Terug
Gepubliceerd op 29/03/2023

Besluit  Gemeenteraad

wo 22/03/2023 - 21:00

Financiën - Retributiereglement inzake de invorderingskosten van fiscale ontvangsten en vaststelling invorderingsprocedure – Goedkeuring

Aanwezig: Karen De Waele, voorzitter
Irina De Knop, burgemeester
Johan Limbourg, Heidi Elpers, Hendrik Schoukens, Yves De Muylder, schepenen
Geert De Cuyper, Erik O, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Karel Van Belle, Jo Massaer, Isabelle Duerinckx, Chris De Moyter, An Lovato, Peter Berckmans, Piet Vanthemsche, Marie-Therese Van der Velde, raadsleden
Anaïs Nies, algemeen directeur
Verontschuldigd: Viviane Tielemans, raadslid
Aanleiding

Het retributiereglement inzake de invorderingskosten van fiscale ontvangsten en de invorderingsprocedure wordt geactualiseerd. 

Enerzijds wordt naar analogie met het retributiereglement voor niet-fiscale ontvangsten een forfaitaire retributie geheven voor de innings- en verzendingskosten naar aanleiding van de aangetekende aanmaning (voorheen enkel verzendingskost), alsook wordt de aanmaningcyclus verkort en gelijklopend gemaakt met die van de niet-fiscale ontvangsten.  

Regelgeving

Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:

Bevoegdheidsgrond:

  • het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 40§3 & 41, alinea 2, 14°;

 

Regelgeving:

  • de Grondwet, artikel 173;
  • het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 177;
  • de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, latere wijzigingen en de omzendbrieven ter zake;
  • het bestuursdecreet van 7 december 2018, de latere wijzigingen en de omzendbrieven ter zake;
  • het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
  • het wetboek van de inkomstenbelastingen van 1992;
  • het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019 (art. 13);
  • de omzendbrief KBABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
  • het retributiereglement inzake de invorderingskosten van fiscale ontvangsten en vaststelling invorderingsprocedure zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 2 mei 2011.
Feiten, context en argumentatie

De financieel directeur staat in volle onafhankelijkheid in voor het debiteurenbeheer en de invordering van de fiscale en de niet-fiscale ontvangsten.

De schuldenaars van fiscale ontvangsten dienen op een uniforme en gelijke wijze behandeld te worden en van een redelijke betalingstermijn verzekerd te worden.

Betreffende de aanmaningscyclus dient duidelijk bepaald te worden welke betaaltermijnen er worden gehanteerd en welke aanmaningskosten er zullen aangerekend worden in geval van niet-betaling.

Overeenkomstig artikel 13 van het invorderingswetboek is de gemeente sinds 01.01.2020 niet langer verplicht een aangetekende aanmaning te versturen voorafgaand aan de gedwongen invordering van een belastingschuld.  Een gewone herinneringsbrief in principe volstaat.

Enkel als de verjaring van de schuld gestuit moet worden, kan het bestuur niet anders dan aangetekend aanmanen. Een gewone herinneringsbrief is immers niet verjaringsstuitend, een aangetekende aanmaning is dat wel (zie artikelen 23-25 invorderingswetboek).

Met het oog op enige uniformiteit wordt de aanmaningscyclus voor de invordering van fiscale ontvangsten in voorliggende beslissing vereenvoudigd en gelijklopend gemaakt met de aanmaningscyclus van de niet-fiscale ontvangsten.  Na het verstrijken van de wettelijke betaaltermijn wordt voortaan nog 1 gewone aanmaning verstuurd (voorheen 2), gevolgd door een aangetekende aanmaning.  Deze aangetekende aanmaning stuit dus de verjaring.

Wat betreft de aanmaningskosten legt de regelgeving op dat de verzending van de aanslagbiljetten in ieder geval kosteloos moeten zijn voor de belastingplichtige (zie art. 4, § 3, derde lid decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen). De verzending van de aanslagbiljetten moet m.a.w. gedragen worden vanuit de algemene middelen.

Wanneer de belastingplichtige echter in gebreke blijft om de belasting (tijdig) te betalen, kan niet opgelegd worden dat de gemeente en onrechtstreeks andere belastingplichten meebetalen voor de extra kosten die de invordering van die schuld vergt. In dat geval is de aanrekening van bijkomende invorderingskosten op de schuldenaar aanvaardbaar.

Naar analogie met artikel 177 van het decreet lokaal bestuur, kunnen die kosten zowel de loutere verzendingskost als een kost voor de administratieve opvolging van de betaling omvatten. Daarvoor kan een forfaitair tarief vastgesteld worden.
 
