Volgende bevoegdheidsgrond en regelgeving is van toepassing:
Bevoegdheidsgrond:
Artikelen 41, 162 en 170, §4, van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994;
Artikel 40, §3 en 41, tweede lid, 14° van het decreet over het lokaal bestuur.
Regelgeving:
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De Beslissing van de gemeenteraad van 22 maart 2023 houdende de goedkeuring van het retributiereglement inzake de invorderingskosten van fiscale ontvangsten en de vaststelling van de invorderingsprocedure.
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van alle belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
De aanwezigheid van bars en rendez-voushuizen op het grondgebied van de gemeente kan aanleiding geven tot activiteiten die de veiligheid, openbare orde, rust en zedelijkheid in de gemeente in het gedrang brengen;
Om redenen van administratieve vereenvoudiging wordt geopteerd voor een forfaitair bedrag voor de belasting;
Door het heffen van een forfaitaire belasting kunnen controles op de aangifte door de gemeentelijke administratie vermeden worden, hetgeen wenselijk is;
Rekening houdend met het feit dat de personeelsleden van bedoelde exploitaties zeer wisselend zijn en vaak voor zeer korte periodes in dienst blijven van eenzelfde exploitatie.
De ontvangst is voorzien in het meerjarenplan 2026-2031, jaarbudgetrekening :
GBB-FIN/0020-00/73409000
| Onderdeel | Extra Input | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 |
| Exploitatie | Exploitatie - ontvangsten | 4 000,00 | 4 000,00 | 4 000,00 | 4 000,00 | 4 000,00 | 4 000,00 |
| Exploitatie - uitgaven |
Artikel 1: Belastbaar feit
De gemeente Lennik heft voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een jaarlijkse belasting op de exploitatie van Bar en Rendez-vous huizen.
Artikel 2: Definities
Voor de toepassing van dit belastingreglement wordt verstaan onder:
Bar: iedere instelling waar personen direct of indirect, de handel van de exploitant bevorderen, hetzij door gewoonlijk met de klanten te verbruiken, hetzij door het verbruik op gelijk welke andere manier te stimuleren dan door gewoon de klanten te bedienen, te zingen of te dansen. Dit kan vastgesteld worden doordat die huizen of inrichtingen ofwel hun aard door uiterlijke kentekens ter kennis van voorbijgangers brengen, ofwel als dusdanig bekend zijn en uit bepaalde vaststellingen en onderzoeken, uitgevoerd door de politiediensten, blijkt dat zij een dergelijke bedrijvigheid uitoefenen.
Rendez-vous huis: Als rendez-voushuis wordt beschouwd: een plaats (kamer, appartement, salon, e.d.) die al dan niet tegen vergoeding ter beschikking wordt gesteld voor een intieme ontmoeting tussen personen, zonder dat het de bedoeling is om er, zoals in een erkend hotel, pension, logementhuis of gelijkaardige instelling te overnachten. Dit kan vastgesteld worden doordat die huizen of inrichtingen ofwel hun aard door uiterlijke kentekens ter kennis van voorbijgangers brengen, ofwel als dusdanig bekend zijn en uit bepaalde vaststellingen en onderzoeken, uitgevoerd door de politiediensten, blijkt dat zij een dergelijke bedrijvigheid uitoefenen.
Artikel 3: De belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de exploitant van de bar of het rendez-voushuis of een gedeelte ervan. Indien de identiteit van de exploitant niet kan worden vastgesteld, worden achtereenvolgens de huurder en de eigenaar van de bar of het rendez-voushuis als exploitant beschouwd.
De eigenaar is eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting die lastens de exploitant of huurder, waarvan hiervoor sprake, werd ingekohierd.
De hoofdelijke aansprakelijkheid van de eigenaar zal evenwel worden opgeschort indien de vier hiernavolgende voorwaarden gezamenlijk vervuld zijn:
1. Het pand of de lokaliteit heeft enkel uiterlijke kenmerken van een woongelegenheid;
2. Het huurcontract laat enkel het normaal gebruik als woongelegenheid toe;
3. De eigenaar heeft, binnen de twee maanden van een vastgestelde andere aanwending van de beschouwde lokaliteit, een procedure gestart tot verbreking van het huurcontract.
