroepsprocedure loopt, wordt er geen bodemonderzoek opgestart en blijft het wachten op verdere stappen. Hierdoor kunnen wij als gemeente momenteel geen nieuwe inhoudelijke informatie verstrekken aan de buurtbewoners.

      Het eerder gecommuniceerde advies blijft dan ook onveranderd: “Consumeer geen groenten uit de eigen tuin, eet geen eieren van de eigen kippen.”

      We delen de wens van de betrokken burgers om duidelijkheid te krijgen over de noodzaak en duur van deze voorzorgsmaatregelen. Zodra wij nieuwe informatie ontvangen, zullen wij deze uiteraard onmiddellijk en transparant communiceren. Het heeft geen zin om een extra brief te sturen want we weten op dit moment niet meer dan de bewoners daar.

      Financiële impact

      Niet van toepassing.

      Besluit

      Enig artikel:

      De gemeenteraad neemt kennis van de aanvullende vraag van Stefaan Jans met betrekking tot het dossier PFAS - stand van zaken.

    • Aanvullend punt - raadslid Stefaan Jans - Oprichting adviesraden – stand van zaken

      Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
      Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
      Aanleiding

      Conform artikel 3§1 van het huishoudelijk reglement van de gemeente- en raad voor maatschappelijk welzijn kunnen raadsleden aanvullende vragen indienen.

      Art. 3. - § 1. - Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing schriftelijk aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

      Regelgeving

      Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

      Bevoegdheidsgrond:

      • het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
      • Art. 3. - § 1 van het huishoudelijk reglement, vastgesteld door de gemeenteraad van 28 januari 2019;
      Feiten, context en argumentatie

      Onderstaande vraag hebben we op woensdag 10 september ontvangen van raadslid Stefaan Jans.

      twee verplicht op te richten advieraden – Gecoro en Jeugdraad - hebben we niets
      gehoord.
      Wat is de stand van zaken?

      Schepenen Johan Limbourg en Heidi Elpers antwoorden: 

      In april 2025 werd een eerste oproep gelanceerd om kandidaten te vinden voor de nieuwe samenstelling van de GECORO. Tijdens deze eerste ronde bleek het aantal geïnteresseerden onvoldoende om een evenwichtige en representatieve commissie samen te stellen. Daarom werd een tweede oproep georganiseerd, die liep tot 31 augustus 2025, met als doel bijkomende kandidaturen aan te trekken.

      Deze bijkomende ronde was noodzakelijk om de diversiteit en representativiteit binnen de commissie te waarborgen, conform de wettelijke en inhoudelijke vereisten.

      Momenteel is de dienst Omgeving, samen met het college van burgemeester en schepenen, bezig met het beoordelen van de ingediende kandidaturen. We streven ernaar om de nieuwe samenstelling van de GECORO ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraad in oktober of november 2025.

      De samenstelling van de jeugdraad werd goedgekeurd op 18 juni 2025. Op 2 oktober 2025 wordt de eerste jeugdraad georganiseerd.

      Algemeen voor alle andere adviesraden: het principe dat we vooropgesteld hebben in de vorige legislatuur, blijft bestaan. We gaan het wel aanpassen en daar zijn we nu mee bezig. Dat zal eraan komen.

      Financiële impact

      Niet van toepassing.

      Besluit

      Enig artikel:

      De gemeenteraad neemt kennis van de aanvullende vraag van Stefaan Jans met betrekking tot de oprichting van  de adviesraden - stand van zaken.

    • Aanvullend punt - raadslid Stefaan Jans - Gebruik van grind op de fietswegen

      Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
      Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
      Aanleiding

      Conform artikel 3§1 van het huishoudelijk reglement van de gemeente- en raad voor maatschappelijk welzijn kunnen raadsleden aanvullende vragen indienen.

      Art. 3. - § 1. - Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing schriftelijk aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

      Regelgeving

      Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

      Bevoegdheidsgrond:

      • het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
      • Art. 3. - § 1 van het huishoudelijk reglement, vastgesteld door de gemeenteraad van 28 januari 2019;
      Feiten, context en argumentatie

      Onderstaande vraag hebben we op woensdag 10 september ontvangen van raadslid Stefaan Jans.

      Onlangs stelde ik vast dat tpv de taverne Tomberg grind aangevoerd werd waar je de fietsweg richting Sint-Martens in rijdt.

      Het is goed dat die wegen onderhouden worden maar men mag een laag vers grind niet te dik storten omdat dat met een fiets slecht berijdbaar en zelfs valgevaarlijk is.
      Het grind zou ook samen met zand kunnen aangedamd worden zodat het direct vaster ligt.

       

      Schepen Heidi Elpers antwoordt:

      Het is een terechte opmerking. Ik heb ook fietsers thuis en die hadden het ook al opgemerkt. De technische dienst is gaan kijken maar het werd niet door ons aangevoerd. Ik ga vragen aan de technische dienst zijn om het beter te leggen voor de fietser.

      Financiële impact

      Niet van toepassing.