Belangrijk is dat de aangerekende tarieven voor betalingsaanmaningen redelijk zijn. Redelijkheid is een rekbaar begrip, maar rekening houdend met materiële kosten en
personeelskosten, kan aangenomen worden dat een bedrag van 20 euro redelijk is (zie tevens parlementaire vraag nr. 207 van 15 januari 2018).
 
Deze maatregelen moeten leiden naar een stiptere betaling van de belastingen en naar een vergoeding van de innings- en verzendingskosten.
Financiële impact

Niet van toepassing

Publieke stemming
Aanwezig: Karen De Waele, Irina De Knop, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Hendrik Schoukens, Yves De Muylder, Geert De Cuyper, Erik O, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Karel Van Belle, Jo Massaer, Isabelle Duerinckx, Chris De Moyter, An Lovato, Peter Berckmans, Piet Vanthemsche, Marie-Therese Van der Velde, Anaïs Nies
Voorstanders: Karen De Waele, Irina De Knop, Johan Limbourg, Heidi Elpers, Hendrik Schoukens, Yves De Muylder, Geert De Cuyper, Erik O, Kristien Van Vaerenbergh, Christel O, Lien De Slagmeulder, Filip Rooselaers, Karel Van Belle, Jo Massaer, Isabelle Duerinckx, Chris De Moyter, An Lovato, Peter Berckmans, Piet Vanthemsche, Marie-Therese Van der Velde
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Algemene bepalingen

 

Artikel 1:

Er wordt een retributie geheven voor de innings- en verzendingskosten per aangetekend schrijven van openstaande niet-betwiste fiscale ontvangsten. De retributie wordt als volgt vastgesteld: naast het bedrag van de aanslag worden 20 EUR aanmaningskosten aangerekend bij verzending van een aangetekende aanmaning.

Artikel 2:

De aanmaningskosten worden toegevoegd aan de openstaande schuldvordering. Bij betaling zullen eerst de aangerekende kosten ingevolge onderhavig reglement aangezuiverd worden en vervolgens de openstaande schuldvordering.

Artikel 3:

De retributie is verschuldigd door de debiteur van de openstaande fiscale ontvangsten.

 

Invorderingsprocedure

 

Artikel 4:

De invorderingsprocedure verloopt als volgt:

  • Contantbelastingen: Overeenkomstig artikel 4, §1 van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen worden de contantbelastingen contant geïnd tegen afgifte van een betalingsbewijs;
  • Kohierbelastingen: Ingevolge artikel 4, §6 van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen bedraagt de betaaltermijn 2 maanden te rekenen vanaf de verzending van het aanslagbiljet. Na het verstrijken van de wettelijke betaaltermijn (2 maanden) wordt de schuldenaar een eerste aanmaning verstuurd met het verzoek de openstaande schuld te betalen binnen de 30 dagen. Deze herinneringsbrief kan ten vroegste tien dagen vanaf de eerste dag na het verstrijken van de wettelijke betaaltermijn verstuurd worden;
  • Na het verstrijken van de tweede betaaltermijn van 30 dagen ontvangt de schuldenaar een tweede (en laatste) aangetekende aanmaning, verhoogd met de retributie voor de aanmaningskosten, met het verzoek te betalen binnen een termijn van 14 dagen na datum van verzending van de aangetekende aanmaning;
  • Ten vroegste 1 maand te rekenen vanaf de derde werkdag na verzending van de tweede aanmaning wordt een dwangbevel overgemaakt bij deurwaardersexploot. De kosten van de deurwaarder vallen integraal ten laste van de debiteur.
  • Bezwaren tegen een aanslag, een belastingverhoging of een administratieve geldboete kunnen overeenkomstig artikel 9 van het Decreet van 30 mei 2008 door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger schriftelijk, ondertekend en gemotiveerd worden ingediend bij de gemeente binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.

 

Slotbepalingen

Artikel 5:

§ 1. Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze beslissing.

§ 2. Voorliggende beslissing alsook de inhoud ervan, wordt conform artikel 285, §1, 1° en 286, §1, 1° van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bekendgemaakt op de website van de gemeente. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking ervan, conform artikel 330 van het Decreet lokaal bestuur.

§3. De beslissing van de gemeenteraad van 2 mei 2011 betreffende het retributiereglement inzake de invorderingskosten van fiscale ontvangsten en vaststelling invorderingsprocedure wordt opgeheven.