Vanwege het verlopen van het huidige reglement op het heffen van retributie voor het verwijderen en verwerken van sluikstort en zwerfvuil (afvalstoffen welke op niet-reglementaire wijze zijn achtergelaten), wordt een vernieuwd reglement voorgesteld. Indien goedgekeurd, zal dit reglement geldig zijn vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
De volgende regelgeving en bevoegdheid zijn van toepassing:
Bevoegdheid:
Artikel 41, 162 en 173 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994.
Regelgeving:
Binnen de gemeente worden we regelmatig geconfronteerd met afvalstoffen die worden achtergelaten op niet-reglementaire wijze. Het is noodzakelijk dat sluikstort en zwerfvuil zo vlug mogelijk verwijderd wordt, omdat dit past in een algemeen streven naar een nette en leefbare gemeente.
Het verwijderen en verwerken van deze achtergelaten afvalstoffen vergt extra inspanningen van de gemeentelijke diensten en/of het inzetten van een externe firma; dit gaat gepaard met extra kosten voor de gemeente.
In lijn met de bepaling "de vervuiler betaalt" uit het Materialendecreet worden door middel van voorliggend reglement deze kosten berekend en verhaald op de sluikstorter, tegen een louter kostendekkend tarief.
Daarbij wordt rekening gehouden met:
De bestraffing van de overtreder dient daarnaast te gebeuren via de GAS of VLAREM wetgeving.
Vanwege het verlopen van het huidige reglement op het heffen van retributie voor het verwijderen en verwerken van sluikstort en zwerfvuil (afvalstoffen welke op niet-reglementaire wijze zijn achtergelaten), wordt een vernieuwd reglement voorgesteld. Indien goedgekeurd, zal dit reglement geldig zijn vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031.
Artikel 1:
Met ingang van 1 januari 2026 en dit voor een termijn eindigend op 31 december 2031 wordt een retributie geheven op het het weghalen en verwijderen van afvalstoffen, gestort of achtergelaten op daartoe niet voorziene plaatsen, tijdstippen of niet-reglementaire recipiënten.
Artikel 2:
Het bedrag van de retributie op het weghalen en verwijderen van afvalstoffen, gestort of achtergelaten op daartoe niet voorziene plaatsen, tijdstippen of niet-reglementaire recipiënten wordt vastgesteld € 250.
Indien de werkelijke opruimingskost hoger is dan € 250, bedraagt het retributiebedrag de werkelijke opruimingskost.
De wijze van berekening van deze kosten zal inzichtelijk gemaakt worden op aanvraag, en wordt bepaald op basis van:
Artikel 3:
In lijn met de bepaling "de vervuiler betaalt" uit het Materialendecreet worden door middel van voorliggend reglement deze kosten berekend en verhaald op de sluikstorter, tegen een louter kostendekkend tarief.
De retributie is verschuldigd door diegene die de afvalstoffen heeft gestort. Indien er meerdere daders zijn, zijn zij hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de retributie. Indien de daders van de sluikstorting niet kunnen worden geïdentificeerd, wordt de eigenaar van de afvalstoffen aansprakelijk gesteld.
Artikel 4:
De retributie wordt betaald na ontvangst van een factuur.
Artikel 5:
Bij weigering of nalatigheid om het verschuldigd recht te betalen geschiedt de invordering overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging voor zover de schuld ten aanzien van de gemeente betwist wordt. Ingeval de verschuldigde retributie niet betwist wordt zal de invordering gebeuren bij dwangbevel na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6:
Onderhavige beslissing wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 285, 286 §1 1 en 287 van het decreet lokaal bestuur. De toezichthoudende overheid wordt in kennis gesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 330 van het decreet lokaal bestuur.