      Besluit

      Enig artikel:

      De gemeenteraad neemt kennis van de aanvullende vraag van Stefaan Jans met betrekking tot het gebruik van grind op de fietswegen.

    • Aanvullend punt - raadslid Lien De Slagmeulder - Voorstel tot oprichting van een gemeentelijk vrijwilligerskorps

      Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
      Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
      Aanleiding

      Conform artikel 3§1 van het huishoudelijk reglement van de gemeente- en raad voor maatschappelijk welzijn kunnen raadsleden aanvullende vragen indienen.

      Art. 3. - § 1. - Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing schriftelijk aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

      Regelgeving

      Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

      Bevoegdheidsgrond:

      • het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
      • Art. 3. - § 1 van het huishoudelijk reglement, vastgesteld door de gemeenteraad van 28 januari 2019;
      Feiten, context en argumentatie

      Onderstaande vraag hebben we op vrijdag 12 september ontvangen van raadslid Lien De Slagmeulder.

      We worden steeds vaker geconfronteerd met crisissituaties zoals bijvoorbeeld extreme weersomstandigheden  of sociale noodsituaties. Zulke situaties vragen niet alleen om professionele hulpverlening maar ook om bijkomende helpende handen op het terrein en dit op een veilige, goed georganiseerde en reglementair verankerde manier.

      Steeds meer lokale besturen werken daarom aan een structureel vrijwilligers kader met het op een adequate aanpak van noodsituaties.

      De Vlaamse Regering voorziet nu structurele subsidies via Rode Kruis-Vlaanderen om gemeenten te ondersteunen bij de oprichting van vrijwilligerskorpsen. Kosten voor opleiding, verzekering en coördinatie worden volledig gedragen, voor maximaal 80 vrijwilligers per gemeente. Daarnaast zijn er nieuwe hulpmiddelen zoals een modelbesluit en een digitale crisistool, en is er een regeling voor spontane vrijwilligers. Gemeenten behouden volledige autonomie over de organisatie.

      N-VA+ Lennik stelt dan ook voor om ook in Lennik een vrijwilligerskorps op te richten.

       

      Voorstel van beslissing

      De gemeenteraad gaat akkoord met de oprichting van een gemeentelijk vrijwilligerskorps.

      Het college neemt de nodige stappen om:

      • Een coördinator aan te stellen voor het korps.
      • De registratieprocedure op te starten via het Rode Kruis.
      • De nodige communicatie te voorzien om vrijwilligers aan te trekken.
      • Voorstel tot oprichting van een gemeentelijk vrijwilligerskorps.

       

      Voor de N-VA+Lennik fractie

      Lien De Slagmeulder

      Financiële impact

      Niet van toepassing.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
      Voorstanders: Kristien Van Vaerenbergh, Lien De Slagmeulder, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Dirk De Smedt, Cindy De Greef
      Tegenstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Christel O, Jo Massaer, Marie Vetsuypens, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre
      Onthouders: Filip Rooselaers, Karen De Waele
      Resultaat: Met 6 stemmen voor, 12 stemmen tegen, 2 onthoudingen
      Besluit

      Enig artikel:

      De gemeenteraad keurt het voorstel niet goed.

    • Aanvullend punt - raadslid Kristien Van Vaerenberg - Voorstel tot vereenvoudiging van het reglement betreffende gebruik en retributie op het huren van zalen

      Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
      Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
      Aanleiding

      Conform artikel 3§1 van het huishoudelijk reglement van de gemeente- en raad voor maatschappelijk welzijn kunnen raadsleden aanvullende vragen indienen.

      Art. 3. - § 1. - Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing schriftelijk aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

      Regelgeving

      Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

      Bevoegdheidsgrond:

      • het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
      • Art. 3. - § 1 van het huishoudelijk reglement, vastgesteld door de gemeenteraad van 28 januari 2019;
      Feiten, context en argumentatie

      Onderstaande vraag hebben we op vrijdag 12 september ontvangen van raadslid Kristien Van Vaerenbergh.

      Het reglement betreffende het gebruik van zalen, sportterreinen en materieel verdeelt potentiële huurders van gemeentelijke zalen onder in 4 categorieën: A/B/C/O.

      Afhankelijk van tot welke categorie potentiële huurder u gerekend wordt, geldt ook een ander moment van wanneer de zaal kan gehuurd worden.

      Zo kunnen potentiële huurders van categorie B maar 8 maanden voor de datum van gewenste huurdatum de zaal te reserveren, terwijl instanties behorende tot categorie A een jaar op voorhand kunnen reserveren.

      Dit is een nodeloos complex systeem voor de gebruiker.  Huidig voorstel strekt ertoe dit systeem te vereenvoudigen en slechts twee categorieën te behouden.