Als kennisgeving van een andere aanwending geldt de aangetekende melding door het gemeentebestuur aan de eigenaar gedaan, waaruit de vaststelling blijkt dat ter plaatse een bar of rendez-voushuis in uitbating werd geconstateerd. Als de procedure tot verbreking wordt stopgezet of ingetrokken, dan wordt de eigenaar opnieuw aansprakelijk voor de betaling van de belasting. Dit is eveneens het geval indien de eigenaar binnen de hiervoor bepaalde termijn heeft verzuimd aan het gemeentebestuur de nodige en juiste gegevens te bezorgen dienstig voor het vestigen van de aanslag jegens de huurder.
4. De eigenaar was voor de kennisgeving van het gemeentebestuur vermeld onder artikel 2.3 nog niet op de hoogte van de oneigenlijke aanwending van de beschouwde lokaliteit.
Artikel 4: Berekeningsgrondslag en tarief
Het bedrag van de belasting bedraagt 2.500 euro per kamer/en of plaats.
De belasting is onverdeelbaar. Zij is verschuldigd voor het hele jaar, ongeacht de datum van het in gebruik stellen of stopzetten van de inrichting of de overname van een bestaande instelling. Bij overname in de loop van een bepaald aanslagjaar is de belasting in haar geheel opnieuw verschuldigd door de nieuwe exploitant en blijft de belasting, gesteld op de exploitant die de inrichting overdraagt, in haar geheel behouden. De eigenaar kan evenwel, per jaar en per uitbatingplaats, slechts eenmaal hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor de betaling van de belasting, die lastens de exploitant werd ingekohierd.
Artikel 5: Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 6: Aangifteplicht
De belastingplichtige ontvangt van het gemeentebestuur een aangifteformulier dat, binnen 30 dagen na verzending van het aangifteformulier, behoorlijk ingevuld en ondertekend, moet worden teruggestuurd.
Indien, om welke reden ook, de belastingplichtige geen aangifteformulier ontvangen heeft, wordt hij er jaarlijks toe gehouden vóór 1 juli van het belastingjaar op eigen initiatief het gemeentebestuur te informeren en aangifte te doen. Dit kan via het mailadres : financien@lennik.be en/of bij het gemeentebestuur :
Gemeente Lennik, Markt 18, 1750 Lennik.
Artikel 7: Ambtshalve vestiging en belastingverhoging
Bij gebrek van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag kan slechts geldig worden ingekohierd gedurende een periode van drie jaar volgend op 1 januari van het dienstjaar. Deze termijn wordt met twee jaar verlengd bij overtreding van de belastingvordering met het oogmerk te bedriegen of met de bedoeling schade te berokkenen.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
Artikel 8: Bezwaarmogelijkheid
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan tegen de belastingaanslag bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Het bezwaar moet worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Het bezwaarschrift moet schriftelijk ingediend worden en ondertekend zijn door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en gemotiveerd zijn. Het moet de naam, de hoedanigheid en het adres of de zetel van de belastingplichtige vermelden. Het moet ook het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en de middelen vermelden. Als de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger wil uitgenodigd worden op de hoorzitting moet dit in het bezwaarschrift worden gevraagd.
Het bezwaarschrift kan ook online worden ingediend via www.lennik.be in zover in deze mogelijkheid wordt voorzien en binnen de termijnen en onder de voorwaarden vermeld in dit artikel. Meldingen via andere duurzame dragers zoals e-mail worden niet als bezwaarschrift aanvaard.
Artikel 9:
Dit reglement treedt in werking de dag waarop het op de webtoepassing van de gemeente wordt bekend gemaakt.
Artikel 10:
Voorliggende beslissing alsook de inhoud ervan, wordt conform artikel 286, §1, 3° van het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bekendgemaakt op de website van de gemeente. De toezichthoudende overheid wordt op de hoogte gebracht van de bekendmaking ervan, conform artikel 330 van het Decreet lokaal bestuur.