Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
Bevoegdheidsgrond:
Artikelen 41, 162 en 170, §4, van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994;
Artikel 40, §3 en 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur.
Regelgeving:
Het wetboek der inkomstenbelasting 1992, meer bepaald het artikel 464,1°;
Het artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit;
Het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van de belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
| Onderdeel | Extra Input | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 |
| Exploitatie | Exploitatie - ontvangsten | 4 225 413,55 | 4 335 935,78 | 4 492 198,77 | 4 627 119,42 | 4 761 571,29 | 4 899 566,23 |
| Exploitatie - uitgaven |
Artikel 1: Voor de aanslagjaren 2026 tem 2031 worden ten bate van de gemeente Lennik 878,69 opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
Artikel 2: De vestiging en de inning van de gemeentebelasting zullen door het toedoen van de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie gebeuren, overeenkomstig de bepalingen vervat in artikel 3.1.0.0.4 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit.
Artikel 3: Deze beslissing treedt in werking op 1 januari 2026
Artikel 4: Voorliggende beslissing alsook de inhoud ervan, wordt conform artikel 286, §1, 3° van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bekendgemaakt op de website van de gemeente. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking ervan, conform artikel 330 van het Decreet lokaal bestuur.