       

      Voorstel:

       

      - Voor wat betreft de datum vanaf wanneer gemeentelijke zalen kunnen worden gehuurd, geldt voor de in huidig reglement bestempelde categorieën A/B/0 maximum 1 jaar voor de gewenste huurdatum ( schrapping van de 8 maanden)

      - Voor categorie C  blijft de bestaande situatie bevestigd, nl maximum 6 maanden op voorhand

      Kristien Van Vaerenbergh

      N-VA + Lennik

      Financiële impact

      Niet van toepassing.

      Publieke stemming
      Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
      Voorstanders: Kristien Van Vaerenbergh, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Dirk De Smedt, Cindy De Greef
      Tegenstanders: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Christel O, Jo Massaer, Karen De Waele, Marie Vetsuypens, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre
      Resultaat: Met 7 stemmen voor, 13 stemmen tegen
      Besluit

      Enig artikel:

      De gemeenteraad keurt het voorstel niet goed.

    • Aanvullend punt - raadslid Karel Van Belle - vraag ivm openbaar toilet in de directe omgeving van het ARCONATEPLEIN te Gaasbeek.

      Aanwezig: Erik O, Irina De Knop, Geert De Cuyper, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Isabelle Duerinckx, Yves De Muylder, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Jo Massaer, Karen De Waele, Karel Van Belle, Stefaan Jans, Marie Vetsuypens, Dirk De Smedt, Freddy Van Malderen, Christel Van der Perre, Cindy De Greef, Anaïs Nies
      Verontschuldigd: Ine Vandenberghen
      Aanleiding

      Conform artikel 3§1 van het huishoudelijk reglement van de gemeente- en raad voor maatschappelijk welzijn kunnen raadsleden aanvullende vragen indienen.

      Art. 3. - § 1. - Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing schriftelijk aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.

      Regelgeving

      Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

      Bevoegdheidsgrond:

      • het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
      • Art. 3. - § 1 van het huishoudelijk reglement, vastgesteld door de gemeenteraad van 28 januari 2019;
      Feiten, context en argumentatie

      Onderstaande vraag hebben we op vrijdag 12 september ontvangen van raadslid Karel Van Belle.

      Vraag aan het bestuur om te voorzien in een openbaar toilet in de directe omgeving van het ARCONATEPLEIN te Gaasbeek voor gebruik tijdens de rommelmarkten

      Jaarlijks gaan er een achttal  rommelmarkten door op voornoemd plein.

      Afhankelijk van de weersomstandigheden varieert het aantal deelnemers aan deze markten.

      Vastgesteld wordt dat deze markten te Gaasbeek een groeiend succes kennen. Het aantal deelnemers stijgt gestaag en is de laatste maanden opgelopen tot rond de vijftig.

      De deelnemers beginnen op te stellen vanaf 6u. Het café dat zich bevindt op het plein opent de deuren tussen 9u30 en 10u.

      Vele deelnemers vragen of er toilet beschikbaar is, doch dit is voor de opening van het café niet het geval.

      Er stelt zich dus duidelijk een probleem dat dient opgelost te worden: de beschikbaarheid van een toilet tijdens o.a. de rommelmarkten is noodzakelijk!

      Vragen;

      Kan de gemeente voorzien in het gebruik van de toiletten van het "oud gemeentehuis" dat zich bevindt palend aan het ARCONATEPLEIN en dit tijdens de rommelmarkten vanaf 6u's morgens?

      Zo niet, kan het gebruik van het toilet in "de pastorie" (eveneens palend aan het ARCONATEPLEIN, doch moeilijker toegankelijk) ) een oplossing bieden?

      Zo niet, kan de gemeente een openbaar toilet plaatsen voorzien van de nodige accommodatie  (rekening houdend met de stedenbouwkundige wetgeving) in de directe  omgeving van het ARCONATEPLEIN en dit voor o.a. het gebruik tijdens de rommelmarkten.

      Karel Van Belle

       

      Burgemeester Irina De Knop antwoordt:

      We begrijpen het probleem maar anderzijds hebben wij op deze korte termijn niet de oplossing. Over de school van Gaasbeek wordt nagedacht hoe we dit verder gaan exploiteren en dat kan geen duurzame oplossing zijn. Idem voor de pastorie. Er moet dan ook iemand zijn die de sleutel heeft enzovoort. Moest het eenvoudiger zijn, was het misschien al ingevoerd. Ook in de andere deelgemeenten hebben geen openbare toiletten.

      Onze eerste reactie was toch wel om proberen af te spreken met de horecazaken op de buurt en dan is het niet opnieuw iets wat we afwentelen op het openbaar bestuur. We hebben er voorlopig geen sluitend antwoord op. We moeten kijken dat het een duurzame oplossing is en dat het iets is dat goed kan onderhouden worden. Voor een dixi-toilet zouden we passen.

       

      Financiële impact

      Niet van toepassing.

      Besluit

      Enig artikel:

      De gemeenteraad neemt kennis van de vraag van raadslid Karel van Belle ivm het openstellen van een toilet op het Arconateplein.

De voorzitter sluit de zitting op 17/09/2025 om 22:00.

Namens Gemeenteraad,

Anaïs Nies
algemeen directeur

Erik O
voorzitter