Naar analogie met de gemeente wordt een tarief(retributie)reglement goedgekeurd voor de inning- en verzendingskosten per aangetekend schrijven van openstaande niet-fiscale ontvangsten.
Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
Bevoegdheidsgrond:
Regelgeving:
Overeenkomstig artikel 177 van het decreet lokaal bestuur staat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid in voor het debiteurenbeheer en de invordering van de fiscale en de niet-fiscale ontvangsten. Met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale ontvangsten kan de financieel directeur een dwangbevel uitvaardigen, dat geviseerd en uitvoerbaar verklaard is door het vast bureau, te betekenen bij deurwaardersexploot. Dat exploot stuit de verjaring.
Een dwangbevel kan door het vast bureau alleen worden geviseerd en uitvoerbaar verklaard worden als de schuld opeisbaar, vaststaand en zeker is. De schuldenaar moet bovendien vooraf aangemaand zijn met een aangetekende brief, met een brief die afgegeven wordt tegen ontvangstbewijs, of via een elektronische melding van gegevens die voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2281 van het Burgerlijk Wetboek, en die een bewijs oplevert van deze melding, van het tijdstip waarop ze is verricht en van de authenticiteit en de integriteit van de verwerkte gegevens. Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kan administratieve kosten aanrekenen voor die aangetekende brief. Die kosten zijn ten laste van de schuldenaar en kunnen ook ingevorderd worden via het dwangbevel.
Het verdient aanbeveling te specifiëren wat wordt bedoeld met een onbetwiste opeisbare niet-fiscale vordering en welke administratie- en aanmaningskosten zullen aangerekend worden evenals wat de geldende modaliteiten en termijnen van betwisting zijn.
De schuldenaars van niet-fiscale ontvangsten dienen op een uniforme en gelijke wijze behandeld te worden en hebben recht op een redelijke betalingstermijn. Door het invoeren van eenvormige factuurvoorwaarden en invorderingsmodaliteiten wordt de transparantie inzake verhoogd.
Deze maatregelen moeten leiden naar een stiptere betaling van de uitgaande facturen en naar een vergoeding van de inning- en aanmaningskosten.
Niet van toepassing
Algemene bepalingen
Artikel 1:
Er wordt een tarief geheven voor de inning- en verzendingskosten per aangetekend schrijven van openstaande niet-fiscale ontvangsten. Het tarief wordt als volgt vastgesteld: naast het factuurbedrag worden 20 EUR aanmaningskosten aangerekend bij verzending van de aangetekende aanmaning.
Artikel 2:
Onderhavig reglement is van toepassing op alle niet-fiscale vorderingen van het OCMW met uitzondering van:
- Vorderingen die voortvloeien uit de maatschappelijke dienstverlening van het OCMW;
- Vorderingen die voortvloeien uit de RMI-wetgeving of de wet van 2 april 1965 (o.m. terugvordering van leefloon (eq. leefloon) betaald door het OCMW):
Artikel 3:
De aanmaningskosten worden toegevoegd aan het bedrag van de openstaande schuldvordering. Bij betaling zullen eerst de aangerekende kosten (inningskosten en kosten aangetekende zending) ingevolge onderhavig reglement aangezuiverd worden en vervolgens de openstaande schuldvordering.
Artikel 4:
Het tarief is verschuldigd door de debiteur van de openstaande niet-fiscale ontvangsten.
Factuurvoorwaarden
Artikel 5:
Alle uitgaande facturen vermelden vanaf inwerkingtreding van dit reglement de onderstaande factuurvoorwaarden:
Slotbepalingen
Artikel 6:
Bij gebrek aan betaling in der minne zal de invordering van het tarief gebeuren overeenkomstig de bepalingen van artikel 177, lid 2 DLB voor niet-betwiste niet-fiscale ontvangsten of via de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke procedure voor betwiste niet-fiscale ontvangsten.
Artikel 7:
§ 1. Het vast bureau wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.
§ 2. Voorliggende beslissing alsook de inhoud ervan, wordt conform artikel 285, §1, 1° en 286, §1, 1° van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bekendgemaakt op de website van het lokaal bestuur Lennik. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking ervan, conform artikel 330 van het Decreet lokaal bestuur.